Wanneer men alleen maar let op de hier aanwezige prachtige
bibliotheken en vermaarde musea, is dit zonder meer duidelijk.
Wij kunnen geheel de opmerking van genoemd bestuur onder
schrijven, dat,indien er in de provincie Friesland een kunst
nijverheidsschool ware op te richten, Leeuwarden als provinci
aal centrum ongetwijfeld de meest aangewezen plaats van vesti
ging zou zijn.
Het bestuur is blijkens zijn schrijven evenwel van oordeel,
dat uit hoofde van allerlei in zijn schrijven genoemde omstan
digheden het vooralsnog niet raadzaam lijkt, dadelijk met een
dagschool te beginnen. Er wordt dan ook in overweging gegeven
om zeer bescheiden een aanvang te maken met een avondschool en
voorts deze zaak langzamerhand naar gebleken behoefte te laten
groe ien.
In een op 28 October 1953 ontvangen brief deelt het be
stuur van de Vereniging voor Middelbaar Technisch- en Ambachts-
onderwijs ons verder mee, zich nader te hebben georiënteerd
met betrekking tot de mogelijkheid van een kunstnijverheids-
avondschool, welke dan een afdeling zou kunnen vormen van de
van de vereniging uitgaande Middelbare Technische school.
Uit door de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Weten-
schappen verstrekte inlichtingen bleek, dat bij een aanvraag
voor rijkssubsidie o.m. moet worden opgegeven het aantal leer
lingen,dat, naar wordt verwacht, de school zal bezoeken. Aan
gezien dit voor het bestuur een moeilijk punt bleek, heeft dit
ons College verzocht, die opgave te verstrekken.
Wij hebben gemeend ons voor een schatting van het aantal
leerlingen te moeten richten tot het bestuur der alhier geves
tigde Friese Kunstnijverheidsschool. Zeer tot onze spijt heeft
het verstrekken van de door ons gevraagde gegevens nogal tijd
gevorderd, zodat wij eerst op 4 Maart 1954 de gevraagde inlich
tingen ontvingen. Tot onze voldoening konden wij evenwel uit
de overgelegde staat van leerlingen de conclusie trekken, dat
de belangstelling voor de door de school gegeven cursussen zeer
bevredigend is te noemen. Zo zijn er bijvoorbeeld in het cur
susjaar 1953/1954 niet minder dan 137 cursisten. Dat dit aantal
nog niet veel groter is, wijt het bestuur aan de zeer beperkte
geldmiddelen. Bij een eventueel te ontvangen overheidssubsidie
kunnen er volgens het bestuur dan ook veel grotere resultaten
worden bereikt.
Na het verkrijgen van deze gegevens hebben wij, om nu
spoedig tot een conclusie te kunnen komen, op 16 Maart j.l. een
samenkomst belegd, waarbij aanwezig waren vertegenwoordigers
van ondertekenaars van het aan Uw Raad gezonden adres, vertegen
woordigers van het bestuur der Vereniging voor Middelbaar Tech
nisch- en Ambachtsonderwi jsen van de Friese Kunstnijverheids
school, de Wethouder van Onderwijs en de Voorzitter van ons
College. Op deze bijeenkomst kwam vast te staan, dat men unaniem
van oordeel was, dat de oprichting van een kunstnijverheids
school te Leeuwarden in een gebleken behoefte zou voorzien. Om
verschillende redenen meende men evenwel voorlopig met een
avondschool met beperkt leerprogramma te moeten volstaan. Staan
de de vergadering werd namens het bestuur der Vereniging voor
Middelbaar Technisch- en Ambachtsonderwi js meegedeeld, dat dit
bestuur aan zijn vroeger reeds aangekondigd voornemen om bij
de gemeenteraad een noodzakelijkheidsverklaring volgens de be
palingen van de Nijverheidsonderwijswet aan te vragen gevolg
zou geven.
Deze aanvrage is thans bij Uw Raad ingediend.
"Adressant"
Adressant deelt mee, voornemens te zijn, aan de onder zijn
bestuur staande Middelbare 'Technische School een Middelbare
Kunstnijverheidsavondschool te verbinden. Aan deze school zul
len, met de hierbij behorende vakken, worden onderwezen het
schilderen, het boetseren en de vormgeving. De aanduiding middel
baar heeft kennelijk tot doel vast te stellen, dat gelegenheid
zal worden gegeven voor opleiding tot een leiding gevend of
zelfstandig beroep. In dit verband moge worden opgemerkt, dat in
de Nijverheidsonderwijswet duidelijk onderscheid is gemaakt
tussen middelbaar- en lager vakonderwijs. Bij de behandeling
van het wetsontwerp heeft de Minister in zijn memorie van ant
woord dit aldus toegelicht:
"Het middelbaar onderwijs,in de zin van dit wetsontwerp, zal de
kennis moeten verschaffen voor patroons, bedrijfsleiders, op
zichters, tekenaars, in één woord voor allen, die geacht kun
nen worden door hun kennis in staat te zijn leiding te geven
aan de onder hen arbeidende lieden en het ontwerp van de boven
hen geplaatsten te kunnen uitvoeren, uitwerken, detailleren en
berekenen, of zelfstandig als patroon in het een of ander be
drijf te zullen optreden.
Het lager onderwijs is bestemd voor hen, die daarin de
practische en theoretische opleiding zoeken als gezel in am
bacht of handwerk".
Een nauwkeurige opgave van het aantal te verwachten leer
lingen is in dit stadium moeilijk te geven. Uitgaande van het
aantal leerlingen van de Friese Kunstnijverheidsschool, dat
thans 137 bedraagt, wordt bij een voorzichtige schatting naar
een percentage van 15 a 20, een aantal leerlingen van ongeveer
25 verkregen. Gegeven voorts de wenselijkheid van een centrale
ligging van de plaats van vestiging, mag voor Leeuwarden met
zijn centrale ligging en uitstekende verbindingen, zowel voor
leraren als leerlingen, voor uit de provincie komenden, zeker
op een verhoging van het aantal leerlingen met 10 a 15 worden
gerekend. Een behoedzame schatting geeft ons mitsdien een aan
tal van 35 a 40 leerlingen.
Adressant heeft ons voorts de gegevens verstrekt voor de
bij de stukken gevoegde begroting van kosten. Deze is gebaseerd
op een aantal leerlingen als hiervoor is aangegeven; 25$ van de
netto kosten komen ten laste van de gemeente, terwijl voor de
elders wonenden naar 15$ (drie vijfde) op de buitengemeenten
mag worden verhaald.
Tenslotte delen wij nog mede, dat van het bestuur der
Friese Kunstnijverheidsschool een adhaesiebetuiging is ingeko
men, welke bij de stukken ter inzage is gelegd.
Op grond van het vorenstaande zijn wij van oordeel, dat de
aangevraagde noodzakelijkheidsverklaring door Uw Raad behoort
te worden gegeven.
Onder overlegging van de op deze aangelegenheid betrekking
hebbende stukken geven wij U mitsdien in overweging te beslui
ten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden, 27 N&art 1954.