Artikel 29-
1. Indien gronden, welke bij het grondbedrijf zijn ingebracht,
in erfpacht worden uitgegeven, blijven deze in het bedrijf.
2. Indien gronden, welke bij het grondbedrijf zijn ingebracht,
worden bestemd voor gemeentelijke woningbouw, voor andere
gemeentelijke bedrijven of voor het stichten van gebouwen
ten behoeve van de openbare dienst, kan dat deel in gebruik
worden gegeven tegen betaling aan het grondbedrijf van een
jaarlijkse vergoeding, welke wordt gebaseerd op de bereke
ning van de door particulieren bij erfpachtsuitgifte te be
talen canon.
Deze handeling wordt beschouwd als een erfpachtsuitgifte in
de zin dezer verordening.
3. Verschillen tussen de boekwaarde van de grond en de waarde,
waarvan is uitgegaan bij de vaststelling van de erfpachts-
canon of van de gebruiksvergoedingworden overgeboekt op de
rekening meerwaarde bij uitgifte. De rente over deze reke
ning wordt, naar het percentage als bedoeld in artikel 13,
lid 2, aan de in artikel 26, lid 2, genoemde reserve toege
voegd.
Artikel 30.
De bij het in werking treden dezer verordening bestaande meer
waarde bij inbreng wordt beschouwd als vrij kapitaal van de
gemeente
HOOFDSTUK IV.
Bijzondere bepaling voor het electriciteitsbedrijf.
Artikel 31»
Het voordelige exploitatiesaldo van het electriciteitsbedrijf
wordt, voor zover dit een bedrag van f. 275*000,-- overtreft,
gereserveerd
HOOFDSTUK V.
Slotbepaling.
Artikel 32 -
1. Deze verordening wordt, behoudens het bepaalde in lid 2,
geacht in werking te treden op 1 Januari 1954*
2. De bepalingen van deze verordening, die betrekking hebben
op het grondbedrijf, worden geacht in werking te treden
op 1 Januari 1953*
3. Met ingang van de in lid 1 en lid 2 genoemde tijdstippen
vervalt de verordening
a. op het beheer der gemeentelijke gasfabriek, vastgesteld
bij raadsbesluit van 23 Augustus 1910 (Gemeenteblad
no. 30) laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van
15 December 1937 (Gemeenteblad 1938, no. 2), goedge
keurd door gedeputeerde staten bij besluit van 29 Decem
ber 1937, no. 17;
b"
b. op het beheer van het gemeentelijk electriciteitsbedrijf
vastgesteld bij raadsbesluit van 16 April en 4 Juni 1912
(Gemeenteblad no. 14), laatstelijk gewijzigd bij raads
besluit van 21/26 Juli 1937 (Gemeenteblad no. 32), goed
gekeurd door gedeputeerde staten bij besluit van 8 Sep
tember 1937, no. 127;
c. op het beheer van gemeentewerken, vastgesteld bij raads
besluit van 27 Juli 1920 (Gemeenteblad no. 10)laatste
lijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 Juli 1925 (Gemeente
blad no. 36)goedgekeurd door gedeputeerde staten bij
besluit van 11 September 1925, no. 98;
d. op het beheer der gemeentereiniging, vastgesteld bij raads
besluit van 13/27 Januari 1920 (Gemeenteblad no. 14
laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 Juli 1925
(Gemeenteblad no. 38)goedgekeurd door gedeputeerde sta
ten bij besluit van 11 September 1925, no. 98;
e. op het beheer van het openbaar slachthuis, vastgesteld
bij raadsbesluit van 10 Februari 1925 (Gemeenteblad no.9),
gewijzigd bij raadsbesluit van 22 Januari 1929 (Gemeente
blad no. 9), goedgekeurd door gedeputeerde staten bij be
sluit van 6 Februari 1929, no. 48;
f. op het gemeentelijk grondbedrijf, vastgesteld bij raads
besluit van 27 Juli 1920 (Gemeenteblad no. 20)laatste
lijk gewijzigd bij raadsbesluit van 7 December 1925;
g. op het gemeentelijk woningbedrijf, vastgesteld bij raads
besluit van 27 Juli 1920 (Gemeenteblad no. 21), laatste
lijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 Juni 1921 (Gemeente
blad no. 32), goedgekeurd door gedeputeerde staten bij be
sluit van 28 Juli 1921, no. 71.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade
ring van
Voorzitter.
Secretaris.