Verder dient men, aldus het rapport, aan te nemen, dat de helft van deze beroepsbevolking een opleiding aan een detailhandelsvakschool zal ambiëren en dat de overigen, zonder een dergelijke opleiding, doch in het bezit van een u.l.o.-, h.b.s.- of middenstandsdiploma, in de detailhandel worden tewerkgesteld. Al non aanneemt,dat de beroepsuitoefening zich uitstrekt over een periode van 45 jaar, dan zou dit betekenen, dat jaarlijks 2.500 45 of ongeveer 55 leerlingen emplooi kunnen vinden. Uit deze gegevens trekt het E.T.I.F. de conclusie, dat een aantal van ca. 50 leerlingen voor elk der leerjaren te verwachten zal zijn. Dit houdt tevens in, dat, indien er twee scholen tot stand zouden komen, elk der beide scholen slechts kan rekenen op 25 leerlingen per jaar. De Stichting Christelijke Detailhandelsvakscholen rekent alleen al voor haar school op een jaarlijkse aangifte van 50 leerlingen. Deze stichting verwaarloost daarbij de factor, dat een belangrijk deel van de in de detailhandel werkzame personen -blijkens het rapport van het E.T.I.F. te stellen op 50$-hun vooropleiding aan een u.1,o.-school, h.b.s., e.d. zullen ontvangen. Deze gegevens bevestigen de juistheid van het standpunt, dat er voor twee onderwijsinrichtingen geen voldoende levensvatbaarheid bestaat. De inspectrice van het nijverheidsonderwijs heeft zich blijkens haar brief van 3 juni J.l. in gelijke zin uitgesproken. Van een tegenovergestelde mening geeft de Rijksmidden.. standsconsulent voor Friesland blijk in zijn brief van 4 juni 1958. Deze functio naris is van oordeel, dat het door het E.T.I.F. aangegeven gebied met 250.000 in woners ruimer moet worden genomen. In welke mate dit naar zijn mening het geval moet zijn, wordt helaas niet nader uitgewerkt. Nu zowel de Kamer van Koophandel als de inspectrice van het nijverheids onderwijs onze mening kunnen onderschrijven, dat er slechts plaats is voor één detailhandelsvakschool, zal één der ingekomen aanvragen niet ingewilligd kunnen worden Zoals hiervoor reeds is vermeld, staat het bestuur van de Stichting Christe lijke Detailhandelsvakscholen afwijzend tegenover een z.g. compromisschool.Dit bestuur motiveert, blijkens zijn schrijven van 8 september J.l., zijn afwijzend standpunt door te stellen: 1. dat de middenstanders in de provincie Friesland als geheel genomen overwegend protestants-christelijk zijn; 2. dat de leeftijd van 12 - 16 jaar uitermate belangrijk is voor de geestelijke vorming, reden waarom het vasthoudt aan een christelijke vakschool; 3. dat, indien er voor Leeuwarden werkelijk maar plaats is voor één vakschool, het daarmee akkoord kan gaan, mits deze een christelijke school wordt; 4. dat, nu Groningen en Zwolle reeds een z.g. compromisschool hebben, er aan leiding is om in Leeuwarden, als tussenliggend centraal punt, een christelijke school te vestigen. Hiervoor hebben wij reeds opgemerkt, dat de Kamer van Koophandel geen voor keur heeft willen uitspreken voor één der beide scholen. De inspectrice van het nijverheidsonderwijs heeft daarentegen gemeend ook dit facet in haar advies te moeten betrekken. Dit advies bevat een pleidooi voor de totstandkoming van een Christelijke Detailhandelsvakschool te Leeuwarden, en het komt nagenoeg overeen met de inhoud van de hiervoor genoemde punten 1 tot en met 4. Zoals vrij nader zullen aantonen, achten wij de door laatstbedoelde Stichting vermelde argumenten niet steekhoudend. In de eerste plaats gaat men er ten onrechte van uit, dat het gebied, waar uit de leerlingen een detailhandelsvakschool zullen bezoeken, de gehele provincie zal omvatten. Veeleer is te verwachten, dat het overgrote deel der leerlingen woonplaats heeft in Leeuwarden en in de omliggende gemeenten: Menaldumadeel, Leeuwarderadeel, Hot Bildt, Ferwerderadeel, Tietjerksteradeel, Idaarderadeel, RauwerderhemBaarderadeel on UtingeradeelVoor dit gebied met een inwonertal van rond 155.000 geldt stellig niet, dat de bevolking overwegend protestants-chris telijk is. Dit gegeven vormt dan ook veeleer een motief voor de totstandkoming van een algemene vakschool "Overigens" Overigens hebben wij begrip voor het standpunt, dat de onderscheidene levens beschouwelijke groeperingen trachten geëigend en bepaaldelijk gericht onderwijs voor hun kinderen te verkrijgen. De noodzaak, dat voor deze wel zeer specialis tische opleiding alleen een christelijke vakschool in aanmerking zou komen, kunnen wij, gezien het vorenstaande, evenwel niet inzien. Een dergelijke noodzaak achten wij eerst dan aanwezig, indien is aan te tonen, dat er aan twee scholen voldoende behoefte bestaat. Verder wordt het feit, dat Groningen en Zwolle reeds een compromisschool hebben, als motief gebruikt voor het bepleiten van de stichting van een christe lijke vakschool te Leeuwarden. Wij zijn van oordeel, dat het stichten van een compromisschool in Groningen en Zwolle, mede gelet op de samenstelling van de bevolking van het deel van onze provincie, van waaruit leerlingen de school te Leeuwarden zullen bezoeken, zeker niet tot de conclusie kan leiden, dat te Leeu warden een christelijke school moet worden gevestigd. Bovendien achten wij de vak-technische zijde van de opleiding het belang rijkste. Een voor alle partijen bevredigende situatie is o.i. dan ook alleen te bereiken, indien een compromisschool tot stand komt. Op deze wijze kunnen alle leerlingen, ongeacht hun godsdienstige overtuiging, een vakschool op het gebied van do detailhandel bezoeken. Wij betreuren het dan ook, dat de ondernomen bemiddelingspogingen om tot een de-rgelijke compromisschool te komen, zijn gestrand. Aangezien wij het tot stand komen van een detailhandelsvakschool hier ter stede noodzakelijk achten, stellen wij U op grond van vorenstaande overwegingen voor, het verzoek van het bestuur van do Stichting Algemene Vakschool voor de Detailhandel, alhier, in te willigen en afwijzend te beschikken op de van de andere adressante ingekomen aanvraag Wij merken hierbij op, dat één lid van ons college ten deze een afwijkend standpunt inneemt en zich derhalve met dit voorstel niet kan verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 6 oktober 1958.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 466