Wijziging gemeentebegroting en begrotingen takken van dienst voor het dienst
jaar 1956.
Bijlage no. 122. Leeuwarden, 9 mei 1958.
Aan de Gemeenteraad.
Onder verwijzing naar de bij de stukken ter inzage gelegde ontwerp-be-
sluiten tot het wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van
het openbaar slachthuis, de geneeskundige- en gezondheidsdienst, het woning
bedrijf, de gemeentereiniging, de openbare werken, het grondbedrijf en de
energiebedrijven voor het dienstjaar 1956 delen wij U het volgende mede.
Bij wijziging no. 19 van de gemeentebegroting werd het nadelig saldo van
de dienst 1956 geraamd op f, 176,460,Dit tekort kon worden gedekt door
middel van een bijdrage uit de algemene reserve. Voordien was reeds een bij
drage van f. 21.230,uit deze reserve geraamd, zodat in totaal f. 197*690,
uit de algemene reserve moest worden geput voor de gewone dienst 1956.
Inmiddels is gebleken, dat het resultaat van de gewone dienst 1956 gun
stiger is dan het zich indertijd liet aanzien. Dit is in hoofdzaak het gevolg
van het beschikbaar komen van enkele aanvullende uitkeringen uit het gemeente
fonds. Uit het ter inzage gelegde ontwerp-besluit tot het wijzigen van de
gemeentebegroting van 1956 blijkt, dat deze begroting na wijziging zal sluiten
door over een bedrag van f. 2.280,uit de algemene reserve te beschikken.
Het saldo van de gemeenterekening over 1956 zal echter van laatstgenoemd be
drag belangrijk afwijken, doordat verschillende posten niet voor het afslui
ten van het dienstjaar kunnen worden afgewikkeld en mitsdien niet in de reke
ning kunnen worden opgenomen. Het rekeningssaldo van 1956 wordt overgebracht
naar hoofdstuk I van de gewone dienst 1957. Op dit hoofdstuk worden eveneens
verantwoord de ontvangsten en uitgaven, die op 1956 betrekking hebben, doch
die niet voor het einde van dit dienstjaar konden worden geboekt. De som van
het rekeningssaldo van 1956 en van de op hoofdstuk I van 1957 verantwoorde
achterstallige inkomsten en uitgaven geeft het definitieve saldo van de
dienst 1956 aan. Indien op hoofdstuk I van de dienst 1957 uitsluitend achter
stallige inkomsten en uitgaven zouden worden verantwoord, waarmede bij het sa
menstellen van de eindwijziging van de begroting van 1956 rekening is gehouden
zou het definitieve nadelige saldo van de gewone dienst 1956 ongeveer met het
geraamde tekort van f. 2.280,overeenkomen. Op hoofdstuk I van de dienst
1957 worden echter ook geboekt posten, waarmede bij do eindwijziging van de
begroting van 1956 geen rekening kon worden gehouden, zoals b.v. toevallige
baten over 1955 en daaraan voorafgaande jaren. Hierdoor zal de gewone dienst
van 1956 in plaats van een tekort van f, 2.280,vermoedelijk een batig saldo
van ongeveer f. 50.000,aanwijzen. De juiste hoogte van het overschot kan
nog niet worden bepaald, omdat tot 30 juni 1958 op hoofdstuk I van de gewone
dienst van 1957 nog verrekeningen ten bate of ten lasto van de dienst 1956
kunnen plaats vinden.
De verlaging van hot voor 1956 geraamde begrotingstekort met f. 195*410,
welke verlaging tot uitdrukking komt in de verlaging van de geraamde bijdrage
uit do algemene reserve van f. 197.690,tot f. 2,280,kan als volgt wor
den gospecifioeerd:
lasten!
a. personeelslasten
b. kapitaalslasten
c. bureaukosten
d. subsidies
e. belastingen, verzekeringen
fonderhoud
g. verlichting, verwarming, enz.
b. transport
transporteren
f.
18.420,—
-
4.505,—
8.460,—
-
1.545,
6.895,
45-805,
12.110,—
I.525,—
f.
87.165,—