Benoemen van docerend personeel aan de middelbare school en h.b.s. voor
meisjes
Bijlage no. 217. Leeuwarden, 12 september 1957
Aan de Gemeenteraad.
Voor de duur van het op 1 september 1957 aangevangen cursusjaar die
nen aan de middelbare school en h.b.s. voor meisjes voor diverse vakken
van onderwijs leraren te worden benoemd. Te dien einde heeft de directrice
der school zich tot ons gericht met het verzoek, de benoeming en herbenoe
ming van een aantal docenten te bevorderen.
In verband met het vorenstaande doen wij U hieronder aanbevelingen toe
komen ter benoeming van leraren en leraressen aan genoemde inrichting van
onderwijs
Vacature scheikunde
Met ingang van 1 september 1957 is wegens hot bereiken van de pensi
oengerechtigde leeftijd ontslag verleend aan de heer ir, J.C. van den Bërg.
Bovendien is niet voor een herbenoeming tot leraar in de scheikunde aanbe
volen de heer W. van der Veer, die gedurende een aantal cursusjaren enkele
lessen in dit leervak heeft gegeven, doch niet in het bezit was van de wet
telijk vereiste onderwijsbevoegdheid. Voor de betrekking van leraar in de
scheikunde, welke in verband met het vorenstaande is opengevallen, hebben
zich vijf sollicitanten aangemeld. Twee sollicitanten zijn niet in het be
zit van de vereiste onderwijsbevoegdheid en komen in verband hiermede nic-t
voor benoeming in aanmerking. Voorts worden twee der andere sollicitanten
niet geschikt geacht voor de vervulling van de onderhavige vacature, zodat
wij U slechts één candidaat,t.w. mejGGBrugginkwonende te Amsterdam,
voor benoeming kunnen aanbevelen.
Vacature Nederlands
Met ingang van 1 september 1957 is eveneens wegens het bereiken van
de pensioengerechtigde leeftijd ontslag verleend aan mevrouw C.H. Jensma-
Lelsz, lerares in het Nederlands en de plant- en dierkunde. Voor zover het
leervak Nederlands betreft, hebben zich voor de vervulling van de ontstane
vacature twee sollicitanten aangemeld, die beiden evenwel niet in het bezit
zijn van de vereiste onderwijsbevoegdheid. Eén der sollicitanten wordt
niet geschikt geacht voor het bekleden van de vacante betrekking. De tweede
sollicitant,tw. de heer M.P. Elling, wonende te Bolsward, is studerende
en hoopt in de loop van dit cursusjaar het doctoraal examen in de Neder
landse taal en letterkunde met goed gevolg af te leggen.
Aangezien de betrokkene nog niet in het bezit is van de vereiste onderwijs
bevoegdheid, heeft de Minister van Onderwijs, Kunsten en 'Wetenschappen bij
brief van 3b juli 1957, afdeling V.H.M.O., no. 61005, overeenkomstig het
bepaalde in artikel 27, 2e lid, van de Middelbaar Onderwijswet machtiging
verleend voor zijn benoeming in genoemde functie voor de duur van het cur
susjaar 1957-1958.
Ook voor de vervulling van deze vacature kunnen wij U derhalve slechts
één candidaat voor benoeming aanbevelen, namelijk de heer M.F. Elling,
voornoemd.
Vacature plant- en dierkunde
Zoals hierboven reds is opgemerkt, is aan mevrouw C.H. Jensma-Lelsz
met ingang van 1 september 1957 ontslag verleend. Voor de vacante betrek
king van leraar in de plant- en dierkunde hebben zich in het geheel geen
sollicitanten aangemeld.
Mevrouw Jensma is evenwel bereid gevonden het onderwijs in deze leer
vakken voorlopig te blijven geven, in verband waarmede wij haar voor een
benoeming tot lerares in tijdelijke dienst aanbevelen.
"Herbenoeming"