het vleos, in afwachting van de nadere keuring, als bedoeld in artikel 8
van de \ïet, zich bevindt.
2. Van ingevoerd verpakt vlees, dat is gemerkt op de wijze, bedoeld in
artikel 46, derdo lid, van het besluit, mag de verzegeling niet worden
verbroken zonder toestemming van de met de keuring belaste ambtenaar.
(Dit artikel worde niet opgenomen, indien van de nadere keuring, als be
doeld in artikel 8 van de wet, ontheffing is verleend).
Van de keuring
Artikel 7.
1. De keuring vóór het slachten geschiedt..,..(voorbeelden: op
het terrein van het slachthuis; ter plaatse, door de directeur aan te wij
zen; ter plaatse, waar het slachtdier zich bevindt, vermeld in de kennis
geving, bedoeld in artikel 4).
2. De keuring na het slachten geschiedt(voorbeelden: in
óón dor da rvoor bestemde lokaliteiten van het slachthuis; ter plaatse van
slachting, vermeld in de kennisgeving, bedoeld in artikel 4).
3. De keuring van gestorven of in nood gedode slachtdieren geschiedt
(voorbeelden: in de daarvoor bestomde lokaliteit van
het slachthuis; in de noodslachtplaats van.
ter plaatse, waar deze zich bevinden, vermeld in de kennisgeving, bedoeld
in artikel 5).
4. De keuring van in de gemeente ingevoerd vloe3 geschiedt
(voorbeelden: in óón der daarvoor bestemde lokaliteiten van het slacht
huis, ter plaatse, vermeld in de kennisgeving, bedoeld in artikel 6).
(Het vierde lid worde niet opgenomen, indien van de nadere keuring, als
bedoeld in artikel 8 van de wet, ontheffing is verleend.)
Artikel 8.
1. Op zondag, benevens op door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen
dagen, wordt niet gekeurd.
2. Op werkdagen geschiedt de keuring tussen uren, welke door Burgemeester
en Wethouders worden vastgesteld.
Artikel 9.
1. Do keuring vóór het slachten hoeft plaats zo spoedig mogelijk en in
elk geval niet later dan op do eerstvolgende werkdag nè. die, waarop de
kennisgeving, bc-docld in artikel 4, werd verricht.
2. Do keuring nS. het slachten heeft plaats zo spoedig mogelijk en in elk
geval niet later dan op do eerstvolgende werkdag na die, waarop het slach
ten werd beöindigd.
3. De keuring van in de gemeente ingevoerd vlocs hoeft plaats zo spoedig
mogelijk en in elk geval niet later dan op de eerstvolgende werkdag nS.
die, waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 6, werd verricht,
4. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid kunnen Bur
gemeester en Wethouders met betrekking tot slachtdieren, welke zullen wor
den geslacht elders dan in inrichtingen, als bedoeld in artikel 19 van de
wet, zowel voor de keuring vóór als voor de keuring nA het slachten be
paalde dagen vaststellen.
(Hot derdo lid v/ordo niet opgenomen, indien van de nadere keuring, be
doeld in artikel 8 van de wet, ontheffing is verleend).
Artikel 10.
Indien do keuringsdierenarts voor het nemen van de juiste keuringsbeslis
sing zulks noodzakelijk acht, mag hij zijn uitspraak uitstellen met dien
verstande, dat deze niet later wordt gegeven dan op de tweede werkdag nA
die, waarop de keuring nA het slachten, (onderscheidenlijk de nadere
keuring, als bedoeld in artikel 8 van de vet) werd aangevangen.
Artikel 11.
Hij, die vleos ter keuring aanbiedt, is verplicht bij voorv/aardelijke
- goedkeuring -
goedkeuring dit vlees onder ambtelijk toezicht over te brengen of te doen
overbrengen naar een door de directeur aangewezen plaats, wanneer zulks
van hem wordt verlangd.
Artikel 12.
1, Op verzoek van degene, die vlees ter keuring aanbiedt, verstrekt de
directeur hem een schriftelijk bewijs van afkeuring of van voorwaardelijke
goedkeuring, waarin worden vermeld de datum en de reden van de afkeuring
of van de voorwaardelijke goedkeuring, alsmede het nummer van het ver-
zekeringsoormerk, indien dit voorkomt.
2. Een afschrift van dit bewijs, waarop het woord "AFSCHRIFT" op duide
lijke wijze is vermeld, mag uitsluitend aan de in het eerste lid bedoelde
persoon worden verstrekt.
Artikel 13.
In de stempelmerken, bedoeld in de artikelen 38» 39, 40, 41 en 43 van het
besluit wordt óón der volgende vermeldingen aangebracht:
(voorbeelden: de naam der gemeente, aangeduid met de
naam der gemeente, vervangen door de naam van de centrale gemeente van de
Vleeskeuringsdienst, aangeduid met....I de naam der gemeente,
vervangen door de naam van de vleeskeuringsdienst, aangeduid met
Artikel 14.
Onverminderd het bepaalde in artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht
is het een ieder verboden, uitgezonderd de met de keuring belaste ambte
naren, de aangebrachte merken, bedoeld in het Vleeskeuringsbesluit, ge
heel of gedeeltelijk onleesbaar te maken of te verwijderen, voordat het
vlees aan de consument wordt afgeleverd, dan wel kennelijk voor aflevering
aan de consument gereed ligt of gereed wordt gemaakt.
Van de horkeuring
Artikel 15.
1. Herkeuring van vlees wordt, met inachtneming van het bepaalde in arti
kel 51 van het besluit, schriftelijk aangevraagd bij de burgemeester
(van de gemeente nadat aan de directeur van dit voorne
men kennis word gegeven.
2. Bij de aanvraag tot herkeuring legt de belanghebbende een bewijs over,
dat hij het krachtens de verordening op de heffing van keurlonen voor
herkeuring verschuldigde bedrag heeft gestort ten
kantore van de gemeente-ontvanger,
T-welk bedrag na afloop van de herkeuring
burele van de vleeskeuringsdienst
zo spoedig mogelijk wordt teruggegeven na aftrek van de in het derde of
vierde lid bedoelde kosten.
3. Indien bij de herkeuring de eerste uitspraak wordt gehandhaafd, komen
de aan de herkeuring verbonden kosten voor rekening van de aanvrager.
4. In het geval van artikel 51a.» vierde lid, van het besluit, komt de
helft van de aan de herkeuring verbonden kosten voor rekening van de aan
vrager.
5. De herkeuringsdierenarts(en) ontvangt(en) ter zake van hun werkzaam
heid een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen vergoeding.
Van de in- en doorvoer van vlees of vleesvYaren
Artikel 16.
1. Hij, die vlees of vleeswaren vervoert, in zijn bezit of onder zijn be
heer heeft, is verplicht dit of deze of eerste vordering van de ambtenaren,
die met betrekking tot de wet opsporingsbevoegdheid hebben, te tonen en,
zo dit wordt verlangd, over te brengen of te doen overbrengen naar de plaats,
door de desbetreffende ambtenaren aan te wijzen.
2. Het overbrengen moet een aanvang nemen binnen een uur, nadat de vorde
ring tot overbrenging werd gedaan en zonder onderbreking plaatsvinden.
3. Bij weigering of nalatigheid zal de overbrenging geschieden op kosten
van degene, die in gebreke bleef, onverminderd de strafvervolging ter zake
van de weigering of van de nalatigheid.
- artikel 17. -