2. De kindertoelage vervalt;
a. voor de ambtenaar, wiens bezoldiging per maand wordt
uitbetaald, op de laatste dag van het kalenderkwar
taal, waarin laatstelijk wordt voldaan aan de voor
toekenning gestelde vereisten;
b. voor de ambtenaar, wiens bezoldiging over een korter
tijdvak wordt uitbetaald, op de laatste dag van de
laatste loonweek van het kalenderkwartaal.
c. Artikel 4 wordt gelezen als volgt;
Artikel 4-
De kindertoelage bedraagt 3 van de bezoldiging, met een
minimum van f. 189,-- per jaar, f. 15,75 per maand of f.3,64
per week en een maximum va f. 291,-- per jaar, f. 24,25 per
maand of f. 5,60 per week.
d. Da artikel 4 wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende;
Artikel 4a.
1. Boven de kindertoelage toegekend ingevolge deze verorde
ning wordt, behalve aan de ambtenaarvoor wie ingevolge
artikel 5 het in artikel 4 gestelde minimum niet geldt,
een tijdelijke kindertoeslag toegekend van f. 1,30 per
maand of f. 0,30 per week voor het tweede en derde kind,
van f. 3,65 per maand of f. 0,84 per week voor het vier
de en vijfde kind en van f. 6,25 per maand of f. 1,44
per week voor het zesde en ieder volgend kind, waarvoor
kindertoelage wordt genoten.
2. Yoor de toepassing van artikel 1, onder b, 1 en 2en
van de volgende artikelen dient onder kindertoelage mede
de in het eerste lid bedoelde toeslag te worden verstaan.
e. Voor het bestaande artikel 13 wordt het cijfer "l" geplaatst.
Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende als volgt;
2. Ten aanzien van de ambtenaar, die op de datum van het in
werking treden van deze verordening een kindertoelage ge
niet, blijft de op 31 December 1953 geldende regeling,
indien en voor zover deze voor hem gunstiger is, van
kracht tot 1 Juli 1955»
Artikel II.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op:
a. 1 Januari 1954 voorzoveel betreft de ambtenaren bedoeld in
de Bezoldigingsverordening 1948 en
b. op de eerste dag van de loonweek, waarin de 1ste Januari 1954
valt, voor de ambtenaren bedoeld in de loonregeling 1947.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Intrekking raadsbesluit tot het in erfpacht afstaan van een per
ceel bouwterrein, gelegen aan het Beethovenplantsoenhoek Valeriusstr.
Bijlage no. 207. Leeuwarden, 18 October 1954.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 10 Maart 1954, no. 2677, goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 20 April
1954, no. 24, is aan de Eerste Nederlandsche Verzekeringmaat
schappij op het leven en tegen invaliditeit N.V. gevestigd te
's-Gravenhage, in erfpacht afgestaan een perceel bouwterrein, ge
legen aan het Beethovenplantsoen, hoek Valerius straatalhier,
zulks ten behoeve van de bouw van een winkelpand met bovenwoning
door Albert Heyn N.V. te Zaandam.
Deze N.V. heeft ons echter medegedeeld, dat de bouw van het
winkelpand niet doorgaat. In verband hiermede kan de vertekening
van de erfpachtsakte geen doorgang vinden en stellen wij U voor
Uw desbetreffend besluit in te trekken, door vaststelling van
onderstaand ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
No. 12602.
IE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
18 October 1954 (bijlage no. 207);
BESLUIT
in te trekken zijn besluit van 10 Maart 1954, no. 2677, goedge
keurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van
20 April 1954, no. 24, tot uitgifte in erfpacht van het perceel
bouwterrein, gelegen aan het Beethovenplantsoen, hoek Valerius-
straat, ter grootte van plm. 250 m2, deel uitmakende van het per
ceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, no. 4925,
aan de Eerste Nederlandsche Verzekeringmaatschappij op het leven
en tegen invaliditeit N.V., gevestigd te 's-Gravenhage.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Verzonden 20 October 1954.