No. 11 637.
IE RAAD IER GEMEENTE IEEWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
30 September 1954 (bijlage no. 202);
"3 E S I U I T
aan het bestuur der Vereniging tot stichting en instandhouding
van scholen met de Bijbel te Huizum gelden uit de gemeentekas
te verstrekken voor de vernieuwing van de ketel van de centrale
verwarming in het schoolgebouw Borniastraat 125; met dien ver
stande, dat slechts voor 2/3 gedeelte van de vernieuwingskosten
gelden zullen worden beschikbaar gesteld.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Ontwerp gemeentebegroting en begrotingen takken van dienst
voor het dienstjaar 1955»
Bijlage no. 203. Leeuwarden, 15 October 1954.
Aan de Gemeenteraad.
Wij bieden U hierbij ter vaststelling aan de ontwerp
begroting van de gemeente voor het dienstjaar 1955» alsmede
de ontwerp-begrotingen voor dat jaar van de overeenkomstig
artikel 252 van de Gemeentewet ingestelde takken van dienst.
Een organische opzet van de begrotingscijfers voor de
gewone dienst treft U tevens hierbij aan.
De ontwerp-gemeentebegrotingen, die wij U de laatste jaren
hebben aangeboden, gaven niet onbelangrijke nadelige saldi aan,
welke slechts konden worden gedekt door het ramen van hogere
uitkeringen uit het gemeentefonds.
Het verheugt ons U voor 1955 een ontwerp-begroting te kun
nen overleggen, die in evenwicht is, zij het dan, dat enkele
voor achterstallig onderhoud noodzakelijke posten uit de reser
ve dienen te worden geput. Een nadere toelichting treft U hier
onder aan.
Einancié'le verhouding tussen het Rijk en de gemeenten.
Het bij het aanbieden van de begroting voor 1954 toegelich
te wetsontwerp, regelende de financiële verhouding tussen het
Rijk en de gemeenten, is inmiddels door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal behandeld. Tijdens deze behandeling zijn enkele
wijzigingen aangebracht.
Blijkens bedoeld wetsontwerp zouden de in de Financiële ver
houdingswet aan te brengen veranderingen gelden voor de jaren
1953, 1954 en 1955. Bij nota van wijziging heeft de Regering
echter voorgesteld, de werkingsduur van de thans in behandeling
zijnde regeling op vijf jaar te stellen, aangezien wel is komen
vast te staan, dat een meer duurzame regeling van de financiële
verhouding niet in 1955 het Staatsblad zal kunnen bereiken.
De voorgestelde algemene uitkering heeft tijdens de behan
deling in de Tweede Kamer een kleine wijziging ondergaan, slechts
van betekenis voor de kleine gemeenten.
Voor de berekening van de belastinguitkering zou, volgens
het oorspronkelijke ontwerp, in aanmerking worden genomen het
bedrag, dat tot 1 Januari 1952 aan ondernemingsbelasting over
het jaar 1950 is ontvangen. Deze bepaling is in die zin gewij
zigd, dat thans voor deze uitkering in aanmerking wordt geno
men het bedrag, gelijk aan 125/ van de laatste vóór 1 September
1954 door de Minister van Financien vastgestelde raming van de
aan de gemeente ten goede komende opbrengst van de ondememings-
belasting over het belastingjaar 1950, tenzij het bedrag, dat
tot 1 Januari 1952 aan de gemeente is uitgekeerd wegens ondeme-
mingsbelasting over 1950, hoger is dan de bedoelde 125/, in welk
geval het laatstbedoelde bedrag geldt. De financiële gevolgen
van deze wijziging voor onze gemeente worden hierna uiteengezet.
Het is van belang, dat het aandeel van het gemeentefonds
in de opbrengst van een aantal rijksbelastingen is gewijzigd.
Dit aandeelpercentage is voor 1953 vastgesteld op 9,85 en voor
de jaren 1954 "tot en met 1957 op 11,3.