No. 895-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
22 Januari 1954 (bijlage no. 12)
Gelet op de artikelen 171 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT
I. in het belang van de volkshuisvesting aan te kopen en in
voLle en vrije eigendom over te nemen van W. Kooistra, alhier,
het pand met toebehoren, plaatselijk gemerkt Blekerdwarsstraat
no. 5» alhier, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E,
no. 811, groot 43 ca, voor een koopsom van f. 250,(zegge
twee honderd en vijftig gulden)onder de volgende bepalingen
en bedingen
1. het perceel wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin
aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en
lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden der akte
van overdracht;
3. vanaf de dag van levering komen alle zakelijke lasten en be
lastingen, die voor het over te dragen perceel met opstal ge
heven worden, voor rekening van de koopster;
4- de verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden, dan tot
die, welker uitsluiting de wet niet toestaat;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont
binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het
Burgerlijk Wetboek;
6, de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente
Leeuwarden.
II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het gemeen
telijk woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beroep B.J. Gros tegen weigering van een bouwvergunning.
Biilage no. 13» Iaeuwarden, 21 Januari 1954»
Aan de Gemeenteraad.
Bij ons besluit van 19 November 1953, no. 10233, werd
afwijzend beschikt op een verzoek van B.J. Gros, Bildtse-
straat 87, om vergunning voor het bouwen van een drielicht-
dakkapel op het aan de straatzijde van zijn woning gelegen
dakvlak. Deze afwijzing geschiedde uit weIstandsoverwegingen
aangezien dit dakvlak deel uitmaakt van een lang en gaaf dak-
vlak van negen woningen.
Naar aanleiding van deze beslissing heeft belanghebbende
zich bij schrijven van 7 December j.l. tot ons college ge
richt, met het verzoek hem alsnog een vergunning te verlenen.
De bevoegdheid hiertoe berust echter ingevolge artikel 24,
eerste lid, van de Bouwverordening, bij Uw Raad. Wij hebben
belanghebbende hierop opmerkzaam gemaakt, waarop hij ons
heeft verzocht zijn verzoek als aan de Gemeenteraad gericht
te willen beschouwen. Aangezien het beroep overigensbinnen
de daarvoor gestelde termijn is ingediend, stellen wij U voor
dit in behandeling te nemen.
Met betrekking tot het beroepschrift delen wij U mede,
dat wij in voorkomende gevallen steeds in overeenstemming met
de adviezen van de Schoonheidscommissie het standpunt hebben
ingenomen, dat op het bedoelde dakvlak aan de Bildtsestraat
geen dakkapellen kunnen worden toegelaten. Wij zien geen reden
om thans van dit vaste standpunt af te wijken.
Voorts merken wij op, dat ons standpunt bij adressantals
bekend moet worden verondersteld en dat adressant, zonder zich
te voren op de hoogte te hebben gesteld, in zijn woning een
interne verandering heeft tot stand gebracht met het gevolg,
dat hij zich zelf in de positie heeft geplaatst, waarin hij
thans verkeert.
Gelet op het bovenstaande geven wij U in overweging op
het verzoek afwijzend te beschikken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Me uien, Burg ene ester
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 23 Januari 1954»