ten prestaties zal de aannemer, indien naar de mening van de opdracht
gever vereist, volledig medewerking verlenen.
2. Onder de bovengenoemde prestaties wordt begrepen de verschaffing van
stukken en gegevens, die nodig zijn voor het verkrijgen van de vereiste
goedkeuringen van overheidswege, alsmede het verkrijgen van de vereiste
goedkeuringen van natuurlijke personen en/of rechtspersonen, die be
paalde private rechten zouden kunnen doen gelden, ingevolge welke de
bouw niet of bezwaarlijk voortgang sou kunnen vinden.
3. Ter bevordering van de continuïteit in de uitvoering en ter verkrijging
van een zo economisch mogelijk bouwplan, zal bij het ontwerp worden uit
gegaan van een naar het oordeel van de opdrachtgever verantwoorde
standaardisatie in constructie, onderdelen en details van de afzonder
lijke bouwcomplexen.
Artikel 4-
1De aannemer zal de bouw van het in artikel 1 genoemd aantal woningen,
met inachtneming van het gestelde in artikel 2, in een regelmatig tempo
- afgestemd op de telken jare verstrekte opdrachten - uitvoeren.
2. De aannemer zal de opdrachtgever tijdig schriftelijk mededelen, wanneer
naar zijn mening het regelmatig tempo niet meer verzekerd is.
Artikel 5-
1De uitvoering zal geschieden volgens een voor ieder afzonderlijk op te
dragen woningcomplex op te maken bestek met volledige tekeningen. Bij het op
stellen van het bestek met volledige tekeningen zal de aannemer van de
aanvang af worden geraadpleegd.
2. De woning-en zullen worden gebouwd volgens het bouwsysteem-R.B.M,, zoals
dit systeem ten tijde van het opmaken van het desbetreffende bestek
door de aannemer constructief is ontwikkeld en door de opdrachtgever
is aanvaard. Verbeteringen van het systeem en/of van de kwaliteit van
de woningen kunnen in overeenstemming tussen partijen worden doorgevoerd
voorzover de Minister daarmede instemt.
Artikel 6.
Aan de hand van het in artikel 5? eerste lid, bedoelde bestek met te
keningen zal de aannemer voor elk te bouwen complex zijn prijsaanbieding
indienen, vergezeld van een overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 7
en 8 gespecificeerde berekening van kosten, een en ander uiterlijk drie
maanden nadat de daartoe benodigde gegevens hem zijn toegezonden.
Artikel 7<
1 De kostenberekening van het eerste complex zal door de aannemer, in overl
leg met de opdrachtgever, worden gespecificeerd en wel per onderdeel volj
ledig naar hoeveelheden en prijzen van bouwstoffen, man-uren, lonen en
sociale lasten. In de kostenberekening van het eerste complex zal (voor
zover niet opgenomen in de hierna te noemen onderaannemingsposten) naai
de soort van de volgende onderdelen gespecificeerd, tevens een post wor
den opgenomen voor de beschikbaarstelling, slijtage, het onderhoud en
verlies van de voor of op het werk nodige keten, loodsen, machines, êe'
reedschappen, hulpmaterialen, groot- en klein materiaal - hierna te noe
men "post hulpmaterialen". - De aannemer behoeft de in de vorige volzin
nen bedoelde specificatie niet te geven voor de volgende met name ge
noemde begrotingsonderdelen, welke tot onderaannemingsposten kunnen wor
den verenigd, een en ander voor zover de desbetreffende werkzaamheden
metterdaad door onderaannemers worden uitgevoerd!
"Grond-"
Grond- en heiwerk
Stukadoorswerk
Glas-, verf- en behangwerk
Elektriciteitswerk
Loodg-ieterswerk
Be t on-emai lwe rk
Mastiekwerk
Terraz z owerk
In incidentele gevallen kunnen in onderling overleg speciale werken aan
deze opsomming worden toegevoegd.
Ter beoordeling van de onderaannecmsommen zal de aannemer zoveel mo
gelijk ook van de desbetreffende werkzaamheden in onderdelen uitgewerkte
kostenberekeningen maken.
Voorts zullen de volgende (voor zover zij niet reeds geacht moeten wor
den in de hierboven opgesomde onderaannemingsposten te zijn opgenomen)
begrotingsonderdelen tot posten worden verenigd, terwijl voor elke post
afzonderlijk een als volgt te bepalen bedrag zal worden opgenomen;
1. voor de hoofdleiding en organisatie van de aannemer, de centrale
boekhouding en administratie op zijn bureau, algemene kosten, reis-
en verblijfkosten van de hoofdleiding en researchkosten 4 procent
van de met de post voor onvoorziene uitgaven verminderde aanneem-
som;
2. voor het aannemersrisico 3 procent van de met de post voor onvoor
ziene uitgaven verminderde aanneemsom;
3. voor de winst 5 procent van de met de post voor onvoorziene uitgaven
verminderde aanneemsom;
4. voor omzetbelasting- een percentage overeenkomstig het door de aan
nemer terzake wettelijk verschuldigde, voor zover hij het aldus ver
schuldigde niet reeds krachtens de toepassing van enige andere bepa
ling van deze overeenkomst of van enig bestek en voorwaarden van een
complex zal genieten.
Nadat tussen partijen overeenstemming is bereikt over de overeenkomstig
het gestelde in het vorige lid opgestelde kostenberekening, welke dien
tengevolge geacht moet worden te zijn de aanneemsom van het eerste com
plex, wordt deze ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister. Is de Mi
nister van oordeel zijn goedkeuring aan de vorenbedoelde aanneemsom niet
te kunnen verlenen, dan zal hij zijn medewerking aan de totstandkoming
van dit eerste complex kunnen onthouden. Hiermede wordt de basisover
eenkomst geacht te zijn ontbonden.
Artikel 6.
De overeenkomstig het gestelde in artikel 7, eerste lid gemaakte kosten
berekening van het eerste complex, dat met goedkeuring van de Minister
tot uitvoering is gekomen, zal met inachtneming van wijzigingen in de
omstandigheden, dienen als basis van de - eveneens in overleg met de
opdrachtgever overeenkomstig artikel 7> eerste lid, samen te stellen -
kostenberekeningen van de volgende complexen, waarbij de in artikel 7,
eerste lid, onder de posten 1 tot en met 3 bedoelde percentages slechts
met instemming van beide partijen kunnen worden gewijzigd. Wijziging van
de hier bedoelde percentages behoeft de goedkeuring van de Minister.
Weigert de Minister aan de wijziging dezer percentages zijn goedkeuring
te verlenen, dan zal de vaststelling dezer percentages voor partijen
bindend geschieden door rle Vaste Prijsbeoordelings-Commissie als be
doeld in het tweede lid van dit artikel, overeenkomstig het aldaar be
paalde
Indien door partijen geen overeenstemming over de aanneemsom van enig
volgend complex als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt verkregen,
wordt de desbetreffende kostenberekening ter beoordeling voorgelegd aan
een Vaste Prijsbeoordelings-Commissie (V.P.C.). De V.P.C. zal bij haar
beoordeling van de kostenberekening de in artikel 7» eerste lid, onder
de posten 1 tot en met 3 bedoelde percentages als juist aanvaarden, be-
"houdens