3. de zuidelijke grens van de op de tekening met 5& en 6a gemerkte per
ceelsgedeelten, de noordelijke grens van de op deze tekening met 5b
en 6b gemerkte perceelsgedeelten, alsmede de zuidwestelijke grens van
de op de tekening met 8 en 10 gemerkte perceelsgedeelten, loopt op een
afstand van 3,50 m uit de voorkant van de rijshoutoonstruotie langs
het Van Harinxmakanaalmet dien verstande, dat de aan de gemeente
over te dragen grondstroken van de percelen, gemerkt 5a, 6a, 8 en 10,
onder de spoorbruggen een breedte krijgen van ongeveer 8.00'm, ten
behoeve van het aanleggen van wegen naar de toekomstige industrieter
reinen ten westen van de spoorlijn Leeuwarden-Zwolle;
4. de gemeente draagt zorg voor het maken van een beschoeiing langs de
onder 3 bedoelde industriewegen, voorzover deze worden aangelegd onder
de spoorbruggen over het Van Harinxmakanaal; de beschoeiingen, dio
moeten worden gomaakt en onderhouden ton genoegen van de directie van
de provinciale waterstaat van Friesland, blijven in eigondom, boheor
en onderhoud bij de gemeente;
5. elke vordering wogons ovor— of ondermaat wordt uitgesloten;
6. alle op de eigendomsoverdracht vallende kosten komon voor rekening van
de gemeente Leouwarden;
7. do gemeente aanvaardt de verschillende perceelsgedeelton vrij van hy
potheek, beslag en huur en vordor in do toestand, waarin doze zich ten
tijde van de eigendomsoverdracht bevinden, mot alle lusten, lasten,
plichten, erfdienstbaarheden, enz., daartoe van ouds on met recht be
horende
8. de lovoring geschiedt op do dag van het verlijden van de akte van over
dracht
9. hot risico voor, hot onderhoud van en allo van het verkochte geheven
wordende lasten en belastingen komon vanaf do onder 8 bedoelde datum
voor rekening van de koopster;
10. do verkoopster is tot geon andere vrijwaring gehoudon dan tot die
wegens uitwinning;
11. partijen doen afstand van hot recht tot hot vragen van ontbinding, als
bedoeld in do art. 13C2 en 1303 van het burgerlijk wetboek.
Aldus vastgesteld in do openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Besluit ex artikel 36, vierde lid,der Woningwet voor het gebied van het uitbrei
dingsplan "Noord".
Bijlage no. 178. Leeuwarden, 1 juli 1958.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 17 juli 1957, no. 7114, is bepaald, dat voor het gebied,
gelegen tussen de Groningerstraatweg en de spoorlijn naar Stiens, een herziening
van het uitbreidingsplan in voorbereiding is. Wij hebben een dergelijk besluit
destijds wenselijk geacht, omdat het hierdoor mogelijk zou zijn in dit gebied
bebouwing, welke in verband met de stedebouwkundige ontwikkeling ongewenst moet
worden geacht, tegen te gaan.
Ingevolge artikel 36, vierde lid,der Woningwet vervalt een dergelijk be
sluit, indien niet binnen een jaar na de dagtekening daarvan een ontwerp-uitbrei
dingsplan ter inzage is gelegd.
Voor een klein gedeelte van dit gebied, n.l. een smalle strook ten noorden
van het Schapendijkje, is inmiddels een herziening vastgesteld, opgenomen In het
uitbreidingsplan "West". Het is evenwel niet mogelijk gebleken voor het overige,
zeer omvangrijke, gebied tijdig een ontwerp-plan gereed te hebben. Voor dit ge
bied expireert Uw bovenvermeld besluit derhalve op 17 juli a.s.
De overwegingen, welke tot Uw bovenbedoeld besluit hebben geleid, zijn
echter nog onverminderd van kracht. Wij achten het dan ook wenselijk, dat opnieuw
een dergelijk besluit voor het laatstbedoelde gebied wordt vastgesteld en geven
U derhalve in overweging over te gaan tot vaststelling van een besluit, als in
ontwerp hieronder is afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
J. Hooij, L-Secretaris
Verzonden 9 juli 1958.