Gedurende de tijd, dat de onder I bedoelde overeenkomst niet kan worden gesloten, omdat de Provinciale Staten nog niet hebben besloten de onaer I, sub 2, vermelde ver bintenis voor de provincie aan te gaan met de Gemeente Tiet jerksteradeel en andere Gemeenten in de provincie Friesland, wier Raden een gelijksoortig besluit hebben genomen, een overeenkomst aan te gaan, waarbij wordt overeengekomen als volgt: 1. De Gemeente Tietjerksteradeel verbindt zich, onder afstand van alle rechten en voorrechten, door de wet aan borgen toegekend, als borg voor de betaling van rente, aflossing en t xtra rente en kosten en voor de nakoming van overige voorwaarden van een of meer door de "Stichting tot huisvesting en verzorging van hen, die bijzondere hulp behoeven", gevestigd te Leeuwarden, ten behoeve van de bouw en de inrichting van een rust- verpleeghuis te Woordbergum, te sluiten geldle ning(en) tot een totaalbedrag van ten hoogste f,3.800.000, en voor zover dit niet van rijkswege zal geschieden, af te lossen in 4-0 jaren te-gen een rente en koers en onder zodanige voorwaarden als op het (de) tijdstip (pen), waarop de lening (en) wordt (worden) gesloten, in overeenstemming zijn met de dan geldende van re geringswege gegeven richtlijnen voor het aangaan van geldleningen door publiekrechtelijke lichamen, tegen verkrijging door de gemeente Tietjerksteradeel van eerste hypotheek op gebouwen of terreinen van het te stichten rust-verpleeghuis; 2..de deelnemende gemeenten verbinden zich, indien de gemeente Tietjerksteradeel krachtens de door haar verleende garantie betalingen heeft moeten verrich ten, op eerste aanmaning aan de gemeente Tie-1jerkste- radeel gezamenlijk terug te betalen 75$ van de door de gemeente Tie t je rksteradeel betaalde bedragen, met dien verstande, dat het door elk der deelnemende ge meenten verschuldigde bedrag wordt berekend naar ver houding van he m aantal inwoners dier gemeente cp 1 Januari van het jaar, waarin, krachtens de garantievtrklaringom schreven onder 1, betalingen hebben plaats gevonden, tot het aantal inwoners van alle gemeenten, welke aan deze overeenkomst hebben deelgenomen, op dat tijdstip; 3. de gemeente Tietjerksteradee 1 verbindit zich, indien zij te eniger tijd, in welke vorm dan ook, baten geniet terzake van de door haar krachtens de verleende borg stelling vt rrichte betalingen, een evenredig deel daar van, op de basis als onder 2 omschreven, uit te keren aan de deelnemende gemeenten, welke terugbetalingen hebben gedaan. Burgemeester en Wethouders te machtigen de nadere voor waarden en bedingen, waaronder de onder I en II bedoel de overeenkomsten zullen worden gesloten, vast te stel le n. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Wethouders jaarwedden. Bijlage no. 245. Leeuwarden, 25 November 1954. Aan de Gemeenteraad. Bij mijn schrijven van 6 Juni 1953 (bijlage no. 116) gaf ik Uw Raad in overweging aan Gedeputeerde Staten dezer provincie me de te delen, dat naar Uw mening de regeling van de jaarwedden van de wethouders in de gemeente Leeuwarden niet meer bevredigend is en dat deze naar Uw oordeel dienden te worden bepaald op f. 6600,-, vermeerderd met een kindertoelage volgens de geldende Rijksrege ling voor ambtenaren. Met zodanige regeling zou aansluiting wor den verkregen aan de toen geldende normen voor de met Leeuwarden vergelijkbare gemeenten, te weten die met een inwonertal van 80.000 tot 100T000. In afwijking van mijn voorstel heeft U gemeend te moeten be sluiten Gedeputeerde Staten in overweging te geven de jaarwedden van de wethouders te stellen op f. 6240,--, vermeerderd met kin dertoelage Blijkens hun besluit, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 2 2 Februari 1954, opgenomen in Provinciaal blad 1954, no. 22, hebben Gedeputeerde Staten de jaarwedden, gerekend van 1 Septem ber 1953 af, bepaald op f. 6500,--, benevens een kindertoelage overeenkomstig de bepalingen, welke te dien aanzien gelden voor de burgerlijke rijksambtenaren. Sedert de totstandkoming van de geldende jaarwedde re ge ling voor de wethouders heeft tot tweemaal toe een algemene loonsver hoging plaats gevonden, te weten 5% bij de algemene loonronde van 1 Januari 1954 en 6% bij die van 1 October j.l. Aangenomen mag worden, dat de motieven voor deze loonronden niet alleen golden voor de lonen in enge zin, doch dat deze uiter aard ook gelden voor alle salarissen in ruime zin. Het is mij bekend, dat verschillende colleges van Gedeputeer de Staten de salarissen van de wethouders in hun provincies heb ben herzien en dat de desbetreffende besluiten de Koninklijke goedkeuring hebben verkregen. Blijkens een publicatie in het or gaan van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kunnen de norro- jaarwedden van de wethouders in de gemeenten, behorende tot de groep van 80.000 tot 100.000 inwoners, thans op f. 8500,a f. 8800,-- worden gesteld. Het wil mij voorkomen, dat de wethouderswedden, mede in ver band met de plaats gehad hebbende loonronden, behoren te worden herzien. Aangezien Uw Raad nog geen 1-g- jaar geleden zonder iiadere motivering heeft geoordeeld, dat van de geldende normen niet onbelangrijk naar beneden behoorde te worden afgeweken, meen ik U thans in over weging te moeten geven te besluiten om aan Gedeputeerde Staten dezer provincie mede te delen, dat naar Uw mening de jaarwedden van de wethouders in verband met de plaats gehad hebbende loonron den dienen te worden bepaald op rond f. 7260,--, dit is (f.6500,-- 56%, exclusief de kindertoelage. De Burgemeester van Leeuwarden, A.A.M. van der Meuien. Verzonden 1 December 1954.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1954 | | pagina 340