Ho. 15968.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november
1958 (bijlage no. 505);
BESLUIT:
aan te kopen van Theodorus Visser, Van Heemstrastraat 10, alhier, een ge
deelte ter grootte van ongeveer 5 m2, van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectic G, no. 12873, welk gedeelte op de bij dit be
sluit behorende tekening roodgekleurd is aangegeven, voor een koopsom van
37;50 en voorts onder de volgende voorwaarden:
1. de grond wordt overgedragen met alle daarop rustende erfdienstbaarheden
en lasten en daaraan verbonden rechten doch vrij van hypotheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van over-
dracht
3. vanaf de dag van levering komen alle zakelijke lasten en belastingen,
'..elke van het over te dragen perceelsgedeclte geheven worden, voor re
kening van de gemeente Leeuwarden;
4. de verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die, welker
uitsluiting de wet niet toestaat;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1 303 van het burgerlijk v/etboek;
6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarder..
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aankoop perceel Prins Hendrikstraat 11 en 11bov.
Bijlage no. 304. Leeuwarden, 19 november 1953
Aan de Gemeenteraad.
In ons voorstel met betrekking tot het vernieuwen van de Prins Hen-
drikbrug hebben wij U destijds onder meer mededeling gedaan van het feit,
dat de nieuwe brug zodanig is geprojecteerd, dat de westelijke kant van de
rijweg van de Prins Hendrikstraat en van de brug in eikaars verlengde lig
gen. Alleen op deze wijze kan namelijk een goede aansluiting van de Prins
Hendrikstraat op de Sophialaan worden verkregen. Verwacht wordt, dat de toe
komstige rijwegbreedte van de nieuwe brug op grond van de te verwachten
verkeersintensiteit dient te ""orden bepaald op 20 m, inclusief trottoirs.
Hoewel op dit moment de juiste breedte van de Prins Hendrikbrug nog
niet definitief is vastgesteld, zal toch wel tot verbreding van de Prins
Hendrikstraat moeten worden overgegaan. Verbreding van deze straat zal in
oostelijke richting moeten plaatsvindon. Dit betekent, dat de gemeente
in de toekomst de beschikking zal moeten verkrijgen over de percelen met
opstallen, gelegen aan de oostzijde van de Prins Hendrikstraat.
Thans doet zich do gelegenheid voor om het pand Prins Hendrikstraat 11
aan te kopen. Dit pand heeft een frontbreedte van 16.00 m en een diepte
van 7.00 m. Het bestaat uit een kelder onder het gehele gebouw, een winkel
of kantoorruimte op de begane grond, een woning op de eerste verdieping
en een woning op de tweede verdieping met zolderruimte. De algemene toe
stand van het gebouw is goed; de kelder en de begane-grond-verdieping
worden centraal verwarmd. Het perceel is op de bij de stukken overgelegde
tekening roodomlijnd aangegeven.
Wij hebben de eigenares bereid gevonden het pand aan de gemeente te
verkopen voor do som van 49.500,--. Vij achten deze prijs, gezien ook
de staat waarin het pand verkeert, aanvaardbaar. Uitgaande van het feit,
dat de beide woningen worden verhuurd voor in totaal 1111,60 per jaar
en dat de huurprijs van de begane-grond-verdieping met de daaronder gele
gen kelder wordt geschat op 3000,-- per jaar, achten wij de in beginsel
overeengekomen koopprijs, ook op basis van de berekende rentabiliteits-
'aarde van het gebouw, voor de gemeente acceptabel.
Gelet op het grote belang, dat de gemeente heeft bij het verkrijgen
in eigendom van de aan de oostzijde van de Prins Hendrikstraat gelegen
percelen, hebben wij gemeend de gevraagde prijs in beginsel te moeten aan
vaarden en U te moeten voorstellen het bedoelde pand aan te kopen voor
49-500,
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten overeenkomstig het
hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Heulen, Burgemeester
de Jong, Secretaris.
Verzonden 20 november 1958.