.pro**
Richtlijnen bij de beoordeling van de aanvragen tot verhoging
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
1. Voorop staat, dat aan het criterium van de ontwerp)-wet
moet worden voldaan, n.l., dat verzoeken slechts kunnen wor
den ingewilligd, indien zich in een gemeente omstandigheden
voordoen, welke doen verwachten, dat de algemene uitkering
aanmerkelijk zal tekort schieten in de voorziening der ge
meente aan algemene inkomsten.Hierbij dient in aanmerking te
worden genomen hetgeen op bladzijde 10 van de Memorie van
Toelichting op het wetsontwerp (gedrukte stukken 1952-1953-
3053) is gesteld en waaruit onder meer blijktdat de moge
lijkheid van correctie is opgenomen, omdat de algemene uit
kering niet steeds voldoende de verandering in de behoefte
aan algemene inkomsten kan volgen. Hieruit volgt, dat in
het algemeen wel duidelijk zal moeten worden aangetoond, wel
ke veranderingen zich hebben voltrokken of zullen voltrekken,
die oorzaak zijn, dat de tot dusver wel voldoende middelen
niet meer voldoende zijn of zullen zijn. Het argument van
het acute begrotingstekort, dat, naar gebleken is, door zeer
vele gemeenten wordt aangevoerd, kan, al zal het soms in het
bijzonder voor de allerkleinste gemeenten mede beoordelings
element zijn, op zichzelf niet worden aanvaard.
2. Van de gemeenten, die een verzoek hebben gedaan tot verhoging
van de uitkering uit het gemeentefonds mag worden verlangd,
dat zij in de eerste plaats haar inkomsten uit eigen belas
tingen e.d. hebben opgevoerd tot de wettelijke of algemeen
praktisch aanvaarde grenzen. Indien dit eventueel niet het
geval is, wordt als regel geadviseerd het verzoek niet in be
handeling te nemen, aangezien dan niet gezegd kan worden, dat
in het bijzonder "de uitkeringen" tekort schieten in de be
hoefte aan algemene dekkingsmiddelen.
Bij de beoordeling van dit punt ware onder meer aandacht te
schenken aan de mogelijkheid tot heffing van:
opcenten op de grondbelasting;
opcenten op de personele belasting;
straatbelasting;
baatbelast ingen
vermakelijkheidsbelasting;
hondenbelasting;
schoolgelden en andere retributies;
redelijke tarieven voor de levering van gas, water
en electriciteit
3. Zoals onder 1 reeds is gesteld, zal bij de beoordeling van de
aanvragen niet mogen worden uitgegaan van de voorziening in
acute begrotingstekorten. Wel zal mede aandacht worden ge
schonken aan de begrotingen en rekeningen van voorafgaande
jaren. Be beoordeling zal dus in de eerste plaats zoveel
mogelijk langs objectieve weg moeten geschieden, in deze zin,
dat mede vergelijking plaats vindt van de behoefte aan alge
mene de kkings ver schillen van soortgelijke gemeenten.
Van belangrijke verschillen zullen, ook aan de hand van het
verloop van de uitgaven over de jaren 1948/1953 voor de on
derdelen der gemeentehuishouding, de oorzaken moeten worden
nagegaan. Hierbij worden de resultaten van elk der dienst
jaren 1948 t/m 1952 mede in beschouwing genomen.
V