Artikel 11 1. Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of onvoldoende dienstijver kan: a, voor een niet—volwassene bij het bereiken van een hogere leeftijd geen dan wel een gedeeltelijke verhoging van het salaris worden toegekend; b. voor een volwassene de salaris—anciënniteit door Burgemeester en Wet houders worden vastgesteld op een geringer tijdvak dan is aangegeven in artikel 7, dan wel worden bepaald, dat verdere diensttijd niet of slechts ten dele zal medetellen voor de vaststelling van de salaris- anci ënni teit. 2. Toepassing van het bepaalde in het eerste lid mag niet leiden tot vermin dering van het reeds toegekende salaris. 3. Indien na toepassing- van het bepaalde in het eerste lid daartoe termen aanwezig zijn, kunnen Burgemeester en 7/ethouders bepalen, dat ie daaruit voor de ambtenaar voortvloeiende nadelen, hetzij met terugwerkende kracht, hetzij voor de toekomst, geheel of gedeeltelijk ongedaan worden gemaakt. 4. Van de ingevolge dit artikel genomen maatregelen wordt de betrokken ambte naar onverwijld mededeling gedaan, onder opgave van de daaruit voor de eerstvolgende verhoging van zijn salaris voortvloeiende gevolgen. Deze mededeling wordt, onder vermelding van de redenen, schriftelijk bevestigd. Artikel 12. 1Bij buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver kan, ten aan zien van een niet-volwassene: a. de vermindering, bedoeld in artikel 3? sub a, worden vastgesteld op een geringer bedrag van het aldaar vermelde; b. voor de verhoging van hes salaris worden afgeweken van de overigens daarvoor gestelde regelen; c. -vorien bepaald, dat hij ars volwassene zal worden aangemerkt. 2. Om dezelfde reden en onder dezelfde voorwaarde kan de salaris-ancienniteit van een volwassene worden vastgesteld op een groter tijdvak dan is aange geven in artikel 7» 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid kan slechts worden toegepast ten aanzien van een ambtenaar, die gedurende ten minste een jaar bij hetzelfde dienstvak werkelijk dienst heeft gedaan in de door hem beklede rang. 4» Bij toepassing van het eerste lid, onder b, wordt de ambtenaar in afwijking van het bepaalde in artikel 1, als volwassene aangemerkt, met ingang van het tijdstip, waarop hij het minimum-salaris van de voor hem geldende sa larisschaal bereikt en in geval hij een ambt bekleedt, ingedeeld in een der schalen 1 of 2 van de bijlage D of in de bijlage 3, met ingang van het tijdstip, waarop hij het maximum—salaris van de voer hem geldende salaris schaal bereikt. Artikel 13. 1. Indien Burgemeester en 7/ethouders daartoe termen aanwezig achten, kan bij aanstelling van een niet-volwassene, tenzij zijn ambt voorkomt in bijlage E, worden bepaald, dat voor de vaststelling en verhoging van het salaris zal worden afgeweken van zijn leeftijd, dan wel dat hij als volwassene zal v/orden aangemerkt. 2. Evenzo kan aan een volwassene bij aanstelling een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen salaris-anciënniteit worden toegekend. 3. In geval van overgang naar een ambt, gerangschikt in dezelfde schaal of groep, wordt, onverminderd het bepaalde in zet eerste en tweede lid, voor de vaststelling van de salaris-anciënniteit in het nieuwe ambt mede reke ning gehouden met de in het verlaten ambt verworven salaris-anciënnitait. 4. In geval van bevordering wordt de salaris-anci.ënni teitdoor toepassing van het tweede lid, zodanig vastgesteld, dat hot salaris in het nieuwe ambt te allen tijde niet minder dan een periodieke verhoging in de oude schaal uitgaat boven het salaris, dat de ambtenaar in het verlaten ambt zou hebben genoten. Ill; II 5. Bii overgang naar een ander ambt bij hetzelfde dienstvak, anders dan ten gevolge van een reorganisatie van de dienst, wordt het bedrag, waarmede de tot dusver genoten bezoldiging de in het nieuwe ambt te genieten bezol diging te boven mocht gaan, als een toelage toegekend. Hierbij wordt buiten aanmerking gelaten een vermindering van bezoldiging, welige een gevolg is van vermindering der kindertoelage. Latere verhogingen van de bezoldiging, met uitzondering van die, welke een gevolg zijn van verhoging der kindertoe lage, komen in mindering op het bedrag van de in dit lid bedoelde toelage. 6. Indien de overgang, bedoeld in het vorige lid, het gevolg is van onge schiktheid voor het totdusver beklede ambt, welke blijkt uit een genees kundig onderzoek als bedoeld in een der artikelen 39 of 40 van het Algemeen Ambtenaren-reglement zal de ambtenaar, indien de overgang plaats heeft na een diensttijd van tenminste 20 jaar in overheidsdienst en na het bereiken van de 35a-mr-ige leeftijd, bezoldigd blijven naar de salarisschaal of —groep, waarin het tot dusver door hem beklede ambt laatstelijk voor de overgang was ingedeeld. Artikel 14, Aan een ambtenaar, die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, bij zondere persoonlijke eigenschappen bezit, welke voor de vervulling van zijn ambt van belang zijn, wordt, hetzij bij eerste aanstelling, hetzij daarna, een vaste of tijdelijke toelage verleend boven het maximum van de schaal, waarin zijn ambt gerangschikt is, dan wel boven het salaris, dat aan zijn ambt als vast bedrag is verbonden. Artikel 15 1. Aan een ambtenaar of een groep van ambtsnaren, aan wie, naar het oordeel van Burgemeester en 7/ethouders, zodanige eisen gesteld worden, dat zijn (hun) positie of taak een bijzonder karakter draagt, hetwelk hem (hen) on derscheidt van de overig in hetzelfde dienstvak en amot werkzame personen, wordt een vaste of een tijdelijke toelage verleend. 2. De toelage wórdt bepaald op ten hoogste 20-/o van het salaris. Artikel 16. 1. Aan de mannelijke ambtenaar, die gehuwd of gehuwd geweest is en de ja rige leeftijd heeft bereikt, wordt een huwelijkstoelage toegekend van f. 29,per maand, met dien verstande, dat de som van het salaris en de huwelijkstoelage niet mag stijgen boven het maximum van de voor hem gel dende salarisschaal, en dat de som van de wedde en huwelijkstoelage, dan wel voor de ambtenaar, die een ambt bekleedt voorkomende in de bijlage D, de som van het salaris en de huwelijkstoelage, nimmer meer mag bedragen dan f. 330,per maand. Het in dit lid genoemde bedrag van f. 295wordt verhoogd rnet een be- drav van ten hoogste f555 indien en voor zover daardoor de som van het salaris en de huwelijkstoelage een bedrag vormt, dat voorkomt in de voor de ambtenaar geldende salarisschaal. 2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de vrouwelijke ambtenaar van tenminste 21 jaar, die gehuwd geweest is en niet is her trouwd 3. De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de aan spraak ingevolge het eerste dan wel tweede lid is ontstaan. 4. Voor de toepassing van dit artikel komen niet in aanmerking de ambtenaren, die ambten bekleden, welke, naar het oordeel van Burgemeester en wethouders, als nevenbetrekking zijn te beschouwen, tenzij de ambtenaar meer dan een van dergelijke ambten bekleedt en hij daarin voortdurend een voxledige dagtaak vindt, in welk geval aanspraak op de huwelijkstoelage bestaat in hot ambt, waaraan het hoogste maximum-salaris is verbonden, indien en voorzover de som der aan de ambten verbonden wedden, vermeerderd met de huweli jkstoelage, minder is dan het aan het slot van het eerste lid aan gegeven bedrag.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 299