De uitgaven voor het openbaar gewoon lager, voortgezet
gewoon lager en uitgebreid lager onderwijs moeten nog worden
verminderd met onderscheidenlijk f. 8.547,06, f. 349,10 en
f.7.369,16 wegens opbrengst voortvloeiende uit de verhuur
van schoollokalen voor particuliere lessen of voor andere
inrichtingen van onderwijs, alsmede met de kosten van ver
lichting, verwarming enz., komende ten laste van de middel
bare handelsavondschool en het in gemeenteschool no.4 onder
gebrachte bureau van de schoolartsen.
Het juiste kostenbedrag van het openbaar onderwijs be
droeg dus over 1953:
a. voor het gewoon lager onderwijs:
f.198.764,87 - f.8.547,06 f.190.217,81;
b. voor het voortgezet gewoon lager onderwijs:
f.34.287,19 - f.349,10 f.33-933,09;
c. voor het uitgebreid lager onderwijs:
f.51.205,53 - f.7.869,16 f.43.336,37.
Het krachtens artikel 55bis der lager-onderwijswet 1920
beschikbaar gestelde bedrag is voor het jaar 1953 vastgesteld
op f.38,40 voor het gewoon lager, op f.53,18 voor het voort
gezet gewoon lager en op f.45,26 voor het uitgebreid lager
onderwi js
Het gemiddeld aantal leerlingen voor het openbaar ge
woon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs heeft
voor 1953 bedragen respectievelijk 4997 1/3, 559 1/3 en
945 2/3.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging
te besluiten overeenkomstig het hierna volgende ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 13 November 1954.
No. 13754.
DE RAAD DER (JE RENTE LLEUo ARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
11 November 1954 (bijlage no.235);
BESLUIT:
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1953 werkelijk
heeft uitgegeven voor de kosten, bedoeld in artikel 55bis
der Lager-onderwijswet 1920, voorlopig vast te stellen op
f.190.217,81 voor het gewoon lager, op f.33.933,09 voor
het voortgezet gewoon lager en op f.43.336,37 voor het
uitgebreid lager onderwijs;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55bis
per leerling bepaalde bedrag, in verband met het gemiddeld
aantal leerlingen der scholen over 1953 beschikbaar is ge
steld voor de sub a bedoelde uitgaven, voorlopig vast te
stellen op:
4997 1/3 x f.39,40 f.191.397,60 voor het gewoon lager
onderwijs
559 1/3 x f.53,18 f.29.745,35 voor het voortgezet ge
woon lager onderwijs;
945 2/3 x f.45,26 f.42.800,87 voor het uitgebreid lager
onderwijs;
c. het verschil tussen de sub a en b bedoelde bedragen voor
lopig vast te stellen als volgt:
het bedrag sub a voor het gewoon lager onderwijs is f.1.679,79
minder dan het bedrag sub b voor dat onderwijs;
het bedrag sub a voor het voortgezet gewoon lager onderwijs
is f.4.192,74 meer dan het bedrag sub b voor dat onderwijs;
het bedrag sub a voor het uitgebreid lager onderwijs is
f.535,50 meer dan het bedrag sub b voor dat onderwijs.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.