5. De administratie van de aannemer zal zo zijn ingericht, dat do voor te- I
doelde risicoverrekening nodige gegevens op eenvoudige wijze daaruit
kunnen worden verkregen. De aannemer zal de door de opdrachtgever ter- I
zake nodig geachte bewijsstukken overleggen uiterlijk drie maanden na
de algehele oplevering van het werk.
6. De met de aannemer te verrekenen bedragen, uit hoofde van het in dit
artikel gestelde, behoeven de goedkeuring van de Minister, wanneer de I
bouw op de voet van de Woningwet plaatsvond. Daartoe zullen de opge
stelde risioorekeningen ter controle aan dc Minister worden voorgelegd. I
Artikel lj
Eventueel aan de aannemer opgedragen detail- en tekenwerk, sterktebereke
ningen enz. zullen aan de opdrachtgever worden berekend volgens de voor
de woningbouw geldende regelingen voor het honorarium van architecten en
adviseurs, zoals die voor de onderhavige woningen luiden op de dag der
overeenkomst
Artikel 14
1. Indien de behaalde winst op de ingevolge deze overeenkomst opgedragen
woningcomplexen meer bedraagt dan het totaal der in de onderscheidene
kostenberekeningen voor winst gecalculeerde bedragen, zal dit meerder;
voor 75 i° aan de opdrachtgever ten goede komen en voor 25$ ten gunste
blijven van de aannemer.
2. Is de behaalde winst lager dan het in het vorige lid bedoelde totaald
voor winst gecalculeerde bedragen, of heeft de aannemer per saldo een
verlies, dan vindt geen verrekening plaats.
5. Tussentijds zullen, vooruitlopende op de in artikel 14, eerste lid, t3
doelde winstdeling, voorlopige winstdelingen plaatsvinden met betrekkirl
tot het totaal der opdrachten, welke dan financieel tot afsluiting zijn;
gebracht. Deze tussentijdse voorlopige winstdelingen zullen betrekking
hebben op de toestand per december 1958, 31 december 1959 en zo ver
volgens
4. Ter bepaling van de veinst zal do aannemer alle op een bepaald werk
drukkende kosten afzonderlijk administreren, behoudens die, welke reecsl
ingevolge artikel 7, eerste lid, onder 1 en 3in een percentage zij'-
vastgesteld, daarbij rekening houdende mot hot aandeel in de onder dc
post hulpmaterialen en post 1 van artikel 7, eerste lid, genoemde kos
ten, dat kan worden geacht begrepen te zijn in de betaalde bedragen
voor eventueel in onderaanneming uitgevoerde -niet behorende tot de in
artikel 7, eerste lid, met name genoemde- werkzaamheden.
5De aannemer zal zijn bovenvermelde administratie te zijnen kantore ter
inzage voorleggen aan een door partijen in onderlinge overeenstemming
te benoemen, niet tot een der partijen in relatie staande deskundige
accountant, lid van het N.I.V.A. of van de V.A.G.A., die de overeenkom
stig artikel 14, eerste en derde lid, te bepalen, voor verdeling in
aanmerking komende, winstbedragen zal vaststellen.
6. Het accountantsonderzoek van de genoemde administratie zal zich niet
uitstrekken tot het beoordelen van het beleid van de aannemer, onder
meer terzake van het vaststellen en betalen van arbeidslonen, alsmede
het overeenkomen van prijzen, leverings- en betalingsvoorwaarden bij
aankoop van materialen en hulpstoffen, bij dienstverleningen en bij
het opdragen van werkzaamheden aan onderaannemers.
Artikel 15
De aannemer zal zorgdragen, dat hij tegelijk met de indiening van zijn
prijsaanbieding voor elk te bouwen complex de opdrachtgever om niet in
het bezit stelt van de nodige licenties om het werk in het desbetreffende
"bouwsysteem"
"1 T. :Vo-< r T
bouwsysteem te kunnen voltooien of doen voltooien, als de aannemer op
enigerlei wijze in gebreke is. De opdrachtgever verbindt zich van deze
licenties geen gebruik te maken, zolang de aannemer zich behoorlijk van
zijn verplichtingen, voortvloeiende uit de desbetreffende overeenkomst,
kwijt
Artikel 16.
Indien de in artikel 10 bedoelde overeenkomst van aanneming inzake een be
paald werk wegens in gebreke blijven van de aannemer, ingevolge de daarin
of in het desbetreffende bestek opgenomen bepalingen, door de opdrachtge
ver wordt beëindigd, zal de aannemer ongeacht zijn overige verplichtingen
wegens de wanprestatie gedurende de afbouw van dit werk zijn volledige
modewerking verlenen -onder meer bestaande uit het ter beschikking stellen
van voor het systeem typische bouwstoffen, gegevens der werkwijze, mate
rieel, hulpmateriaal enz.-, opdat het werk zo tijdig mogelijk kan worden
voltooid.
Artikel 17.
1. Beëindiging van de overeenkomst van aanneming van een bepaald werk, als
bedoeld in artikel 16, is tevens rechtsgrond voor de opdrachtgever om,
indien hij zulks wenst, te zelfder tijd de basisovereenkomst te verbre
ken.
2. Indien de aannemer niet voldoet aan het in artikel 4, eerste lid, en/of
6 bepaalde, zal de opdrachtgever hem zulks schriftelijk mededelen en
hem alsnog in de gelegenheid stellen binnen een door de opdrachtgever
redelijk te achten termijn zijn verplichtingen terzake na te komen.
Indien na verloop van deze termijn de aannemer aan zijn verplichtingen
uit hoofde van het in artikel 4» eerste lid, en/of 6 bepaalde niet zal
hebben voldaan, heeft de opdrachtgever het recht, de basisovereenkomst
te beëindigen, onverminderd de uit elke lopende overeenkomst voort
vloeiende rechten en verplichtingen.
3. Beëindiging van deze basisovereenkomst ingevolge artikel 17, eerste en
tweede lid, kan eerst geschieden, nadat de opdrachtgever de aannemer bij
aangetekende brief in gebreke heeft gesteld.
4. In de gevallen van beëindiging der overeenkomst, genoemd in artikel 17,
eerste en tweede lid, is de opdrachtgever niet gehouden vergoedingen in
enigerlei vorm voor het niet opgedragen gedeelte van het totale over
eengekomen aantal woningen te geven.
Artikel 18.
De aannemer kan geen schade-aanspraak jegens de opdrachtgever geldend ma
ken;
1. indien deze overeenkomst entbonden wordt op grond van het in artikel 7,
tweede lid, gestelde;
2. indien de opdrachtgever deze basisovereenkomst beëindigt krachtens ar
tikel 17;
3. indien de opdrachtgever deze basisovereenkomst beëindigt op grond van
het feit, dat de aannemer niet tijdig heeft gezorgd, dat de opdracht
gever beschikt over de licenties, bedoeld in artikel 15.
Artikel 19.
1. Alle geschillen, welke naar aanleiding van deze overeenkomst of van
overeenkomsten, welke naar aanleiding daarvan mochten worden gesloten,
ontstaan -ook die welke slechts door één der partijen als zodanig wor
den beschouwd-, worden met uitsluiting van de gewone rechter berecht
door de Commissie van Geschillen, behoudens het bepaalde in het zevende
"lid"