Ruiling erfpachtsgronden met de Leeuwarder Coöperatieve Melkinrichting.
Bijlage no. 241 Leeuwarden, 19 augustus 1959
Aan de gemeenteraad.
Ten behoeve van de verbreding van de Julianastraat als onderdeel van
het oostelijke gedeelte van de rondweg, dient de gemeente de beschikking
te verkrijgen over een strook grond, deel uitmakende van het terrein van de
Leeuwarder Coöperatieve Melkinrichting. De benodigde grondstrook is op de
bij de stukken overgelegde tekening geelgekleurd aangegeven.
Het terrein, waarvan deze grondstrook deel uitmaakt, is in 1896 in
eeuwigdurende erfpacht afgestaan aan de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek
"Leeuwarden", thans genaamd Leeuwarder Coöperatieve Melkinrichting, geves
tigd te Leeuwarden. Het perceel is kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G,, no. 12629 en heeft een oppervlakte van 3614 m2
Onderhandelingen met het bestuur van de genoemde inrichting hebben tot
resultaat gehad, dat de erfpachter bereid is medewerking te verlenen aan
het opheffen van het erfpachtsrecht op het perceelsgedeelte, dat door de
gemeente benodigd is om de rondweg op de ter plaatse geprojecteerde breedte
te kunnen brengen. Genoemd bestuur stelt daarbij echter de voorwaarde, dat
de gemeente de kosten van het herbouwen van een gedeelte van de tuinmuur
ter afsluiting van de tuin van de directeurswoning op het erfpachtsterrein
aan de erfpachter dient te vergoeden. Dit betreft het gedeelte van de tuin
muur, dat met een getrokken rode lijn op de eerderbedoelde tekening is aan
gegeven. De kosten hiervan worden geraamd op 2300,--. Wij zijn van oordeel
dat deze voorwaarde redelijk en voor de gemeente aanvaardbaar is, gezien
het grote belang, dat de gemeente heeft bij het verkrijgen van de beschik
king over de onderhavige grondstrook en gelet op het feit, dat de direc
teurswoning als gevolg van deze transactie een zekere waardevermindering
ondergaat, omdat de erker van deze woning, die zich thans op een behoorlij
ke afstand van het trottoir van de Julianastraat bevindt, straks op een af
stand van slechts 1 a 1-g- m van dit trottoir zal komen te liggen.
Verder heeft het genoemde bestuur verzocht een drietal kleine perceels
gedeelten bij het erfpachtsterrein te voegen, zulks ter afronding van het
fabrieksterrein. Bedoelde perceelsgedeelten zijn op de eerderbedoelde te
kening groengekleurd aangegeven. Wij hebben tegen inwilliging van dit ver
zoek geen bezwaar, aangezien naar onze mening door deze transactie een be
tere terreinverkaveling ontstaat. De erfpachter zal zelf zorgdragen voor het
aanbrengen van een afrastering op de hierdoor ontstaande nieuwe erfpachts-
grens. Overigens hebben wij van deze gelegenheid gebruik gemaakt de erf
pachter te verzoeken te gedogen, dat het overstek van het dak van het ter
plaatse aanwezige transformatorgebouwtje zich boven het erfpachtsterrein
bevindt. De erfpachter kan zich hiermede verenigen.
Tenslotte merken wij nog op, dat de bestaande erfpachtscanon door deze
transacties naar onze mening geen wijziging behoeft te ondergaan, aangezien
te oppervlakte van de aan de erfpacht te onttrekken grond en de totale opper
vlakte van de in erfpacht uit te geven perceelsgedeelten vrijwel niet uit
een lopen.
Op grond van het vorenstaande geven wij IJ in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Meulen, burgemeester.
Terzonden, 19 augustus 1959.
de Jong, secretaris.