No. 287J.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van "burgemeester en wethouders van 3 maart 1959
(bijlage no. 75)
BESLUIT:
de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie en de Minister van Financiën te verzoeken de aan de
gemeente Leeuwarden toegekende algemene uitkering uit het gemeentefonds
bedoeld in artikel 4 van de wet van 8 januari 1955» staatsblad no. 17,
voor het dienstjaar 1959 en volgende jaren te verhogen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijziging gemeentebegroting en begrotingen takken van dienst voor het dienstjaar
1957.
Bijlage no. 76. Leeuwarden, 4 maart 59
Aan de Gemeenteraad.
Onder verwijzing naar de bij de stukken ter inzage gelegde ontwerp-besluiten
tot het wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het openbaar
slachthuis, de geneeskundige- en gezondheidsdienst, het woningbedrijf, de gemeente
reiniging, de openbare werken, het grondbedrijf en de energiebedrijven voor het
dienstjaar 1957 delen wij U het volgende mede
Bij wijziging no. 17 van de gemeentebegroting werd het nadelige saldo van de
dienst 1957 geraamd op f 493.l60,--. Hierin waren het op de post voor onvoorziene
uitgaven geraamde bedrag van 59-010,-- en een bijdrage uit de algemene reserve
groot 9-500,-- begrepen. Exclusief deze posten werd het tekort geraamd op
443.650,--. Dit bedrag moest nog worden verhoogd met 212.305,-- wegens onge
dekte kapitaalslasten voor nieuwe investeringen. Het totale geraamde tekort be
droeg derhalve 655.955,--- Inmiddels is het basisbedrag van de algemene uit
kering uit het gemeentefonds verhoogd met 3.05 per inwoner. Het tekort neemt
hierdoor met ongeveer 375.000,-- af. Bovendien zijn voornamelijk tengevolge
van de bestedingsbeperking verschillende geraamde bedragen niet geheel of op een
later tijdstip besteed, waardoor o.a. de kapitaalslasten voor nieuwe werken lager
zijn dan aanvankelijk is geraamd. Anderzijds zijn verschillende inkomsten hoger
dan de raming. Het gevolg van een en ander is, dat het dienstjaar 1957 met een
batig saldo van naar raming 81.050,-- zal kunnen worden afgesloten. Dit bedrag
geeft niet de feitelijke financiële positie weer, omdat verschillende voorzieningen
in 1957 voorlopig achterwege zijn gebleven, terwijl enkele toevallige baten in dit
jaar zijn ontvangen. Na eliminatie van de factoren, die het beeld van het dienst
jaar 1957 scheef trekken, zou het tekort ongeveer 170.000,-- bedragen. Dit be
drag komt ongeveer overeen met het nadelige verschil tussen de personeelslasten
die voortvloeien uit de 6$ en 5.6$ salarisverhogingen enerzijds en de voor het
dekken van deze lasten ontvangen verhoging van de belastinguitkering uit het ge
meentefonds met 9anderzijds.
Het verschil groot 737.005,-- tussen het oorspronkelijk geraamde tekort
van 655.955,-- en het thans geraamde overschot van 81.050,-- kan als volgt
worden gespecificeerd:
lasten.
a. personeelslasten
b. kapitaalslasten
cbureaukosten
d. subsidies
ebelastingen, verzekeringen, huren
fonderhoud
g. verlichting, verwarming, schoonhouden
h. transport
i. machines, gereedschappen
jdienstbenodigdheden
k. bijzondere kosten
1. uitvoering administratieve wetten
m. bedrijven
179 775,
II
57.305,-'
If
-
1.985,-
II
6.525,-
II
24.115,-.
II
20.200,-
II
64.620,-.
II
-
360,-
II
-
1.235,-
II
13.130,-
ff
56.170,-
II
475.775,-
II
-
56.495,-
567.430,-
"baten"