h
a
a
BPÜH
[JTj
-At fci-uL* JLHer
Vaststellen getal wekelijkse lesuren vakonderwijs openb. school
voor zwakz. kinderen en toekennen voorschot bijz.school voor
b.l.o. aan zwakz. kinderen, beide voor 1954.
Bijlage no. 20.
Leeuwarden, 11 Februari 1954.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 35, 1 ste na, van het Besluit buitenge
woon lager onderwijs 1949 bepaalt de raad van de gemeente, die
ten behoeve van een of meer openbare scholen, onderscheiden
naar de in artikel 1 bedoelde soorten, vakonderwijzers heeft
aangesteld, vóór 1 Maart van elk jaar voor elke daarvoor in
aanmerking komende soort van scholen het getal wekelijkse les
uren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit
getal wordt berekend door deling van het totaal getal per week
te geven uren vakonderwijs door het getal verplichte leerkrach
ten aan die scholen.
Sinds 14 Augustus 1951 is aan de openbare school voor bui
tengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen (gemeente
school no. 9) een vakonderwijzeres in de logopaedie werkzaam.
Het aantal door deze vakleerkracht per week te geven uren
bedraagt 11, terwijl het aantal verplichte leerkrachten aan die
school, de klassen voor imbecillen overeenkomstig artikel 36,
lid 2, slotzin van het Besluit buitengewoon lager onderwijs
1949 buiten beschouwing latend, 8 bedraagt, zodat het aantal
wekelijkse lesuren voor 1954 op 11 8 is 1 3/8 moet worden be
paald
Aan de Protestants-Christelijke school voor buitengewoon
lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen (Droevendal no. 1 is
dezelfde vakonderwijzeres ook reeds enkele jaren werkzaam.
Op grond hiervan verzoekt het bestuur van deze school in aan
merking te komen voor een voorschot op de in artikel 36 van
bovengenoemd besluit bedoelde vergoeding voor het jaar 1954.
Aangezien deze school, de klassen voor imbecillen buiten
beschouwing latend, zeven verplichte leerkrachten telt, kan
het bestuur aanspraak maken op een vergoeding van maximaal
7 x 1 3/8 is 9 5/8 uur vakonderwijs per week, op basis van de
zelfde beloning, als welke de gemeente aan haar vakleerkracht
toekent, n.l. 208,-- per jaar voor elk wekelijks lesuur van
60 minuten, vermeerderd met de niet op belanghebbende te ver
halen pensioensbijdragen, met dien verstande, dat de vergoeding
in geen geval het bedrag der wsdcelijke uitgaven mag overschrij
den. Het voorschot wordt op gelijke wijze berekend als deze ver
goeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar de afrekening
met het schoolbestuur plaats vindt onder overlegging van de no
dige bewijsstukken.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te
besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester
Wethouders
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
Verzonden '3 Februari 1954
r.i*
r.<: