Dit onderscheid is gemaakt omdat er destijds van is uitgegaan, dat de meerdere
kosten door de gemeente te maken voor het gebruiken van lokalen buiten het
stedelijk gedeelte van de gemeente lager zouden zijn. Aangezien dit niet het
geval is, kan dit onderscheid gevoeglijk vervallen.
Artikel 5. De bestaande tekst geeft in artikel A vermindering van het tarief,
indien een vergunning is verleend aan een vereniging, terwijl voorts vereist is,
dat onderwijs gegeven moet worden aan on- of minvermogenden. De voorgestelde
tekst biedt een ruimere mogelijkheid tot vermindering van het tarief voor het
gebruik van leslokalen door iedere gebruiker in de gelegenheid te stellen in
aanmerking te komen voor het lagere tarief, indien hot onderwijs kosteloos of
tegen een zeer geringe bijdrage in de kosten wordt gegeven. Voor gymnastiek
lokalen is geen reductie mogelijk. Hiervoor geldt immers reeds een gevarieerd
tarief. Dat het onderwijs aan min- of onvermegenden moet worden gegeven is o.i.
niet van doorslaggevende betekenisHet zwaartepunt moet worden gelegd op de
gebruiker van het lokaal. Stelt deze zich ten doel het onderwijs kosteloos of
tegen een geringe bijdrage in de kosten te geven, dan zullen hiervoor andere
dan commerci'dle overwegingen gelden. Aangezien hier ideële motieven zullen
wegen, is een reductie o.i. op zijn plaats.
Artikel 8. Volgens de bestaande verordening werden de aanslagen opgelegd binnen
twee maanden na aanvang van het belastingjaar. Voer de in de loop van het be
lastingjaar uitgereikte vergunningen heeft de aanslagregeling plaats binncn
twee maanden na uitreiking van deze vergunningen. Een wijziging in de vergun
ning heeft tot gevolg, dat de opgelegde aanslag moet worden herzien. In de prak
tijk blijkt, dat in de loop van het vergoedingsjaar zeer veel mutaties voorko
men, viaardocr de aanslagen moeten worden gewijzigd. Deze werkzaamheden nemen
zeer veel tijd in beslag. Indien de aanslagen na afloop van een A-maandelijkse
periode worden opgelegd, kan de aanslag worden gebaseerd op het aantal gebruiks-
uren, vastgesteld overeenkomstig het voorgestelde artikel 3. Op deze wijze
kan veel administratieve arbeid ter secretarie en op het kantoor van de gemeente
ontvanger worden voorkomen.
Artikel 11. Aangezien de aanslag op een kort tijdvak betrekking heeft en boven
dien na afloop van dit tijdvak wordt opgelegd, kan het voor de betrokken ge
bruiker van het lokaal geen bezwaar zijn de verschuldigde vergoeding één maand
na dagtekening van het aanslagbiljet te voldoen.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan verenigen,
stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp
besluit.
Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 27 mei 1959*
No. 6465.
DE RAAD DER GEüEBNïS LEEUWARDEN
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 mei 1959
(bijlage no. 150
BESLUIT
vast te stellen de volgende
VEEORDENING op de heffing van een ver
goeding voor het gebruik van lokalen
van gemeentelijke inrichtingen van
onderwijs.
Aard der vergoeding
Artikel 1
Onder de naam van "Gebruiksvergoeding schoollokalen" wordt een vergoe
ding geheven voor het gebruik van lokalen van gemeentelijke inrichtingen
van onderwijs met de daarin aanwezige toestellen, meubilair en leermiddelen,
krachtens een vergunning ingevolge de verordening, regelende het gebruik van
lokalen in gemeentelijke inrichtingen van onderwijs buiten schooltijden.
V e i'goe d i ng s p lie h t
Artikel 2
De vergoeding is verschuldigd door degene, te wiens name de vergunning
tot het gebruik van het lokaal is gesteld.
Object en grondslag der vergoeding
Artikel 3
1. De vergoeding wordt berekend naar het aantal uren, vermeld in de verleende
vergunning.
Voor de berekening van de vergoeding wordt het aantal uren, vermeld m
de vergunning, verminderd, indien:
a. van gemeentewege over het lokaal moet worden beschikt tijdens uren,
waarop het lokaal in gebruik is gegeven;
b. aan de gebruiker van een lokaal schriftelijk is medegedeeld, dat hot
gebruik wordt beëindigd;
c. de gebruiker tenminste veertien dagen van te voren aan de instantie,
die de vergunning heeft verleend, schriftelijk heeft medegedeeld, dat
hij het gebruik wenst te beëindigen.
2. Een gedeelte van een uur wordt voor een vol uur gerekend, indien dit ge
deelte moer dan 30 minuten bedraagt cn voor een half uur, indien dit
30 minuten of minder is.
Bedrag der vergoeding
Artikel 4
1. De vergoeding bedraagt per uur:
A. voor het gebruik van een gymnastieklokaal met do daarin voor het
schoolonderwijs aanwezige toestellen door:
a. sportverenigingen, die aangesloten zijn bij oen lande
lijke organisatie 0,70,
"b.