N o. 1 746.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDER
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
11 Februari 1954 (bijlage no. 20);
Gezien de ingekomen aanvraag van het na te noemen school
bestuur om een voorschot op de vergoeding, bedoeld in artikel
36 van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1 949 voor het
jaar 1954;
BESLUIT:
voor het jaar 1 954:
I. het getal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk aan de open
bare school voor buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinni
ge kinderen vakonderwijs zal worden gegeven, vast te stel
len op 1 3/8;
II. aan het bestuur der Stichting tot oprichting en instandhou
ding van een of meer Christelijke scholen voor buitengewoon
lager onderwijs te Leeuwarden en omgeving, alhier, ten be
hoeve van haar school voor zwakzinnige kinderen, op de ver
goeding, bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon
lager onderwijs 1949, een voorschot te verlenen van 2270,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen vergoeding vakonderwijs over 1953 aan Chr. school
voor buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnigen.
Bijlage no. 21. Leeuwarden, 11 Februari 1954.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Stichting tot oprichting en instandhou
ding van een of meer Christelijke scholen voor buitengewoon la
ger onderwijs voor Leeuwarden en omgeving heeft een aanvraag
ingediend om vergoeding, als bedoeld in artikel 36 van het Be
sluit buitengewoon lager onderwijs 1949, voor zijn school voor
zwakzinnige kinderen, Droevendal 1, over 1953, onder overlegging
van de bewijzen tot staving der gedane uitgaven.
De door de gemeenteraad vast te stellen vergoeding wordt
bepaald met inachtneming van het getal wekelijkse lesuren, ge
durende hetwelk vakonderwijs aan de openbare school voor buiten
gewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen is gegeven, ver
menigvuldigd met het getal verplichte leerkrachten aan de bij
zondere school, op basis van de gemeentelijke salarisregeling
voor de vakleerkrachten, met inbegrip van de niet verhaalbare
pensioensbijdragen en de uitgaven, voortvloeiende uit de nale
ving van de sociale wetgeving.
Het gehele jaar 1953 is aan de openbare school een vakon
derwijzeres in de logopaedie werkzaam geweest voor 11 uren per
week. Bij Uw besluit d.d. 25 Februari 1 953, no. 2031, is het
getal wekelijkse lesuren vakonderwijs aan deze school per ver
plichte leerkracht vastgesteld op 1 3/8.
Bij een aantal verplichte leerkrachten van 6 bedraagt het
maximum te vergoeden aantal lesuren vakonderwijs aan de bijzon
dere school 8 1/4 (6x1 3/8), welk aantal uren ook inderdaad
is gegeven.
Aangezien aan de openbare en aan de bijzondere school de
zelfde vakonderwijzeres werkzaam is geweest, is ook de salari
ëring in beide gevallen dezelfde, n.l./161,-- per wekelijks
lesuur, vermeerderd met de verhogingen van 10 1/4% en 5%.
Met inbegrip van de uit de sociale wetgeving voortvloeiende uit
gaven en de niet verhaalbare pensioensbijdragen hebben wij de
vergoeding aan bovenbedoeld schoolbestuur becijferd op 1757,36.
Ra aftrek van het ontvangen voorschot ten bedrage van 1520,
heeft het schoolbestuur derhalve nog recht op 1757,36 - 1520,
is 237,36.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten overeenkom
stig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en "Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
J. Hooij, 1.-Se ere taris
Verzonden 13 Februari 1954.