Wethouders voor de dienst van belang geacht moet worden, krachtens
daarvoor bij afzonderlijke verordening vastgestelde bepalingen.
Artikel 104» In lid 2, sub a, worden de woorden "der gemeente" vervan^l
gen door "var. één der lichamen, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van dom
Pensioenwet 1922 (S. no. 240)".
Artikel 112a. ITa artikel 112 wordt ingevoegd artikel 112a, luidende;
Ten aanzien van de gewezen ambtenaar in vaste dienst, wiens dienst
verband is geëindigd onderscheidenlijk op grond van artikel 8, lid 3,1
artikel 110, lid 1, sub a, sub c en sub g, is de Uitkeringsverordenin*
van overeenkomstige toepassing. De gewezen ambtenaar in vaste dienst,!
die ontslagen is op grond van artikel 110, lid 1, sub g, heeft deze
aanspraak niet indien voor hem een regeling is getroffen als bedoeld I
in artikel 111, lid 3
Artikel II.
Deze verordening treedt in werking net ingang van 1 oktober 196O1I
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
ITo. 12393.
DE RAAD DER GEUEE1TTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en Wethouders van 12 sep
tember i960 (bijlage no. 227);
gezien het schrijven van het Centraal Bureau inzake gemeenschap
pelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden d.d.
9 maart i960, no. 1245
BESLUIT;
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van do Arbcids-
overeenkomstenverordening
Artikel I.
Artikel 9. Dit artikel wordt gelezen als volgt;
Ten aanzien van minderjarigen, met wie een arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht wordt gesloten, zijn de artikelen l637g en l637h van
het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 14» In het eerste lid worden de woorden "op grond van een vrij
willige verbintenis" vervangen door "hetzij op grond van een vrijwilli
ge verbintenis, hetzij na ingevolge artikel 80 van de Wet op de nood-
wachten te zijn opgeroepen"; en "1954 (S. 363)"s vervangen door "1958
(S. 1957, 559)".
Artikel 19° Lid 2 wordt gelezen als volgt; "Op een uitkering ingevolge
het eerste lid wordt hetgeen de werknemer terzake van de ziekte of het
ongeval krachtens een wettelijke verzekering ontvangt, in mindering ge
bracht
Artikel 21De eerste zin van het eerste lid wordt gelezen als volgt;
1. Indien de ziekte of het ongeval in verband met zijn dienstbetrek
king is ontstaan, geniet de v/erknemer gedurende 12 maanden zijn
volle loon; indien hij daarna nog geheel of gedeeltelijk ongeschikt
is tot werken, ontvangt hij, wanneer hij te dier zake geen aanspraak
heeft op een uitkering krachtens een wettelijke ziekte- of ongeval
lenverzekering, gedurende de tijd van zijn gedeeltelijke of gehele
ongeschiktheid tot werken, een uitkering tot zodanig bedrag als hem
krachtens de Ongevallenwet 1921 en de Kinderbijslagwet zou toekomen,
indien hij daaraan recht op uitkering zou ontlenen, met dien verstan
de dat de uitkering gedurende het eerste halfjaar van het tweede
jaar der verhindering ten minste 2/3 en gedurende het tweede half
jaar daarvan ten minste -g- van zijn loon bedraagt.
Aan lid 3 wordt toegevoegd:
Op een uitkering ingevolge dit artikel wordt hetgeen terzake van
de ziekte of het ongeval krachtens een wettelijke verzekering ontvan
gen wordt, in mindering gebracht.
"Artikel 40*"