- 9 - Nu zijn er geruchten, dat indertijd Den Haag na de invoering van de gasdroging veel lekken heeft moeten dichten. Deze kwestie is nagevraagd bij Ir. W. G. F. Wentink, de gepensioneerde chef van de afdeling gasdistributie in Den Haag, die vanaf het begin het drogen van gas in Den Haag meegemaakt heeft en het verloop daarvan zeker 15 jaar heeft kunnen observeren. Hij deelde mede, dat de bedoelde lekken niet zo zeer striktouwverbindingen betroffen, maar een verouderd systeem van gummidichting (vermoedelijk systeem Somzée), waarbij de gummi tijdens vroe gere pericden door bestanddelen van het gas verweekt was en vermoedelijk toe vallig juist na de droging aanleiding tot lekken gaf. Bij striktouwverbindingen waren wel kleine lekjes geconstateerd, maar of deze het gevolg van het drogen van het gas waren, wist hij niet. Overigens waren deze lekjes zo klein, dat men het niet eens de moeite waard heeft gevonden ze systematisch op te sporen en te dichten. Wel een bewijs, dat van ernstige schade door het droge gas toch beslist niet gesproken kan worden. Een meer positieve verklaring kregen wij van Ir. D. J. Adriaanse, directeur van de Technische Bedrijven te Schiedam (gas, elektr. en water). Hij had voor de oorlog als directeur van de gasfabriek te Baarn reeds gas gedroogd, zonder daarbij bezwaren van vermeerderde lekken te ontmoeten. In Schiedam heeft hij het gasdrogen ook ingevoerd en zelfs waren daar middendrukleidin^en met gedroogd gas in gebruik (druk 400 mm., vroeger zelfs 700 mm.) zonder dat enig bezwaar merkbaar was. Nu moet gezegd worden, dat Ir. Adriaanse het drogen niet overdrijft en geregeld met een goedkoop maar praktisch apparaatje het vochtgehalte van het gas controleert door bepaling van het z.g. dauwpunt, iets wat in enkele minuten en op iedere willekeurige plaats van het buizennet kan geschieden. Wij geloven, dat bewezen is, dat de juiste middenweg tussen roestvorming bij te nat gas en lek worden van de verbindingen bij te droog gas gevonden kan worden. Misschien is het wel goed op te merken, dat precies dezelfde bezwaren aangevoerd kunnen worden tegen de distributie van propaan-lucht, zoals b.v. Uit huizen, Bedum en ^ierikzee hebben en tijdelijk de N.V. Vekogas te Veendam gehad heeft. Nooit is gebleken, dat hierbij de voor aardgas-lucht gevreesde moeilijk heden optraden. Wel zijn wij overtuigd, dat bevochtiging tot dicht onder de 100$ en gere gelde controle van het vochtgehalte, zoals Ir. Adriaanse doet, aanbevelingswaar dig is. Bij de kostenberekening is dan ook rekening gehouden met de aanschaffing van een bevochtigingstoestel. Verder is rekening gehouden met een olievernevelingsapparaat (oilfogging) die de buizen, die te Leeuwarden reeds vet waren door de grote watergasproduktie in het verleden, nu ook^e toekomst vet zal houden ter meerdere zekerheid tegen roestvorming en ondicht worden van het striktouw. Mogelijk heeft de olie nevel ook nog een gunstige invloed op de lederen balgen van de meters, die door inolieën gasdicht gemaakt zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 145