5De aanspraak op verschenen termijnen vervalt, indien deze een jaar na
de vervaldag niet zijn ingevorderd.
Artilcel 32,
De uitkering en het pensioen vervallen, indien gedurende drie achter
eenvolgende jaren na de eerste dag, waarop de inning had kunnen geschie
den, iedere invordering achter-,zege is gebleven, De uitkering vervalt
bovendien, indien gedurende drie achtereenvolgende jaren na de dag, waarop
het recht op uitkering is ontstaan, een aanvrage, bedoeld in artikel 30,
eerste lid, niet is ingediend.
Par. 6. Slot- en overgangsbepalingen.
Artikel 33-
De artikelen 1, 3, 4, 3, 9, 13 tot en met 17 van deze verordening
zullen geen toepassing virdenen in de plaats daarvan zullen de daarmee
overeenkomende artikelen van de Verordening, regelende de toekenning van
wachtgeld en pensioen aan afgetreden wethouders der gemeente Leeuwarden
en aan hunne weduwen en wezen, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 novem
ber 1930 (Gemeenteblad 1930, no. 18), laatstelijk gewijzigd bij raadsbe
sluit van 24 september 1936 (Gemeenteblad 1936, no. 37), van overeenkom
stige toepassing zijn ten aanzien van:
a. hem, die op 31 augustus 1956 pensioengerechtigd is als gewezen wet
houder en daartoe binnen 6 maanden na het tijdstip va,n in werking tredeii
van deze verordening schriftelijk aan burgemeester en wethouders de
wens te kennen geeft;
b. hem, die op 31 augustus 1956 het ambt van wethouder bekleedde en daar
toe binnen 6 maanden na het tijdstip, waarop hij ophoudt wethouder te
zijn, schriftelijk aan burgemeester en wethouder de wens te kennen
geeft.
Artikel 34-
1. De vóór 1 september 1956 aan gewezen wethouders en aan hun weduwen en
wezen toegekende pensioenen worden ,te rekenen met ingang van 1 septem
ber 1956,geacht krachtens deze verordening te zijn toegekend.
2. Een pensioen, bedoeld in het eerste lid, met uitzondering van dat van
hem, die de m artikel 33, onder a, bedoelde Wens heeft kenbaar gemaakt,
wordt, indien het lager is dan het pensioensbedrag-, dat zou zijn toege
kend, indien deze verordening van kracht was geweest op het tijdstip,
waarop het recht op dat pensioen is ingegaan, met ingang van 1 septem
ber 1956, ambtshalve tot dat bedrag verhoogd.
3- Tijd, welke krachtens het bepaalde in artikel 12 van de wet van 11 mei
1946, StblG. 112, niet in aanmerking komt voor vergelding met pensi
oen, blijft ook voor de toepassing van het tweede lid buiten beschouwing
Artikel 35-
Ten aanzien van hem, die op 31 augustus 1956 pensioengerechtigd was
als gevezen wethouder, geldt voor de toepassing van artikel 10, derde lid,
als bedrag, waarnaar het pensioen als zodanig is of zal worden berekend,
de op die datum voor het betrokken ambt vastgestelde -wedde.
Artikel 36.
In afwijking van de artikelen 8, 13 en 14 kunnen degenen, die vóór
1 september 1956 hebben opgehouden wethouder te zijn, alsmede hun
weduwen en wezen geen aanspraak op pensioen ontlenen aan een wethouder
schap, dat korter dan 4 jaren is bekleed.
"Artikel 37"
Artikel 37-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op
die, waarop zij door gedeputeerde staten zal zijn goedgekeurd, en
werkt terug tot 1 september 1956.
2. De artikelen 22 tot en met 27 worden geacht in werking te zijn getreden
met ingang van 1 januari 1957-
3. De verordening, regelende de toekenning van vrachtgeld en pensioen aan
afgetreden wethouders der gemeente Leeuwarden en aan hun weduwen en
wezen, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 november 1930, (Gemeente
blad 1930, no, 18), laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 24 sep
tember 1936 (Gemeenteblad 1936, no. 37); is, behoudens het bepaalde in
par. 6, te rekenen met ingang van 1 september 1956,vervallen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.