Wo. 5283.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkende op het beroep van het bouw- en aannemers
bedrijf "Het Noorden" tegen het besluit van burgemeester en
wethouders van 22 Maart 1954, no. 850/53, tot weigering van
de vergunning voor het bouwen van 19 woningen plus twee ga
rages op een terrein, gelegen in het verlengde van de Aert
van der Neerstraat;
Gelezen het advies van burgemeester en wethouders van
4 Mei 1954 (bijlage no. 72);
Gelet op artikel 25, juncto artikel 11,van de Bouwver
ordening en artikel 6 der Woningwet;
BESLUIT;
het ingestelde beroep ongegrond te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verordening ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Winkel
sluitingswet 1951.
Bijlage no. 73- Leeuwarden, 7 Mei 1954-
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend is, zullen in de week van 24 tot en met
29 Mei a.s. hier ter stede talrijke festiviteiten worden ge
organiseerd in verband met de in die week plaats vindende
opening van het Kunstcentrum en het Pier Pander-museum in de
Prinsentuin en het dit jaar in Leeuwarden te houden congres
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
In verband met de te verwachten grote drukte en de aan
wezigheid van vele bezoekers van elders, heeft de Leeuwarder
Middenstandsraad zich, mede op aandrang van de winkeliers
verenigingen in het centrum der stad, tot ons gewend met het
verzoek om te bevorderen, dat gedurende deze week ontheffing
wordt verleend van de verplichte winkelsluiting, met dien
verstande, dat deze ontheffing zal gelden op Dinsdag 25 Mei,
wanneer de historische optocht wordt gehouden, van 20 tot 22
uur, en op de overige dagen van 18 tot 22 uur. Tevens wordt
gevraagd om ontheffing van de verplichte halve-dag-sluiting
voor de daaronder vallende groepen van winkels, waarvoor in
aanmerking komen de Maandag- en de Woensdagmiddag.
Naar het ons wil voorkomen, bestaat er aanleiding cm aan
het verzoek tegemoet te komen door gebruikmaking van de in
artikel 11, eerste lid, van de Winkelsluitingswet 1951 aan de
gemeenteraden toegekende bevoegdheid (de z.g. 21 dagen-rege-
ling)zulks ondanks de omstandigheid, dat de Afdelingsunie
Leeuwarden van de Bedrijfsunie van samenwerkende handels- en
kantoorbedienden, in afwijking van vorige malen, zich in die
zin heeft uitgesproken, dat het verzoek tot ontheffing niet
kan worden ondersteund.
Gezien het feit, dat de gemeente in de genoemde week in
het middelpunt van de belangstelling zal staan en de winke
liers zich in verband hiermede zeer veel moeite en kosten ge
troosten om tezamen met het gemeentebestuur de stad een zo
attractief mogelijk aanzien te geven door middel van etalage-
versiering, feestverlichting cn straatversiering, zijn wij
van oordeel, dat het algemeen stadsbelang in deze ware te doen
praevaleren. Hierdoor wordt bevorderd, dat de binnenstad in
die week op gepaste wijze een zo levendig mogelijke indruk
maakt. Zouden de winkels des avonds gesloten zijn, dan zou de
verlevendiging van het stadsbeeld daaronder ongetwijfeld lij
den. Bovendien zijn wij van oordeel, dat de door de Afdelings
unie geuite bezwaren niet van dien aard zijn, dat voortgezet
overleg met de werkgeversorganisaties hier niet tot een voor
beide partijen bevredigende regeling zou kunnen leiden.
Gelet op het vorenstaande, geven wij U in overweging, het
verzoek van de Leeuwarder Middenstandsraad in te willigen en
daarbij de ontheffing, zoals gebruikelijk, uit te breiden tot
de straathandel, een en ander overeenkomstig het hierna afge
drukte ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A .A.M. van der Meulen, Burgemeester.
J.Hooij, 1-Secretaris
Verzonden 8 Mei 1954-