Vaststellen vergoeding vakonderwijs over 1956 aan de Christelijke school
voor buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen.
Bijlage no. 269. Leeuwarden, 12 november 1957
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de stichting tot oprichting en instandhouding van één
of meer Christelijke scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor
Leeuwarden en omgeving heeft een aanvraag ingediend om vergoeding, als be
doeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949»
voor zijn school voor zwakzinnige kinderen, Droevendal 1, over 1956» onder
overlegging van de bewijzen tot staving der gedane uitgaven.
Gedurende het jaar 1956 is bij het openbaar onderwijs aan zwakzinnige
kinderen een vakonderwijzeres in de logopaedie werkzaam geweest voor
13 uren per week. Bij Uw besluit d.d. 29 februari 1956, no. 2747» is voor
het jaar 1956 het getal wekelijkse lesuren vakonderwijs per verplichte
leerki'acht (voor de debiele kinderen) vastgesteld op 13 s 9 is 1 4/9» terwijl
het voorschot op bedoelde vergoeding daarbij werd vastgesteld op 3.000,-
De door de gemeenteraad voor de bijzondere school vast te stellen
vergoeding wordt bepaald met inachtneming van het getal wekelijkse lesuren
vermenigvuldigd met het aantal verplichte leerkrachten aan die school en
op basis van de gemeentelijke salarisregeling voor de vakleerkrachten, met
inbegrip van de niet verhaalbare pensioensbijdragen en de uitgaven, voort
vloeiende uit de naleving van de sociale wetgeving.
Bij een aantal verplichte leerkrachten van 8 voor de debiele kinderen
bedraagt het maximum te vergoeden aantal lesuren vakonderwijs aan de bij
zondere school 8x1 4/9 is 11 5/9. Het aantal werkelijk gegeven uren be
draagt 12, zodat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding berekend
naar 11 5/9 lesuur.
Aangezien bij het openbaar en bij het bijzonder onderwijs dezelfde
vakonderwijzeres werkzaam is geweest, is ook de salariëring in beide ge
vallen dezelfde.
Met inbegrip van de niet verhaalbare pensioensbijdragen ad 380,70
en de premie ingevolge de kinderbijslagverzekering ad 274,56 hebben wij
de vergoeding becijferd op 3.566,11, zodat het schoolbestuur nog recht
heeft op 3.566,11 - 3.000,-- voorschot is 566,11.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten overeenkomstig het
hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 13 november 1957.