s
,T>:
Ai- a
Afgifte noodzakelijkheidsverklaring stichting Kunstnijverheids
school te Leeuwarden.
Bijlage no. 45 Leeuwarden, 24 Maart 1954.
Aan de Gemeenteraad.
In zijn vergadering van 28 Januari 1953 stelde Uw Raad
om prae-advies in onze handen een verzoek van een zevental
adressanten uit de kringen van het ambacht, de bouwkunst en
het vreemdelingenverkeer om een onderzoek in te stellen naar
de wenselijkheid en bestaansmogelijkheid van een kunstnijver
heidsschool te Leeuwarden.
Alvorens ons hieromtrent een oordeel te kunnen vormen,
was het uiteraard nodig met verschillende instanties contact
op te nemen. Hiertoe hebben wij ons in de eerste plaats in
verbinding gesteld met het bestuur van de Stichting "Fryske
Ambachts- en PolkskunstM. Reeds bij schrijven van 9 Februari
1953 deelde dit bestuur mede, dat het op de in zijn schrijven
ontwikkelde gronden van mening is, dat er ernstig naar dient
te worden gestreefd om te komen tot oprichting van een kunst
nijverheidsschool in Friesland met als plaats van vestiging
Leeuwarden. Voorts schrijft genoemd bestuur, dat was gebleken,
dat het bestuur van de Friese Kunstnijverheidsschool, welke,
zoals U bekend zal zijn, in Leeuwarden is gevestigd, van harte
de plannen, welke in het aan Uw Raad gezonden adres zijn ont
wikkeld, ondersteunt en zeker tot medewerking bereid zal zijn.
Een en ander was voor ons College aanleiding, reeds in
Februari 1953, een schrijven te richten tot het bestuur der
Vereniging voor Middelbaar Technisch- en Ambachts on de rwi js al
hier, met verzoek ons te willen inlichten over de vraag, hoe
elders het hier bedoelde schooltype tot stand kwam en welke
mogelijkheden naar zijn mening in de Friese hoofdstad aanwezig
zijn te achten. Voorts legden wij genoemd bestuur de vraag voor,
of de vereniging eventueel niet het orgaan zou kunnen zijn,
waarmee de gemeente dan ingevolge de bepalingen van de Nijver
heidsonderwijswet zou kunnen samenwerken. Het leek ons in dit
verband wenselijk, tegelijkertijd de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen over de stand van zaken in te lichten.
In het desbetreffende schrijven hebben wij o.m. de verwachting
uitgesproken- dat een verzoek om subsidie, ingevolge de bepa
lingen van de Nijverheidsonderwijswet, binnen niet te lange
tijd zou worden ingediend.
In Juni 1953 berichtte het bestuur der vereniging voor Mid
delbaar Technisch- en Ambacht son de rwi jsdat de wenselijkheid en
mogelijkheid van de stichting van een kunstnijverheidsschool te
Leeuwarden, achtereenvolgens in twee bestuursvergaderingen en
in een vergadering van een uit dit bestuur gevormde onderwijs
commissie een punt van bespreking had uitgemaakt. Onder opgave
van de in Nederland bestaande kunstnijverheidsscholen, gaf het
bestuur als zijn oordeel te kennen, dat het aanbeveling zou
verdienen de Friese kunstzin weer te stimuleren en aan de be
oefenaren hiervan mogelijkheden te bieden om zich in deze rich
ting te bekwamen. Men vond dit vooral van betekenis, daar van
oudsher de bevolking van Friesland veel belangstelling voor
kunst en in het bijzonder voor kunstnijverheid heeft gehad.
De mogelijkheden om tot een levensvatbare kunstnijverheids
school te komen, zijn volgens het bestuur in Leeuwarden in bij
zondere mate aanwezig.
"Wanneer"
7 i