8359.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juni 1958
jlage no. 166);
BESLUIT:
de aankoop te bekrachtigen van:
a. de percelen ract opstallen, plaatselijk gekv/oteerd Romkeslaan
no. 27 en Achter Tulpenburg no. 27, kadastraal bekend gemeente
Leem/arden, sectie G, no. 3340, groot 43 ca, respectievelijk
no. 3993, groot 62 ca, voor een koopsom van 290,--, respectieve
lijk 701,--, welke aankoop verder is geschied onder dc met be
trekking tot deze percelen gestelde voorwaarden, vermeld in de bij
dit besluit behorende bekendmaking van W. Dijkstra, makelaar,
alhier;
b. het porceol met opstal, plaatselijk gekwoteerd Blekerstraat no. 64,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, 3ectie E, no. 1198, groot
53 ca, voor een koopsom van 332,--, welke aankoop vorder is ge
schied onder de met betrokking tot dit perceel gestelde voorwaar
den, vermeld in de bij dit besluit behorende bekendmaking van het
makelaarskantoor Van der Valk, alhier;
de onder I a en b bedoelde percelen onder te brengen in het woning
bedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aankoop oostelijk gedeelte van de Froskepólle van de provincie Friesland.
Bijlage no. 167Leeuwarden, 19 juni 1958.
Aan de Gemeenteraad.
In ons voorstel van 17 juli 1953 (bijlage no. 155), betreffende het
beschikbaar stellen van een krediet voor het aanleggen van het westelijke
gedeelte van het recreatie-oord "Froskepólle", deelden wij U reeds mede,
dat gedeputeerde staten dezer provincie, overtuigd van de grote behoefte,
die in onze gemeente aan recreatiemogelijkheid bestaat, gaarne medewer
king zullen verlenen aan de uitvoering van de destijds reeds uitgewerkte
plannen tot het stichten van een recreatie-oord op het terrein, gelegen
tussen de Greuns, het Van Harinxmakanaalhet Langdocl cn het "/oudmans
diep.
Als eerste uitvloeisel van deze medewerking verklaarden gedeputeerde
staten zich bereid de westelijke helft van het terrein, groot 6 ha,
voor een koopsom van in totaal 1,-- en onder nog nader overeen te komen
voorwaarden aan de gemeente in eigendom over to dragen. In afwachting van
de eigendomsoverdracht kon met de uitvoering van de werkzaamheden onmid
dellijk een aanvang worden gemaakt. Zulks is destijds inderdaad geschied.
De aankoop van de westelijke helft van het terrein heeft plaats gehad bij
raadsbesluit van 28 december 1955*
Naderhand hebben wij met de provincie onderhandelingen gevoerd ter
verkrijging van de eigendom van het oostelijke deel van de Froskepolle,
zulks omdat de aanleg van het westelijke deel inmiddels was gereed geko
men en wij hot gewenst achtten de nodige stappen te ondernemen om t.z.t.
ook de aanleg van het oostelijke deel te kunnen verwezenlijken.
Bedoelde onderhandelingen hebben er toe geleid, dat de provincie
zich bereid verklaarde het oostelijke terreingedeelte aan de gemeente te
vorkopen voor in totaal 1,--, onder voorwaarde echter, dat de gemeente
een ander terrein van dezelfde oppervlakte (of hot voor de aankoop van
een dergelijk terrein benodigde kapitaal) aan de provincie ter beschikkin
zou stellen om to kunnen dienen voor de berging van baggerspecie enz.
De provincie is er daarna in geslaagd in de poldor "de Meerkryte"
enige percelen weiland aan te kopen, welke geschikt zijn voor het bergen
van baggerspecie. Aankoop van deze percelen kon plaatshebben voor de tota
le 30m van 34.180,--. Bij besluit van 1 april 1958 heeft Uw raad o.m.
daarvoor een krediet op de gemeentebegroting uitgetrokken, teneinde het
na goedkeuring van de betreffende begrotingswijziging, aan de provincie
te kunnen uitkeren. De door de provincie gekochte gronden hebben echter
een kleinere oppervlakte dan het oostelijke deel van het toekomstige recro-
atie-oord Froskepólle. Daarom is het voor de provincie niet mogelijk
thans het gehele oostelijke gedeelte aan de gemeente in eigendom over te
dragen. De zuidoostelijke punt van het terrein, ter oppervlakte van
4.89.60 ha, dient voorlopig provinciaal eigendom te blijven ten behoeve
van de berging van baggerspecie en ten behoeve van het afgraven van klei
grond ter versteviging van oeververdedigingen. Het resterende terrein
gedeelte, groot 8.34.9O ha, kan thans aan de gemeente ter beschikking
worden gesteld, waarbij wij opmerken, dat dezerzijds geen bezwaar is ge
maakt tegen de inwilliging van het verzoek van de zijde van de provincie,
om een oostelijk gedeelte van het over te dragen terrein nog tot uiter
lijk 1 oktober 1959 te mogen gebruiken ten behoeve van de berging van
baggerspecie. Het in eigendom over te dragen gedeelte, dat geheel aan
sluit op hot reeds aangelegde westelijke deel, is op de bij de stukken
overgelegde tekening roodomlijnd aangegeven.
Van de overdracht dient ook te worden uitgezonderd een grondstrook,
tor breedte van 3,50 m, langs de oever van het Van Harinxmakanaal, zulks
met het oog op eon doelmatig onderhoud van de oeververdediging door de
provincie
"De"