het risico voor, het onderhoud van en alle van de over te dragen per
celen geheven wordende lasten en belastingen komen vanaf de onder 3
bedoelde datum voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
de onder I bedoelde percelen worden ondergebracht in het grondbedrijf
der gemeente.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Toekennen vergoeding wegens het aan de pacht onttrekken van bouwland aan
mevrouw Y. Reitsma geboren Vlasma.
Bijlage no. 78. Leeuwarden, 15 april 1957.
Aan de Gemeenteraad.
Op 25 juli 1956 besloot Uw raad tot het afstaan in erfpacht van een
perceel grond aan de ÏÏ.V. Herenkledingfabriek voorheen gebr. Levie te
Groningen, ten behoeve van het vestigen van een herenkledingbedrijf.
Bit perceel is gelegen aan de westzijde van de mr. P.J. Troelstraweg,
alhier, en maakte deel uit van de landerijen, behorende bij de boerderij
"Be Magere Weide", verpacht aan mevrouw Y. Reitsma geboren Vlasma, alhier,
voor het tijdvak, eindigende 12 mei 1965*
Het desbetreffende perceel, dat door de pachtster als bouwland werd
geëxploiteerd, is door de gemeente op 20 oktober 1956 vrij van pacht aan
de erfpachtster, de H.V. gebr. Levie, opgeleverd. Met de pachtster van de
boerderij zijn in verband daarmede onderhandelingen gevoerd omtrent het
uit de pacht nemen van het benodigde terreingedeelte. In beginsel is daar
bij overeenstemming bereikt over het toekennen van een schadeloosstelling
aan de pachtster van 400,-- per ha bouwland per jaar. Be berekening
dient plaats te hebben over de jaren 1957 tot en met 1964, derhalve over
een tijdvak van 8 jaren, terwijl blijkens de uitmeting door de landmeter
van het kadaster de juiste oppervlakte van het aan de pacht onttrokken
bouwland 5130 m2 bedraagt. Be pachtster heeft zich verder bereid verklaard
wegens over het pachtjaar 1956 geleden oogstschade en wegens in het voor
jaar van 1956 onnodig gemaakte kosten van bemesting, genoegen te nemen met
een vergoeding over het jaar 1956 van in totaal 300,--.
Op basis van het vorenstaande dient de totale schadeloosstelling der
halve te worden gesteld op rond 1.950,--. Met de deskundige der gemeente
landerijen zijn wij van oordeel, dat dit bedrag als een billijke vergoe
ding voor de door de pachtster te lijden schade moet worden aangemerkt en
dat dit bedrag voor de gemeente aanvaardbaar moet worden geacht.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging met mevrouw
Reitsma-Vlasma, voornoemd, een overeenkomst aan te gaan, zoals omschreven
in het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 17 april 1957-