Ingevolge de Rekeningsvoorschriften 1931 moet de winst van gemeentebedrijven in de gemeenterekening worden verant woord. Deze bepaling sluit niet uit, dat de winst of een ge deelte hiervan wordt gereserveerd. Yele argumenten, welke kunnen worden aangevoerd voor de vorming van reserves bij particuliere ondernemingen, gelden niet voor de gemeentebedrijven. Met de mogelijkheid van liqui datie, die de reservevorming bij eerstbedoelde ondernemingen mede-beheerstbehoeft een gemeentebedrijf, in het algemeen gesproken, geen rekening te houden. Toch zijn er wel argumen ten aan te voeren, welke voor reservering in bepaalde omstan digheden ten behoeve van de bedrijven pleiten. Wij denken hier bijv. aan aanwending van reserves voor modernisering van het bedrijf, voor ontsluiting van onrendabele gebieden, voor compensatie van verliezen, voor researchwcrk enz. Voor hot ene bedrijf zullen deze fac.toren zwaarder wegen dan voor hot andere In verband met het vorenstaande menen wij er de voorkeur aan te moeten geven, dat de Raad jaarlijks bij de behandeling van de begroting, of bij begrotingswijziging, de reservering regelt. Deze regeling biedt bovendien het voordeel, dat de al gemene financiële positie van de gemeente mede in beschouwing kan worden genomen. Hetzelfde geldt tevens voor beschikking over reserves. In het algemeen zullen deze reserves worden aangewend ten behoeve van het bedrijf, waarvoor zij gevormd zijn. Behoudens bijzondere bestemmingsreserves, welke op grond van wettelijke voorschriften of overeenkomsten gevormd moeten worden, verdient het geen aanbeveling algemene bedrijfsreser- ves uitsluitend te binden aan een bepaalde tak van dienst,ten behoeve waarvan deze reserves zijn gevormd. Hierdoor zou aan de uit administratieve overwegingen toegepaste scheiding van ad ministraties een te bindend karakter worden toegekend. Het ver ban- met de algemene huishouding der gemeente mag ook ten aan zien van de reservering niet worden verbroken. Hoewel beschik king over algemene bedriJfsreserves ten behoeve van de algeme ne dienst ongetwijfeld geen regel zal mogen vormen, moet de mo gelijkheid hiertoe worden opengesteld. In artikel 31 is ten behoeve van het clectriciteitsbedrijf een imperatieve reservering voorgeschreven, voortvloeiende uit het stroomleveringscontract met de provincie Friesland. In de artikelen 17 en 19 van de ontwerp-verordening zijn regelen gesteld ten aanzien van de indiening van de begroting en rekening. Het voor "gezien" tekenen van de begroting door de admini strateur en vande rekening door de directeur heeft tot doel deze functionarissen in de gelegenheid te stellen eventuele op- of aanmerkingen ter kennis van Burgemeester en 'Wethouders te brengen Ingevolge artikel 253? 3e lid, van de Gemeentewet moeten in de beheersverordening de gevallen worden geregeld, waarin een besluit van de Gemeenteraad, waarbij machtiging tot af- of overschrijving op posten van de begroting wordt'"verleendde goedkeuring van Gedeputeerde Staten behoeft. Het is algemeen gebruikelijk deze goedkeuring te beperken tot de in de ontwerp verordening in artikel 18 genoemde gevallen. "HOOFD-" HOOFDSTUK III. Bijzondere b_eipa:lingen.Joo_Lhet grondbedrijf^ Algemeen Alvorens op de in de ontwerp-verordening opgenomen bepa lingen voor het gemeentelijk grondbedrijf een nadere toelich ting te geven, verdient het naar ons gevoelen aanbeveling kort bestek de ontwikkeling van het grondbedrijf wing te nemen. Het gemeentelijk grondbedrijf is met ingang m in beschou- van 1 Janu ari 1921 opgericht. De inbreng van de grond heeft destijds tegen schattingswaarde plaats gevonden. Over de jaren 1921 en 1922 en gedeeltelijk over de jaren 1923 en 1924 is het exploi- uit rente van de voor de de gron- tatieverliesin hoofdzaak bestaande financiering benodigde middelen, op de boekwaarde van den bijgeschreven. Van 1923 af werd winst gecalculeerd op de gronduitgiften Over 1923 en 1924 is deze winst in mindering gebracht op de bijgeboekte exploitatieverliezen. Over 1925 zijn de exploi tatieverliezen afgeboekt van de rekening "meerwaarde bij in breng", terwijl van 1926 af de nadelige exploitatieverliezen van de reserve zijn afgeboekt, welke reserve gevoed werd door berekende winst op uitgegeven gronden. Ingevolge artikel 26 van de tot dusver geldende beheers verordening zijn voorts de periodieke taxatieverschillen op de gronden bij- of afgeboekt en aan de reserve toegevoegd of daarop in mindering gebracht. Bij de winstberekening op de gronduitgiften werden de taxatiewaarden als grondslag genomen. De na de taxatie uitgegeven kosten van bouwrijp maken werden zo goed mogelijk over de voor uitgifte bestemde terreinen ver deeld, terwijl het verschil tussen de opbrengsten en de schat tingswaarde, vermeerderd met de berekende kosten van bouwrijp maken, als winst of verlies werd beschouwd. Deze wijze van administratie, steunende op de beheersver ordening, leidde er toe, dat een reeks van administratieve boe kingen werd verricht, zonder dat inzicht werd verkregen in de hetgeen juist een van een grond- uit de grondexploitatie verkregen uitkomsten, van de hoofdmotieven is, waarom tot instellir bedrijf wordt besloten. Een en ander is voor ons aanleiding geweest het Centraal Bureau voor verificatie en financiële adviezen van de Vereni ging van Hederlandse Gemeenten te verzoeken ons van advies te willen dienen over de vraag, welke maatregelen moeten worden beheer van het grondbedrijf van een aan de hedendaagse eisen te doen Verificatiebureau verzocht te wil- en de "meerwaarde bij inbreng", zo- December 1951 voorkomen, al dan niet getroffen om het financiële omvang als in onze gemeente beantwoorden. Tevens is het "reserve len als als 31 nagaan, of de die op de balans pc; gerealiseerd zijn te beschouwen. In een uitvoerig rapport van 12 Maart 1953? no. 2181 R, welk rapport bij de stukken ter inzage is gelegd, zijn de bevin dingen en voorstellen van het Verificatiebureau vastgelegd. Bij de redactie van de in de ontwerp-verordening opgenomen bepalingen van het grondbedrijf zijn de voorstellen van het Ve rificatiebureau, behoudens enkele uitzonderingen, overgenomen. Ter toelichting op deze bepalingen moge het volgende dienen. Bij de aankoop van gronden worden de daarop gevestigde op stallen mede overgenomen, welke in afwachting van de voortschrij- tttfi dende bebouwing in exploitatie het vorenstaande is artikel 20 worden genomen. Met zodanig geredigeerd, het oog op dat ook deze "op-" TPV-PXP v.-] -mU

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1954 | | pagina 312