No. 5282. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 Mei 1954 (bijlage no. 71); BESLUIT: de gemeente neemt om niet in eigendom over van: I. de Stichting Gezondheidsdienst voor Vee in Friesland, Kruis straat 43, alhier, de grond van de voor het voormalige per ceel Gedempte Keizersgracht no. 52 gelegen stoep, deel uitma kende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie B, no. 3904; II» Albertus Cornelis Westerbaan, Vredeman de Vriesstraat 42, al hier, de grond van de vóór het perceel Kruisstraat 27 gelegen stoep, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, sectie B, no. 536; III. Pieter Rintje Wiersma, Kruisstraat 29, alhier, de grond van de voor het perceel Kruisstraat 29 gelegen stoep, deel uitma kende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie B, no.537, zulks onder de volgende voorwaarden: a. de grond wordt overgedragen met alles, wat daarop of daar in aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaar heden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek; b. wanneer ten gevolge van trottoiraanleg werkzaamheden nodig zijn aan: I. de gevel van het op het perceel kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, sectie B, no. 3904, gebouwde perceel; II. de gevel van het perceel Kruisstraat 27; III. de gevel van het perceel Kruisstraat 29, geschieden deze door en voor rekening van de gemeente; c. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van'de akte van overdracht; d. alle lasten van de grond komen vanaf die dag voor rekening van de gemeente; e. de vervreemder is tot geen andere vrijwaring gehouden dan die wegens uitwinning; f. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; g. alle op de overdracht vallende kosten komen voor rekening van de gemeente Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Beroepschrift oouw- en aannemersbedrijf "Het Noorden". Bijlage no. 72. Leeuwarden, 4 Mei 1954- Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 22 April j.l. stelde U in onze handen om prae-advies het beroepschrift van het bouw- en aannemersbedrijf "Het Noorden", tegen ons besluit van 22 Maart 1954, no.850/53, tot weigering van de vergunning voor het bouwen van 19 woningen plus 2 garages op een terrein, gelegen in het verlengde van de Aert van der Neerstraat. Ten aanzien van dit beroepschrift delen wij U het vol gende mede. Ingevolge artikel 6, tweede lid, der Woningwet moet een bouwvergunning onder andere worden geweigerd, als het bouwplan afwijkt van een goedgekeurd plan van uitbreiding, of niet wordt voldaan aan de voorschriften van de Bouwver ordening. Is een herziening van een uitbreidingsplan ter inzage gelegd, dan wordt de beslissing aangehouden, totdat de herziening onherroepelijk is geworden, tenzij er andere redenen zijn om de vergunning te weigeren. Het laatste geval doet zich hier voor. Het terrein, waar de woningen zijn geprojecteerd, ligt in het gedeelte van het uitbreidingsplan van Leeuwarderadeel, dat bij Uw besluit van 14 October 1953, bijlage no. 207, is herzien. Deze herziening is nog niet onherroepelijk geworden, aange zien Gedeputeerde Staten hun beslissing omtrent de goedkeu ring van Uw besluit nog niet hebben genomen. Mitsdien zou de beslissing op het verzoek om bouwvergunning moeten zijn aangehouden, ware het niet, dat een andere reden ons de verplichting heeft opgelegd de gevraagde vergunning te wei geren. Ingevolge artikel 25 der Bouwverordening mag name lijk geen woning of gebouw worden opgericht, anders dan aan een weg, die voldoet aan de eisen, bij of krachtens deze verordening gesteld. Het terrein, waarop adressant wil bou wen, is nog niet ontsloten; de wegen, die zullen leiden naar dit terrein en de weg, waaraan de woningen zullen wor den gebouwd, zijn nog niet aangelegd. Uitvoering van het bouwplan zou derhalve in strijd komen met het bepaalde in artikel 25, juncto artikel 11, van de ter plaatse geldende Bouwverordening, zodat de gevraagde vergunning ingevolge artikel 6, lid 2, onder c, van de Vfoningwet moest worden geweigerd. Een andere beslissing is hier niet mogelijk. Aanleg van deze straten is ook niet mogelijk, omdat de daarvoor benodigde gronden niet alle eigendom van de ge meente zijn. Los van de weigering van de bouwvergunning staat boven dien, dat adressant niet de beschikking heeft over het ter rein, waarop de woningen zijn geur0jecteerd en het hem be kend is, dat hij over deze gronden ook niet de beschikking kan krijgen, daar het terrein behoort tot een complex grond, dat nog niet voor uitgifte in erfpacht vatbaar is. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging, het ingestelde beroep ongegrond te verklaren en bieden U hiertoe het navolgend ontwerp-besluit aan. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Heulen, Burgemeester. J.Hooij, 1-Secretaris Verzonden 8 Mei 1954-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1954 | | pagina 94