king tot dit punt valt echter op te merken, dat bij hot verle nen van kindertoelage voor valide, niet studerende kinderen van 16 en 17 jaar, zoals dit tot nu toe het geval was, in vele gevallen in feite niet of in onvoldoende mate werd vol daan aan het criterium van "het kind tot zijn last hebben", om dat deze kinderen als regel inkomsten uit arbeid genieten. Tegenover de vorenbedoelde vermindering van aanspraken staan evenwel verschillende verbeteringen, welke uit het geheel der voorzieningen voortvloeien en waarvan het gunstig perspec tief ten aanzien van studerende kinderen speciale vermolding verdient. De uniformiteit en de vereenvoudiging in de admini stratie, welke mede op deze wijze bereikt worden, ook doordat de nieuwe maatregelen aansluiting gev^n bij de bepalingen van de Kinder-bijslagwetkunnen eveneens als voordelen worden aan gemerkt. In navolging van de Kinderbijslagwet wordt de aanspraak op kindertoelage voor minder valide kinderen in dier voege ver ruimd, dat deze kinderen niet langer "blijvend" buiten staat behoeven te zijn 1/3 te verdienen van hetgeen valide kinderen met arbeid verdienen, maar "vermoedelijk het eerstkomende jaar" en behoeft met betrekking tot het recht op voortgezette kinder toelage ton behoeve van studerende kinderen hot onderwijs niet langer uitsluitend te worden genoten aan oen inrichting voor algemeen vormend- of vakonderwijs. Bij wijze van overbruggingsbepaling zal voor de in dienst zijnde ambtenaren de voorhoen bestaande kindertoelageregeling, voorzover deze gunstiger voor hen is dan de nieuwe regeling, tot 1 Juli 1955 bestendigd blijven. De ambtenaren krijgen zo doende do gelegenheid zich op de komende wijziging van hun fi nanciële positie in te stellen. Hot is niet geheel uitgesloten, dat in een enkel geval, als uitvloeisol van de systematiek van het nieuwe stelsel hot nieuwe salaris of loon lager is dan de reeds genoten bezoldi ging, verhoogd mot 5%, hetgeen met name kan voorkomen bij de laagste salarissen en lonen. Voor deze gevallen ware in een bepaling vast te leggen, dat het verschil tussen het bedrag van vorenbedoelde verhoogde bezoldiging en het nieuwe salaris of loon gegarandeerd wordt. Het gegarandeerde bedrag zal door periodieke salarisverhogingen of bij bevordering moeten worden ingelopen. Van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behande ling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden is bij schrij ven van 10 Januari 1954 de mededoling ontvangen, dat hot Cen traal Orgaan, in overeenstemming mot het gevoelen van de bij het centraal overleg betrokken organisaties, van oordeel is, dat het alleszins aanbeveling verdient voor het gemeenteperso- neel overeenkomstige voorzieningen als voor het rijkspersoneel te treffen. Over de totstandkoming van die voorzieningen kan plaatselijk georganiseerd overleg derhalve achterwege blijven. Bij brief van 12 Juni 1954 heeft het Centraal Bureau oen ontwerp van do wijziging van de Kindertoe lage verordening, zoals deze door het Centraal Orgaan in overeenstemming met de in hot Centraal overleg vertegenwoordigde organisaties is ontworpen, toegezonden. Ook omtrent dit ontwerp is plaatselijk georganiseerd overleg derhalve niet meer nodig. De omstandigheid, dat het ontwerp van do wijziging van de Kindertoelagever ordening eerst in de maand Juni werd ontvangen en dat pas in Augustus de nieuwe salarisschalen voor het be- roepsbrandweerpersoneel officieel waren vastgesteld en ter ken nis gebracht, is mede de oorzaak, dat de definitieve aanpassing van de Bezoldigingsregeling aan de nieuwe toestand niet eerder "haar haar beslag heeft kunnen krijgen. Aangezien, gelijk hierboven werd gememoreerd, de nieuwe salarissen en lonen reeds bij voor schot worden genoten, heeft de vertraging voor niemand bezwaren opgeleverd. Als gevolg van het bovenstaande bieden wij U hierbij ter vaststelling aan de volgende ontwerpen: I. Ontwerp tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1948 met bijbehorende tabellen A (salarisschalen) en B (vaste salarissen) II. Ontwerp tot wijziging van de Loonregeling 1 9471 III. Ontwerp tot wijziging van de Kindertoelageverordening. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meuien, Burgemeester. I. Bakker, Secretaris. Verzonden 20 October 1954-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1954 | | pagina 278