No, 763-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari
1958 (bijlage no. ll);
BESLUIT:
aan A.Klngma te Marrum tot 31 december 2030 in erfpacht af te staan
het perceel bouwterrein, gelegen aan de zuidoostzijde van de Aert van der
Neerstraat, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie A, no. 2437, op de
bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven, ter oppervlak
te van 437 m2zulks onder de volgende voorwaarden:
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van
5-544,-- en een rentevoet van 5per jaar;
2. het door belanghebbende ten kantore van liet grondbedrijf gestorte
bedrag van 277,20, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden,
vervalt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan,
tenzij burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen, te hunner
beoordeling, niettemin tot gehele of gedeeltelijke teruggave van de
waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aan
vrage de waarborgsom teruggegeven;
3. voor het eerst in het jaar 1995 en vervolgens steeds om de 25 jaren
wordt de waarde van de grond op dat tijdstip opnieuw door de gemeente
raad vastgesteld; de opnieuw vastgestelde grondwaarde strekt daarop
tot de volgende herziening tot grondslag van de canon;
4. zolang het erfpachtsreoht niet met toestemming van burgemeester en
wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats
hebben;
5. de akte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen oen door
burgemeester en wethouders te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van toepassing
-voor zovor mogelijk en met het vorenstaande niet in strijd- de be
palingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen,
gelegen tussen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan de
gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Afgifte noodzakelijkheidsverklaring voor de stichting van een Academie voor
beeldende kunsten, middelbare kunst- en kunstnijverheidsschool te Leeuwarden.
Bijlage no. 12. Leeuwarden, 17 januari 1958.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 31 maart 1954 is besloten de oprichting en in
standhouding van een onder het bestuur der Vereniging voor Middelbaar Tech
nisch- en Ambachtsonderwijs staande middelbare kunstnijverheidsavondschool
nodig te oordelen.
Naderhand heeft het bestuur der Stichting "Vredeman de Vries" i.o.,
bij brief van 22 februari 1957, het verzoek gedaan om afgifte van een nood
zakelijkheidsverklaring voor de oprichting en instandhouding van een Acade
mie voor beeldende kunsten, middelbare kunst- en kunstnijverheidsschool
in onze gemeente.
Aanvankelijk werd verwacht, dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen er de voorkeur aan zou geven, dat een op te richten middel
bare kunstnijverheidsschool onder beheer zou komen van een rechtspersoon,
die reeds een hogere technische school exploiteert. Bij brief van 19 no
vember 1957, no. NO/A 127636 I,heeft de mini ster evenwel aan het bestuur
van de Vereniging voor Middelbaar Technisch-en Ambachtsonderwijsalhier
medegedeeld, dat het aanbeveling verdient het beheer van de te stichten
kunstnijverheidsschool te doen geschieden door een afzonderlijke rechts
persoon, die in het bijzonder de belangen van dit onderwijs kan behartigen.
Het bestuur van de genoemde vereniging heeft op grond hiervan het destijds
ingediende verzoek, om de stichting van een middelbare kunstnijverheids
school nodig te verklaren, ingetrokken ten behoeve van het streven van de
stichting "Vredeman de Vries" i.o., die de taak zal voortzetten van de
stichting "Friese Kunstnijverheidsschool". Het bestuur van de stichting
i.o. heeft onder dagtekening van 10 december j.l. en onder intrekking van
het in de aanhef vermelde schrijven het verzoek gedaan, de oprichting en
instandhouding van een Academie voor beeldende kunsten, middelbare kunst
en kunstnijverheidsschool, alhier, nodig te oordelen.
In dit verzoek wordt o.m. vermeld, dat reeds jaren in Friesland de
noodzaak bestaat tot verder onderwijs, dat speciaal aan een kunstnijver-
heidsonderwijsinrichting kan worden gegeven. Afgezien van het gemis aan
voorlichting en het ontbreken van de mogelijkheid tot verdere studie voor
ambachtslieden in Friesland, is er een belangrijke vraag naar ontwerpers
in bijkans alle moderne industrieën.
De vormgeving voor de meeste produkten stelt grote eisen aan de ontwer
pers en vergt een goede opleiding. Of net nu rieten meubelen of huishoude
lijke artikelen zijn,dan wel kinderwagens of reclame-drukwerk, -
de eis tot goede en moderne vormgeving vraagt een goede ondergrond en
steeds meer studie van de ontwerper, aldus het verzoek.
Het ligt in de bedoeling te komen tot een volledige dagschool, waaraan
tevens volledige avondcursussen kunnen worden verbonden, terwijl bovendien
op woensdag- en zaterdagmiddag gelegenheid zal worden gegeven tot (indivi
duele) studie.
In dit verband zij aangetekend, dat een van de Stichting "Vredeman de
Vries" i.o. ontvangen brief van 6 januari j.l. nog een nadere motivering
bevat, waarmede de stichting aantoont, dat aan de levensvatbaarheid van de
op te richten kunstnijverheidsschool voor Friesland niet behoeft te worden
getwijfeld. In de eerste plaats wordt genoemd de omstandigheid, dat bij
vele bevoegde leerkrachten belangstelling bestaat voor de op te richten
school, zodat naar de mening van het stichtingsbestuur er genoegzame reden
bestaat om aan te nemen, dat een goede personeelsvoorziening zeer zeker
binnen het bereik der mogelijkheden ligt. Verder is het bestuur hoopvol
gestemd over het te verwachten aantal leerlingen voor de dag- en avond
school, omdat het aantal u.10-leerlingen in Friesland zeer groot is en
"vele"