No. 2995.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 maart 1959
(bijlage no. 89);
BESLUIT
te huren van G. Ligthart en B. Ligthart-de Leeuw, beiden wonende Tweebaks-
markt 51 te Leeuwarden, het pand met erf, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden, sectie C, no. 1991, groot 1.33 are, plaatselijk gemerkt Weerd no. 19
voor de tijd van tien achtereenvolgende jaren, ingaande op 1 mei 1959; te
gen een huurprijs van 2600.-- per jaar en voorts onder de volgende bepa
lingen!
1. de gemeente heeft het recht de huurovereenkomst na 30 april 1964 te al
len tijde te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 6
maanden
2. de huurprijs moet bij vooruitbetaling worden voldaan in vier termijnen
van elk 65O.--, onderscheidenlijk vóór of cp 1 mei, 1 augustus, 1 no
vember en 1 februari van elk jaar;
3. de kosten van het verbruik van gas, water en elektriciteit zijn voor re
kening van de gemeente;
4. do gemeente aanvaardt het gehuurde in de staat, waarin het zich op 1 mei
1959 bevindt;
5. de gemeente verkrijgt in het kader van de huurovereenkomst en zolang
deze overeenkomst van kracht is het recht van bruikleen van de volgende,
zich in het pand bevindende, goederen:
a. lopers en hetgeen daaronder moet worden verstaan;
b. complete gasverwarming met gaskachels en radiatoren op de eerste en
tweede verdieping;
c. de linoleum-vloerbedekking in de twee achterste kamers op de eerste
verdieping en de parketvloeren in de voorkamer op de begane grond en
in de gang en de voorkamer op de eerste verdieping;
d. antieke meubelen, zioh bevindende in de voorkamer op de eerste ver
dieping, alsmede de gehele stoffering, tin, oud koper en drie mar
kiezen;
e. schilderijencollectie op de gang en in een achterkamer op de eerste
verdieping,
een en ander overeenkomstig nader door partijen op te maken beschrij
ving;
indien de gemeente van de hierboven onder a, b en c vermelde goederen,
om welke reden ook, geen gebruik meer wenst te maken, heeft zij het
recht deze aan de uitleners terug te geven;
6. de gemeente is gerechtigd de beide vertrekken aan de achterzijde op de
eerste verdieping te verenigen tot één kamer, zonder gehouden te zijn
één en ander in de oorspronkelijke toestand te herstellen;
7. de gemeente neemt voor haar rekening alle geringe en dagelijkse repara
ties van het gehuurde, alsmede het gehele binnenonderhoud van het pand;
het buitenonderhoud is voor rekening van de verhuurders;