Vaststellen kostenbedrag art. 55 bis der 1.0.-Wet 1920 en toe
kennen voorschot expl. vergoeding bijz.schoolbesturen, beide voor 1954-
Bijlage no. 14- Leeuwarden, 2 Februari 1954-
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 55 bis, lid 1, der lager-onderwijswet
1920, bepaalt de gemeenteraad vóór 1 Maart van elk jaar het be
drag, dat per leerling voor de scholen, onderscheidenlijk voor
gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs, in dat
jaar wordt beschikbaar gesteld ter bestrijding van de kosten,
bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en p, alsmede die
van instandhouding.
Met behulp van de cijfers, genoemd in de gemeentebegroting
voor 1954, is de volgende berekening opgemaakt.
Totaal
ff. 217-984,32 f.32.173 17
U.L.O.
f. 3.290,—
13.080,—
29.689,36
955,—
I.527,—
f.48.541,36
I' 1.630,—
Kosten van instandhouding
van schoollokalen, alsmede
van terreinen voor het 1
onderwijs in lichamelijke
oefening
Onderhoud van schoolmeu-
belen, aanschaffen en
onderhouden van school
boeken, leermiddelen en
schoolbehoeften
Verlichtingverwarming
en het schoonhouden van
schoolgebouwen
Kosten van schoolbiblio
theken
Andere uitgaven ter ver
zekering van de goede
gang van het onderwijs
8.075,—
De kosten van het openbaar gewoon, voortgezet gewoon en
uitgebreid lager onderwijs moeten nog worden verminderd met
onderscheidenlijk f. 6500,--, f. 1000,— en f. 5993,43, wegens
vergoeding voor verlichting, verwarming enz., voortvloeiende
uit het gebruik van schoollokalen voor particuliere doeleinden,
kosten van verlichting, verwarming enz. komende ten laste van
de Middelbare Avondhandelsschool en van het bureau van de
schoolartsen, zodat het juiste kostenbedrag van het openbaar
onderwijs voor 1954 zal bedragen:
a. voor het gewoon lager onderwijs:
f. 217.984,32 - f. 6500,— is f. 211.484,32;
b. voor het voortgezet gewoon lager onderwijs:
f. 32.173,17 - f. 1000,-- is f. 31.173,17;
c. voor het uitgebreid lager onderwijs:
f. 48.541,36 - f. 5993,43 is f. 42.547,93.
"Aan-"