No. 1776.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari
1958 (bijlage no. 26);
BESLUIT:
aan K.J. Kuindersma, Van Ostadestraat 41» alhier, tot 31 december 2030 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein, gelegen aan de oostzijde van
de Dennenstraat, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, sectie G, no. 14557» fer grootte van plm. 3185 m2, op
de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven, zulks onder
de volgende voorwaarden.
1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van
32.500,-- en een rentevoet van 6 7 per jaar;
2. het door belanghebbende ten kantore van het grondbedrijf gestorte be
drag van 1.625,-- als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, ver
valt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, ten
zij burgemeester en wethouders, in bijzondere gevallen, te hunner be
oordeling, niettemin tot gehele of gedeeltelijke teruggave van de waar
borgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage
de waarborgsom teruggegeven;
3. voor het eerst in het jaar 1995,en vervolgens steeds om de 25 jaren,
wordt de waarde van de grond op dat tijdstip opnieuw door de gemeente
raad vastgesteld; de opnieuw vastgestelde grondwaarde strekt daarop tot
de volgende herziening tot grondslag van de canon;
4. zolang het erfpachtsreoht niet met toestemming van burgemeester en wet
houders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben;
5. de akte van erfpacht moet notarieel vrorden verleden binnen een door
burgemeester en wethouders te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van toepassing - voor
zover mogelijk en met het vorenstaande niet in strijd - de bepalingen
betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tussen
Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan de gemeente Leeuwar
den.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Krediet in rekening-courant bij de NVBank voor Nederlandsche Gemeenten.
Bijlage no. 27. Leeuwarden, 5 februari 1958.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 11 december 1957 hebt U besloten het in het
eerste kwartaal 1958 bij de N.V.Bank voor Nederlandsche Gemeenten in
rekening-courant op te nemen bedrag te bepalen op maximaal 20.500-000,
Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan 25$ van de op de gewone dienst van
de gemeentebegroting geraamde kredieten. Op grond hiervan zijn Gedeputeerde
Staten van oordeel, dat het rekening-courant-krediet voor een periode van ten
hoogste drie maanden dient te worden vastgesteld.
Ook na 31 maart 1958 moeten gelden bij de N.V.Bank voor Nederlandsche
Gemeenten worden opgenomen, indien de gemeente er niet in slaagt op andere
wijze vaste of tijdelijke financieringsmiddelen aan te trekken. Wel kan
het krediet voor het tweede kwartaal van 1958 lager zijn dan dat voor het
eerste kwartaal van 1958, omdat de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten
uit de opbrengst van de nationale woningbouwleningen enkele vaste
leningen aan onze gemeente zal verstrekken. Het totale bedrag aan vaste
financieringsmiddelen, dat aldus beschikbaar komt, is nog niet bekend,
doch dit bedrag zal zeker groter zijn dan 2.000.000,--. Het in het
tweede kwartaal van 1958 in rekening-courant bij de N.V.Bank voor Neder
landsche Gemeenten op te nemen bedrag kan daarom 2.000.000,-- lager zijn
dan het krediet voor het eerste kwartaal 1958. Het krediet voor het tweede
kwartaal dient derhalve te worden gesteld op maximaal 18500.000,--
Het normale rekening-courant-krediet van onze gemeente bij de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten bedraagt sedert een aantal jaren
1.000.000,--. De bank geeft er de voorkeur aan,dat, ook in de toekomst
het normale krediet op dit bedrag wordt gehandhaafd en dat daarnaast,
in verband met de moeilijke situatie op de kapitaalmarkt, voor het finan
cieren van nieuwe investeringen, extra kredieten worden verstrekt. Het
normale krediet van 1.000.000,-- kan voor het gehele jaar 1958 worden
vastgesteld en de extra kredieten voor een kwartaal. Tegen goedkeuring
van het normale krediet voor een vol jaar hebben Gedeputeerde Staten
geen bezwaar. Het extra krediet over het tweede kwartaal van 1958 kan
derhalve op 18500.000,-- - 1.000.000,-- 17.500-000,-- worden
bepaald
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan
verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig de hierbij ge
voegde ontwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 6 februari 1958.