Artikel 6.
1. De directeur wordt bijgestaan door een administrateur, die
belast is met - en aan burgemeester en wethouders zelfstan
dig verantwoordelijk is voor - de boekhouding en het gelde
lijk beheer van een bedrijf of van een groep van bedrijven.
2. De behandeling van de kasgelden bij een bedrijf of bij een
groep van bedrijven is onder toezicht van de administrateur
opgedragen aan een kassier of aan een andere daarvoor door
burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.
3. Met de behandeling van de kasgelden kan ook de administra
teur worden belast, in welk geval burgemeester en wethouders
een andere ambtenaar aanwijzen voor het mede-ondertekenen
van disposities over de rekening-courant bij de gemeente
ontvanger en over de postcheque- en girodienst, als bedoeld
in de artikelen 10 en 11.
Artikel 7.
1. De boekhouding wordt ingericht en gevoerd naar de beginse
len van dubbel-boekhouden en moet een nauwkeurige en volle
dige verantwoording geven van alle bezittingen, schulden,
baten, lasten, ontvangsten en uitgaven.
2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften geven
omtrent het inrichten en bijhouden van de administratie en
omtrent het geheel of gedeeltelijk voeren van één administra
tie voor een groep van bedrijven.
Artikel 8.
1. De tijdige inning van alle inkomsten en ontvangsten geschiedt
door de kassier of de andere daarvoor door burgemeester en
wethouders aangewezen ambtenaar, voor zover zij niet plaats
heeft door middel van overschrijving of storting op de reke
ning van het bedrijf bij de postcheque- en girodienst of bij
de gemeente-ontvanger.
2. De af te geven kwijtingsbewijzen worden ondertekend door de
in het eerste lid bedoelde ambtenaar.
3- Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat, in afwijking
van het eerste lid, de inning van door hen aan te wijzen in
komsten en ontvangsten kan geschieden tegen afgifte van door
andere, door hen aan te wijzen, ambtenaren afgetekende kwij-
tingsbewijzen of tegen afgifte van niet ondertekende kwij-
tingsbewijzen.
Artikel 9.
1. Alle betalingen ten laste van een bedrijf geschieden, voor
zover deze bij een bedrijf zelf plaats hebben, door de kas
sier of door de andere daarvoor door burgemeester en wet
houders aangewezen ambtenaar.
2. Betalingen hebben niet plaats dan nadat de desbetreffende
rekeningen of andere bescheiden voor accoord zijn getekend
door de directeur en de administrateur. Voor elke betaling
wordt een behoorlijk kwijtingsbewijs afgegeven. Voor de be
taling van rekeningen, een bedrag van f. 500,-- te boven
gaande, is het fiat van de voorzitter van de commissie van
bijstand vereist.
3. Van het bepaalde in het vorige lid zijn uitgezonderd de be
talingen tot geringe bedragen, waarvan de voldoening geen
uitstel gedoogt en die, waarvoor in de regel geen kwijtings-
bewijzen worden verstrekt.
4» Omtrent de wijze van betaling worden de door burgemeester en
wethouders te geven voorschriften opgevolgd.
"Art10"
Artikel 10.
1. Ten behoeve van een bedrijf of v van een groep van bedrijven
kan een rekening bij de postcheque- en girodienst worden ge
nomen, waarover de ambtenaar, bedoeld in artikel 6, lid
tezamen met de administrateur, kan beschikken.
2. Cheques mogen slechts worden gebezigd voor betalingen aan
niet bij de postcheque- en girodienst aangeslotenen;
het gebruik van cheques aan toonder is verboden.
Artikel 11.
1. Voor een bedrijf of voor een groep van bedrijven wordt bij
de gemeente-ontvanger een rekening-courant geopend. Voor de
betalingen, door de gemeente-ontvanger ten laste van deze
rekening-courant te boeken, worden geen bevelschriften tot
betaling afgegeven.
2. De middelen, benodigd voor betalingen ten laste van het be
drijf, kunnen bij de gemeente-ontvanger of van een ten name
van de gemeente staande rekening bij een bankinstelling wor
den opgenomen op een schriftelijke tot de gemeente-ontvanger
gerichte aanvrage van de ambtenaar, bedoeld in artikel 6,
lid 2, voor accoord getekend door de administrateur.
3» Voor in rekening-courant gestorte en opgenomen bedragen
wordt tussen de gemeente en een bedrijf of een groep van
bedrijven rente verrekend naar een percentage, hetwelk de
gemeente voor tijdelijke belegging van kasgelden geniet of
voor tijdelijk opgenomen kasgelden verschuldigd is.
Artikel 12.
De kassier of de andere daarvoor door burgemeester en wethouders
aangewezen ambtenaar draagt zorg, dat, zodra meer dan een door
burgemeester en wethouders te bepalen bedrag in kas en/of op de
rekening van een bedrijf of van een groep van bedrijven bij de
postcheque- en girodienst beschikbaar is, dit meerdere, voor
zover niet voor onmiddellijke betaling benodigd, onverwijld in
ronde sommen van f. 100,-- wordt gestort in rekening-courant
bij de gemeente-ontvangerop door burgemeester en wethouders
te bepalen wijze.
Artikel 13.
1. De gemeente verstrekt aan een bedrijf het kapitaal, hetwelk
nodig is voor de financiering van vaste bezittingen en van
voorraden.
2. Elk bedrijf vergoedt over het verstrekte kapitaal telkenjare
aan de gemeente rente naar het door de gemeente voor de fi
nanciering van haar kapitaalsuitgaven berekende gemiddelde
rentepercentage
Artikel 14*
1. De afschrijvingen geschieden volgens een door de gemeente
raad vast te stellen tabel, waarin de jaarlijkse afschrij
ving is vermeld voor elke bezitting of voor elke groep
van bezittingen, in procenten van de aanschaffingswaarde
en eventueel van de kosten van verbetering of uitbreiding,
voor zover deze ten laste van de kapitaalsrekening zijn
gebracht. In afwijking van het voorgaande kan, in daartoe
aanleiding gevende gevallen, de afschrijving op zodanige
wijze geschieden, dat jaarlijks een bedrag wordt afge
schreven, gelijk aan het aflossingsbestanddeel van een
daartoe berekende annuïteit.
f A.\» A