II. te gelasten, dat de onder I genoemde woningen ontruimd moeten zijn binnen 6 maanden, te rekenen van de dag, waarop de tijd tot voorziening is verstreken of dit besluit door het bevoegd gezag is gehandhaafd, met uitzondering van het perceel Houtstraat 27, hetwelk behoudens nadere beslissing, niet behoeft te worden ontruimd zolang de bewoning door de huidige eigenaar-bewoner voortduurt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Herstel walmuur Willemskade Noordzijde. Bijlage no. 40. Leeuwarden, 12 februari 1958. Aan de Gemeenteraad. Op 15 augustus 1957 is een gedeelte van de walmuur van de Willems- kade-Noordzijde bezv/eken en in het water gestort. Hoewel het bekend was, dat h..t betreffende gedeelte van de walmuur in een minder goede toestand verkeerde, kwam het bezwijken vrij onverwachts. Met de deskundigen op dit gebied zijn wij van mening, dat het instorten mede en vooral een gevolg is geweest van de abnormaal zware regenval gedurende de aan de instorting vooraf gegane jaren. Begrijpelijkerwijs hebben wij onmiddellijk na het instorten ter plaatse de nodige maatregelen getroffen ter beveiliging van het wegverkeer en het scheepvaartverkeer. Verder hebben wij de directeur der openbare werken verzocht op korte termijn een uitgewerkt plan (met kostenbegroting) tot herstel van het betreffende walmuurgedeelte bij ons in te dienen. Dit plan ontvingen wij op 16 november 1957. Het omvat het herstel van de walmuur over een lengte van plm. 62 m (tussen de Schoolstraat en de Arendsstraat). De constructie van het nieuwe gedeelte wordt gevormd door een L - muur van gewapend beton, met een bekleding van metselwerk. Op grond van verkregen sonderingsresultaten kan worden volstaan met het aanbrengen van een fundering op de eerste zandplaat. De kostenbegroting wijst een bedrag van 75.000,aan. Het was ons niet mogelijk Uw raad na de ontvangst van het plan een voorstel te doen tot beschikbaarstelling van het benodigde krediet, omdat de financieringsmiddelen daarvoor ontbraken en ook niet tegen aanvaard bare voorwaarden waren aan te trekken. Wij kunnen U echter thans mededelen, dat vfij op 11 februari j.l. van de zijde van het Rijk de mededeling ont vingen, dat aan de gemeente Leeuwarden voor de uitvoering van verschillen de kapitaalswerken een bepaald leningsbedrag is toegezegd. In dit bedrag zijn o.m. opgenomen de kosten van het herstellen van walmuren, die daar voor in aanmerking komen. Wij zijn van oordeel, dat nu het plan tot het herstel van de walmuur van de Willemskade geheel gereed ligt, thans onver wijld tot het herstel dient te worden overgegaan, temeer om de belemmeringen welke sedert het instorten aan het wegverkeer en vooral aan het scheep vaartverkeer in de weg zijn gelegd, zo spoedig mogelijk op te heffen. Wij stellen U dan ook voor te besluiten over te gaan tot herstel van een ge deelte van de walmuur van de Willemskade N.Z., overeenkomstig het door de directeur der openbare werken opgemaakte plan en voor de uitvoering van dit werk een krediet beschikbaar te stellen van 75.000,--. Dit krediet zal zo spoedig mogelijk in een ontwerp-besluit tot het wijzigen van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1958 worden opgenomen. Naar een afschrijving in 40 jaren en een rente van 4g$ tejaars bedragen de uit deze investering voortvloeiende kapitaalslasten gemiddeld 4.075,-- per jaar. Wij tekenen tenslotte nog aan, dat wij zeer binnenkort bij Uw raad plannen aanhangig zullen maken tot herstel van andere gedeelten walmuur, welke dringend voorziening behoeven. Onder deze plannen zal begrepen zijn het plan tot herstel van het gedeelte walmuur aan de Voorstreek tussen de Korfmakersstraat en de Koningsstraat. Over dit gedeelte van de Voorstroek zijn dezer dagen uit veiligheidsoogpunt enkele beperkende maatregelen getroffen ten aanzien van het zwaardere verkeer. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 12 februari 1958.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 68