V/ij stellen U derhalve voor ter kennis van Gedeputeerde Staten te bren
gen, dat Uw Raad met de voorgelegde ontwerp-regeling in het algemeen kan in
stemmen, doch dat hij van oordeel is, dat een bepaling omtrent de met de ge
meente Menaldumadeel in 1959 overeengekomen vergoeding, gelet ook op de voor
geschiedenis van het door de beide Raden aan Hare Majesteit de Koningin ge
dane verzoek, daarin stellig niet mag ontbreken.
Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 25 mei 1960.
Wethoudersjaarwedden.
Bijlage no. 129. Leeuwarden, 27 mei 1960.
Aan de Gemeenteraad.
Blijkens het door Uw Raad de 23e maart j.l. om preadvies in mijn han
den gestelde schrijven van Gedeputeerde Staten van Friesland van 7 maart
tevoren, heeft dit college de laatste tijd van verschillende gemeentebe
sturen bericht ontvangen, dat de huidige bezoldiging van de wethouders
te laag moet worden geacht. Dit heeft genoemd college aanleiding gegeven
de raden de vraag voor te leggen of de thans geldende jaarwedden verbe
tering behoeven.
De wedde van de wethouders is laatstelijk bij besluit van Gedeputeerde
Staten van 7 oktober 1957? te rekenen van 1 januari 1957 af? voor deze
gemeente vastgesteld op 10.500,-- per jaar.
Indien de maatregelen van algemene aard, welke na 1 januari 1957 met
betrekking tot de salarissen en lonen werden getroffen ook ten aanzien van de
wethoudersjaarwedden toepassing zouden hebben gevonden, waren deze wedden
vermeerderd tot ongeveer 12.500,--.
Dit bedrag stemt, naar mij is gebleken, ook ongeveer overeen met het
gemiddelde van de wedden, welke thans in vergelijkbare gemeenten door de
wethouders worden genoten. Een vergelijkend overzicht is te Uwen behoeve
bij de stukken gevoegd.
Het schijnt dan ook juist, dat de wedde van de wethouders van Leeuwar
den wordt verhoogd tot 12.500,-- per jaar.
Ik geef derhalve Uw Raad in overweging als zijn oordeel uit te spre
ken, dat de wethouders jaarwedden in deze gemeente met ingang van 1 janu
ari 196O - uiteraard met behoud van de kindertoelageregeling - behoren te
worden bepaald op 12.500,--, en het college van Gedeputeerde Staten in
deze zin te berichten.
De Burgemeester van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen.
Verzonden 27 mei 1960.