i
Vaststellen vergoedingen en voor vergoeding in aanmerking komende uitga
ven der bijzondere scholen voor b.l.o. over de periode 1953 t/m 1957»
Bijlage no. 12. Leeuwarden, 25 januari i960.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge het bepaalde in artikel 35» 3e lid, van het Besluit buiten
gewoon lager onderwijs 1949 stelt de Gemeenteraad om de vijf jaren vast
het totaal van de aan de besturen der bijzondere scholen voor buitengewoon
lager onderwijs uitgekeerde vergoedingen ex artikel 34 en het totaal van
de voor vergoeding in aanmerking komende kosten dier scholen.
Thans dient te worden overgegaan tot vaststelling van bedoelde be
dragen over het tijdvak van 1953 "tot en met 1957»
Indien het bedrag van de vergoedingen hoger is dan dat der uitgaven,
stelt de Raad hot verschil vast, hetwelk door de schoolbesturen onverwijld
in de gemeentekas moet worden gestort. Voor het geval de voor vergoeding
in aanmerking komende uitgaven de vergoedingen overschrijden, stelt de
Raad het bedrag vast, hetwelk mag worden bestreden uit de vergoedingen
over het volgend en het daarop volgend vijfjarig tijdvak, per leerling
evenwel beperkt tot ten hoogste het bedrag, waarmee bij het openbaar
onderwijs de uitgaven per leerling de beschikbaar gestelde bedragen hebben
overschreden.
In het vijfjaarlijkse tijdvak van 1953 tot en met 1957 is voor het
openbaar buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen minder uit
gegeven dan beschikbaar was gesteld.
In hetzelfde tijdvak is voor de openbare school voor buitengewoon lager
onderwijs aan schipperskinderen per leerling 57»-- meer uitgegeven dan
beschikbaar was gesteld.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 3 februari 1960.