No. 5333. Medevrerking voor het herstel van de vloerbedekking kan ingevolge het bepaal de in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 slechts worden gevraagd, indien het herstel niet het gevr.ne onderhoud betreft. Dit geval doet zich naar onze me ning hier echter niet voer. Dat een vloerbedekking in een gymnastieklokaal, die meer c.an dertig jaar intensief is gebruikt, is versleten moet onzes inziens als een volkomen normale omstandigheid worden aangemerkt. Het schoolbestuur voert weliswaar aan, dat een onvoldoende geïsoleerde buis van de centrale verwarming, die onder de vloer van hef lokaal doorloopt, tot de slechte toestand, van de vloer heeft bijgedragen, docr. ook al zou dit zo zijn, dan is dat stellig niet in die mate -iet geval, dat daardoor van buitengewoon herstel, niet het gewone onder houd betreffende, sprake zou zijn. Hierbij zij opgemerkt, dat de betreffende buis loopt onder een gewapend betonvloer, waaronder veel ruimte is, waardoor in vloed op de staat van ce vloerbedekking zeer onwaarschijnlijk moet worden geacht. Overigens Is de vloer oor. elders in het lokaal versleten. DE BAAD DER GGMEIHTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 april 1960 (bijlage no. 90 gelet op het advies van de commissie voor georganiseerd overleg d.d. 28 januari 19605 BESLUIT vast te stellen de volgende VERORDENING tot wijziging van de bijlage J der Bezoldigingsverordening 1948. Artikel I. Bijlage A van de Bezoldigingsverordening 1948 wordt gewijzigd als volgt 1. in schaal 17 wordt in plaats van "opzichter-keurmeester" gelezen: "keurmeester" 2. in schaal 19 wordt in plaats van "opzichter-keurmeester A" gelezen: "keurmeester A"; 3- in schaal 22 wordt na "commies" ingevoegd: "opzichter-keurmeester". Aldus gedaan in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Beslissing ingevolge art. 72 L.O. wet 1920 t.a.v. een aanvrage om beschikbaar stelling van gelden voer de verbetering van het gymnastieklokaal bij de R.K.- school aan de Baljeebuurt. Bijlage no. 91 Leeuwarden» 20 april i960. Aan de Gemeenteraad. In de vergadering van Uw Raad van 15 april j.l. werd de beslissing op een verzoek van het bestuur van de R.K. Schoolvereniging alhier om medewerking inge volge artikel 72 van de 'La.ger-onderwijswet 1920 voor verschillende voorzieningen in het gymnastieklokaal bij de school voor g.l.o., Baljeebuurx 52, aangehouden voor zover het betrof medewerking voor het aanbrengen van een nieuwe vloerbedek king. Het werd wenselijk geacht ten aanzien van dit onderdeel van de aanvrage, waaromtrent door ons was geadviseerd het schoolbestuur niet-ontvankelijk te ver klaren, een nader onderzoek in te stellen. Bij dit onderzoek is onder meer van onzentwege, in tegenwoordigheid van een tweetal leden van het schoolbestuur, de situatie ter plaatse opgenomen terwijl het schoolbestuur neg een nadere schriftelijke toelichting op zijn aanvrage heeft ingezonden. Ook na hernieuwde nauwgezette overweging van deze aangelegenheid blij ven wij echter van rr.ening, dat het schoolbestuur in zijn aanvrage, voorzover deze herstel van de vloerbedekking betreft, niet-ontvankelijk zal moeten worden verklaard Ook al ware echter de stelling van het schoolbestuur juist, dat du buis van de centrale verwarming buitengewone slijtage van a<? vloerbedekking tenge volge heeft gehad, dan moet hierbij niet uit het oog worden verloren dat dit dan alleen mogelijk is geweest, doordat de isolatie van deze buis niet tijdig is hersteld. Er is dan in dit opzicht dus sprake van verwaarloosd onderhoud, het geen bezwaarlijk tot het beschikbaarste1len van gelden uit ce gemeentekas door toepassing van artikel 72 van de "jager-onderwijswet 1920 kan leiden. Blijkens de nadere toelichting van hét schoolbestuur erkent dit ook wel, dat ten aanzien van ee vloerbedekking ook van normale slijtage sprake is, doch meent het dat daarnaast andere oorzaken aen rol bij het versleten zijn hebben gespeeld» Wij menen met het vorenstaande te hebben aangetoond, dat, zo niet reeds het enkele feit, dat de vloerbedekking meer dan dertig jaar in gebruik is, de slij tage tot een normale omstandigheid stempelt, van een aanwijsbare invloed van buitengewone omstandigheden en dus van ouitengewoon herstel geen sprake is. Op grond van de hiervoor weergegeven overwegingen menen wij ons advies, ver vat in bijlage no. 8L, onverkort te moeten handhaven. Wij geven U in overweging thans een beslissing overeenkomstig dat advies te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. Verzonden 21 april i960. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 207