Op grond van het vorenstaande geven wij IJ in overweging te
besluiten overeenkomstig het hierna volgende ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester
T. Bakker Secretaris.
No. 13753.
IE BAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11
November 1954 (bijlage no. 234
BESLUIT
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1953 werkelijk
heeft uitgegeven voor de kosten, bedoeld in artikel 55 bis
der Lager-onderwijswet 1920, voorlopig vast te stellen op
f. 13.645»57 voor de school voor zwakzinnigen en op
f. 3«234»99 voor de school voor schipperskinderen;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 32 van
het "Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949" per leerling
bepaalde bedrag in verband met het gemiddelde aantal leer
lingen der scholen over 1953 beschikbaar is gesteld voor de
sub a bedoelde uitgaven, voorlopig vast te stellen op:
1. 182 x f. 75»92 f. 13.817»44 voor de school voor zwak
zinnigen;
2. 42 x f. 76,64 f. 3.218,88 voor de school voor schippers
kinderen;
c. het verschil tussen de sub a en b bedoelde bedragen voorlopig
vast te stellen als volgt:
hot bedrag sub a voor de school voor zwakzinnigen is f. 171»87
minder dan het bedrag sub b voor die school;
het bedrag sub a voor de school voor schipperskinderen is f. 16,11
meer dan het bedrag sub b voor die school.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verzonden 11 November 1954.
Vaststelling kostenbedrag bedoeld in artikel 55ter der Lager-
onderwi jswet 1920 over 1953
Bijlage no.235. Leeuwarden, 11 November 1954.
Aan de Gemeenteraad
Ingevolge artikel 55ter, le lid der lager-onderwi jswet
1920 moet voor 1 December e.k. door de gemeenteraad voorlopig
worden vastgesteld
a. het bedrag, dat de gemeente voor de openbare lagere scholen,
onderscheidenlijk voor gewoon, voortgezet gewoon en uitge
breid lager onderwijs, in 1953 heeft uitgegeven ter bestrij
ding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en
met h en p der wet, alsmede die van instandhouding, met dien
verstande, dat deze, voor zover betreft de kosten voor het aan
schaffen van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften,
bedoeld in artikel 55, onder f, alleen in aanmerking komen,
indien deze aanschaffing gestrekt heeft tot vervanging van
leer- en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik
niet meer gebruikt kunnen worden, of tot aanvulling van de
voorraad van schoolbehoeften in verband met de vermindering
door verbruik;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55bis
per leerling bepaalde bedrag, in verband met het aantal leer
lingen van de openbare scholen, voor 1953 beschikbaar was ge
steld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder
b, het bedrag van het verschil.
Met behulp van de cijfers, genoemd in de gemeenterekening
over 1953, is de volgende berekening ongemaakt:
1.0.
v.g.l.0.
u.10
Kosten van instandhouding
van schoollokalen, alsmede
van terreinen voor het on
derwijs in lichamelijke
oefening
38.015,58
9.028,22
8.512,40!
Onderhoud van schoolmeu-
belen, aanschaffen en on
derhouden van schoolboeken,
leermiddelen en schoolbe-
hoefte n
54.841,93
6.972,51
13.499,34
Verlichtingverwarming en
(Schoonhouden van schoolge
bouwen
93.695,30
16.049,58
26.927,12!
Kosten van schoolbibliothe
ken
2.290,67
600,01
846,99
(Andere uitgaven, ter verze-
ikering van de goede gang
1.419,68
van het onderwijs
9.921,39
1.636,87
198.764,87
34.287,19
51.205,53
"De