nigen en op f. 76,88 voor de school voor schipperskinderen.
Het gemiddelde aantal leerlingen van de beide hiervoren
genoemde inrichtingen van onderwijs heeft over 1 952 bedragen
respectievelijk 185 en 38.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging
te besluiten overeenkomstig het hierna volgende ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Ifeulen, Burgemeester.
T.Bakker, Secretaris.
Verzonden 16 Januari 1954.
No.329.
BS RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11
Januari 1954 (bijlage no. 2);
BESLUIT:
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1952 werkelijk
heeft uitgegeven voor de kosten, bedoeld in artikel 55bis der
Lr:ger-onderwijswet 1920, voorlopig vast te stellen op
f. 1 5.328,04 voor de school voor zwakzinnigen en op f.3214,51
voor de school voor schipperskinderen;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 32 v§n
het "Be sluit buitengewoon lager onderwijs 1949" per leerling
bepaalde bedrag in verband met het gemiddelde aantal leerlin
gen der scholen over 1952 beschikbaar is gesteld voor de sub
a bedoelde uitgaven, voorlopig vast te stellen op:
1. 185 x f. 79,26 f. 1 4.663,10 voor de school voor zwak
zinnigen;
2. 38 x f. 76,88 f. 2921,44 voor de school voor schippers
kinderen;
0. het verschil tussen de sub a en b bedoelde bedragen voorlopig
vast te stellen als volgt:
het bedrag sub a voor de school voor zwakzinnigen is
f. 664,94 meer dan het bedrag sub b voor die school;
het bedrag sub a voor de school voor schipperskinderen is
f. 293,07 meer dan het bedrag sub b voor die school.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.