M H i Presentiegeld raadsleden voor bijwonen vergaderingen. Bijlage no. 92. Leeuwarden, 22 april i960. Aan de Gemeenteraad. Bij de behandeling van de begroting voor het jaar 1959 in de afde lingen van de Raad is de wens uitgesproken de presentiegelden voor het bij wonen van raadsvergaderingen te verhogen. In verband daarmede heb ik een onderzoek ingesteld bij een aantal ge meenten van dezelfde omvang als Leeuwarden en bij enige Friese gemeenten. Uit het resultaat van dit onderzoek is mij gebleken, dat de vergoeding, die de raadsleden elders genieten, veelal hoger is dan de vergoeding, welke Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 24 oktober 1949? 2e afdeling no. 165, voor het bijwonen van de raadsvergaderingen en van de vergaderingen van de secties van de Raad dezer gemeente hebben vastge steld, te vieten 10,-- per lid en per vergadering. Ook naar mijn gevoelen is de voor deze gemeente vastgestelde vergoe ding momenteel te laag. Ik heb dan ook can Gedeputeerde Staten dezer pro vincie voorgesteld het presentiegeld voor het bijwonen van de raadsverga deringen en van de vergaderingen van de secties van de Raad vast te stollen op 15,-- per lid per vergadering, hetgeen ongeveer overeenkomt met het gemiddelde bedrag, dat elders aan de raadsleden wordt toegekend. Gedeputeerde Staten voornoemd hebben thans met verwijzing naar artikel 64 der Gemeentewet gevraagd het oordeel van Uw Raad omtrent dit voorstel te mogen vernemen. Naar het mij voorkomt behoef ik na de bovenstaande korte uiteenzetting aan mijn voorstel weinig zoe te voegen. Ik geef U dan ook in overweging aan Gedeputeerde Staten van Friesland te berichten, dat Uw Raad zich met het voorstel, zoals dat door mij is gedaan, geheel kan ver enigen. De Burgemeester van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen. Verzonden 22 april i960.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 208