- 6 -
Bevolkingsverloop
Een lid heeft met waardering kennis
genomen van de in de brochure inzake de
industrialisatie opgenomen gegevens over
het bevolkingsverloop. Dit lid is zeer
belangstellend naar het in uitzicht ge
stelde rapport van het E.T.I.F.
Pi rscnec lsaangc Icgcniu. don
Een lid gaf uiting aan zijn voldoe
ning over de wijze, waarop burgemeester
en wethouders het personeel op weekloon
hebben ingelicht over de nieuwe metho
den, die bij het personeelsbeleid worden
toegepast.
1. Over de samenstelling van de alge
mene promotiecommissie zou een lid
gaarne inlichtingen ontvangen.
2. Een ander lid vroeg, of het juist
is, dat het hoofd van de afdeling
onderwijs ter secretarie kort gele
den is bevorderd tot een hogere rang,
en zo ja, of deze bevordering een
herwaardering van bedoelde functie
inhoudt, die consequenties voor de
toekomst heeft, zulks mede ten aan
zien van andere functionarissen.
Indien dit niet het geval is, zou
dit lid graag de reden van deze be
vordering vernemen.
De samenstelling van de promotie
commissie is!
voorzitter-
adviserend lid
gewone leden
wethouder van perso
neelszaken
de gemeentesecretaris
drie door het college
aan te wijzen dienst
hoofden (twee verte
genwoordigende de
grote bedrijven en
één van de kleine
diensten
het diensthoofd wiens
voorstel ter tafel
komt
een hoofdbestuurder
van elke organisatie,
die in het georgani
seerd overleg verte
genwoordigd is;
een door het college
aan te wijzen ambte
naar van personeels
zaken, die tevens als
secretaris zal funge-
Naar onze mening heeft een juist
personeelsbeleid deze bevordering mee
gebracht. Dit houdt geen consequen
ties voor de toekomst in.
adviserende
leden
5. Een lid vroeg inlichtingen over de
ziekteporcentages bij de gemeente
lijke diensten en zou gaarne verne
men, hoeveel dit de gemeente kost.
De gevraagde gegevens zijn alleen
van enkele bedrijven voorhanden en
kunnen derhalve niet op volledigheid
bogen.
Wij zullen de ziekte- en ongevallen
percentages van het gehele personeel
doen verzamelen on de raad hiervan
t.z.t. opgaaf verstrekken.
Grenswijziging met Menaldumadeel
Een lid vroeg, of er na het ver
schijnen van de aanbiedingsbrief nog
vorderingen zijn gemaakt met de plannen
tot het wijzigen van de grens tussen de
gemeenten Leeuwarden en Menaldumadeel.
,-'t raatnamen
1. Enige leden deelden mede, dat zij
het niet eens zijn met de mening van
het college, dat mag worden aangeno
men, dat indertijd het geven van na
men aan straten aan burgemeester en
wethouders is gedelegeerd.
Nu deze delegatie niet op andere
wijze dan door de praktijk gedurende
een reeks van jaren aannemelijk kan
worden gemaakt, zijn deze leden ge
neigd te geloven, dat er van delega
tie geen sprake is. Zij achten het
daarom raadzaam, dat deze aangelegen
heid alsnog wordt geregeld.
Voorts vroegen verschillende le
den of burgemeester en wethouders
voornemens zijn met een voorstel tot
het instellen van eon commissie voor
de straatnaamgeving te komen, of dat
in deze wordt gewacht op een voor
stel uit de raad.
2. Een lid doelde mede weinig waar
dering te hebben voor de namen van
tal van nieuwe straten. Is het niet
mogelijk, zo vroeg dit lid, in ruime
re mate dan tot dusver bij de naam
geving aandacht te schenken aan ver
dienstelijke personen uit de histo
rie.
3. Ditzelfde lid vroeg bij het aan
brengen van de beplanting in de
nieuwe wijken in het oosten van de
stad zo veel mogelijk aansluiting te
zoeken bij de namen van de straten.
4. In verband mot de omstreden dele
gatie van de straatnaamgeving vroe
gen enkele leden om overlegging van
een lijst van alle in de loop der
jaren door de raad aan burgemeester
en wethouders gedelegeerde bevoegd
heden.
Dit is niet het geval.
Wij menen ons standpunt te dezer
zaken, zoals nader uiteengezet in de
aanbiedingsbrief, te moeten handhaven.
Het ligt in ons voornemen enkele per
sonen, waaronder enige raadsleden,
uit te nodigen in een adviescommissie
zitting te nemen.
De grote steden vermijden de
laatste jaren bij de straatnaamgeving
praktisch alle persoonsnamen.
De in te stellen oommissie van advies
voor de straatnaamgeving zal naar
onze mening thans in eerste instantie
deze aangelegenheid in studie moeten
nemen.
Voor zoveel de aard van de beplan
ting en de bodemstructuur dit moge
lijk maken geschiedt dit reeds.
Nadat het omvangrijke historische
onderzoek, dat voor de samenstelling
van een dergelijke lijst nodig zal
zijn, heeft plaats gevonden, zullen
wij dit aan de raad mededelen.