Met ingang van 1 januari 1958 zijn de tarieven voor de verschillende dienstl in verband met kostenstijgingen, welke hadden plaats gehad, verhoogd. De kostenstijgingen konden door deze tariefsverhoging slechts ten dele worden opgevangen. De stijging van de tekorten van de Reinigings- en Ontsmettings- dienst, mede tengevolge van de reeds genoemde loonsverhoging en huurcompensa tie in 1960 nopen ons daarom U voor te stellen over te gaan tot verhoging van de reinigingsrechten, Privaattonnendiens t Het recht dat voor het beschikbaarstellen en voor het verwisselen van een privaatton wordt geheven, varieert thans van f. 7>50 tot en met f. 45» en is afhankelijk van de huurwaarde van het perceel, waarin de privaatton is geplaatst. Bij de tariefsverhoging van 1 januari 1958 zijn de twee laag ste huurwaarde-groepen uit sociale overwegingen buiten de verhoging gelaten. De ontwikkeling welke sindsdien met betrekking tot lonen en prijzen is opge treden maakt het onzes inziens mogelijk ook deze groepen thans in de nood zakelijk geworden tariefsverhoging te betrekken. Hen verhoging van het minimumrecht van f. 7>50 tot f. 10,per jaar achten wij verantwoord. Hoewel dit een tariefsverhoging betekent van 33 1/3 bedraagt de verhoging, voor deze categorie slechts f. 0,05 per week. Tenein de progressieve heffing te bewaren stellen wij U voor de op het minimum tarief afgestemde overige bedragen met een ongeveer gelijk percentage te verhogen. Bij het ontwerpen van de gewijzigde tarieven hebben wij er reke ning mee gehouden, dat van de gebruikers in de hoogste huurwaardegroep niet meer wordt gevorderd dan de kostprijs van de bewezen dienst, verhoogd met een matige winst. Bij verhoging van het tarief op de hiervoor aangegeven wijze is het, teï einde te voorkomen dat ten gevolge van de jongste huurverhoging een groot aantal percelen naar een hogere tariefgroep opschuift, nodig, dat de in de verordening genoemde huurwaarden, die de tariefgroepen begrenzen, worden verhoogd met 20 Met betrekking tot de verdere aanpassing der tarieven aan het kosten- peil merken wij het volgende op. Voor een perceel, waarvoor geen huurwaarde is vastgesteld, bedraagt het recht thans f. 30,per jaar. In verband met de voorgestelde tariefsverhoging voor privaattonnen in percelen waarvoor een huurwaarde is vastgesteld, zal dit recht, bij handhaving van de oor spronkelijke verhouding tussen de tariefgroepen, op f. 40,per jaar moe ten worden bepaald. Om dezelfde reden zal naar onze mening de vergoeding bij plaatsing van een privaatton voor tijdelijk gebruik verhoogd moeten worden van f. 5>°P f. *0.50. Het boven dit tarief verschuldigde recht var. f. 1,50 voor elke keer verwisselen van de ton, dat is afgestemd op de wer kelijke hieraan verbonden kosten, kan ongewijzigd blijven. Voor het beschikbaar stellen en verwisselen van een privaatton voor een woonwagen of woonschip wordt thans een recht geheven van f. 7>50 per jaar. Dit tarief is gelijk aan het minimumtarief dat voor woningen in de laagste huurwaardegroep geldt. Aangezien het voorgestelde minimumtarief voor deze woningen f, 10,bedraagt, stellen wij U voor ook het recht voor een privaatton ten behoeve van een woonschip of woonwagen op f. 10,te bepalen. Voor het verwisselen van een privaatton boven de normale wekelijkse verH wisseling wordt thans een recht geheven van f. 0,90 per keer. Aangezien de ze verwisseling buiten de normale wekelijkse route valt, zijn de kosten voor deze dienstverlening aanzienlijk hoger dan die van de normale verwisse ling, Wij zijn daarom van mening, dat de vergoeding voor deze verwisseling gebracht dient te worden op f. 1,50 per keer. Dit tarief komt overeen met hej recht dat thans verschuldigd is voor het verwisselen van een privaatton in een tijdelijk verblijf of voor tijdelijk gebruik in een perceel. In verband hiermede zal de overeenkomstige kwartaalvargoeding van f. 750 op f. 12,50 moeten worden gebracht. Voor het als buitengewone dienst weghalen en verwisselen van een privaatton bedraagt het recht thans f1,80 per keer. "In" In verband met de voorgestelde verhoging van het recht voor de extra ver wisseling, zal de vergoeding voor het als buitengewone dienst weghalen en verwisselen o.i. op f. 3,moeten worden gebracht. Wij verwachten dat ta riefsverhoging in dit geval zal bevorderen dat vroegtijdig extra verwisseling van een privaatton wordt aangevraagd. Bij aanvaarding van de voorgestelde tariefsverhoging zal de opbrengst van het privaattonnenrecht met ongeveer f. 27.000,toenemen, hetgeen onge veer overeenkomt met de sinds 1958 opgetreden stijging van de ten laste van de gemeente blijvende kosten van de privaattonnendienst. Na invoering van de tariefsverhoging op 1 januari 1958 bedroeg het dekkingspercentage, zoals uit het opgenomen overzicht blijkt, ongeveer 34i°> Tengevolge van de kostenstijging welke sedertdien plaats gehad heeft en de vermindering van het aantal tonnen met ongeveer 400 per jaar, is dit dekkings percentage teruggelopen tot ongeveer 28^, De thans voorgestelde verhoging van rechten heeft tot gevolg, dat, uitgaande van de ramingscijfers voor het jaar 1961, een aanvaardbaar dekkingspercentage van ongeveer 37i° wordt verkregen. Huisvuilophaaldienst Blijkens het gegeven overzicht bedroeg het dekkingspercentage met be trekking tot de kosten van het ledigen van huisvuilemmers over het jaar 1958 ruim 56^. Tengevolge van loonsverhogingen en andere kostprijsverhogende factoren is dit dekkingspercentage blijkens de ramingscijfers voor 1961 teruggelopen tot ongeveer 52$. Aangezien wij op het standpunt staan, dat op langere termijn bezien de kostenstijgingen met ongeveer overeenkomstige stijgingen van de baten gepaard moeten gaan, achten wij een aanpassing van de tarieven thans geboden. Het huisvuilrecht in het stedelijk gedeelte van onze gemeente dat voor ten hoogste 2 emmers thans f. 0,60 per gewone emmer per maand bedraagt dient naar onze mening met ingang van 1961 op f. 0,70 per emmer per maand te worden gesteld. Het recht voor emmers van meer dan 33 liter inhoud dient in verband hiermede, voor zoveel niet meer dan twee emmers worden geplaatst, te worden gebracht van f. 1,25 °P f. 1»40 per emmer per maand. Worden meer dan 2 emmers per perceel geplaatst dan wordt voor de meerdere emmers een met de kostprijs overeenkomend tarief geheven. Het verhogen van de tarieven van vorengenoemde heffingen heeft tot ge volg dat de inkomsten voor deze dienstverlening met rond f. 35.000,per jaar zullen toenemen, hetgeen toereikend is om de netto kostenstijging voor de gemeente sinds 1958 te dekken. Het dekkingspercentage wordt hierdoor opge trokken tot 60^ van de kosten. In het deel van de gemeente, waar geen uniforme huisvuilemmers ter be schikking kunnen worden gesteld en waar het huisvuil éénmaal per week wordt opgehaald, ware de vergoeding ongeveer in evenredigheid tot de verhoging voor het stedelijke deel van de gemeente te verhogen en te bepalen op f. 0,30 per maand voor elk perceel, ten behoeve waarvan huisvuil wordt verwijderd. Hierdoor wordt een meerdere opbrengst van ongeveer f. 400,per jaar ver kregen. Hoewel het dekkingspercentage voor het landelijke deel van de ge meente slechts ongeveer 20^ bedraagt, achten wij een verdere verhoging van het tarief niet redelijk. Diverse andere diensten. Het is wenselijk eveneens de heffingen voor verschillende diensten, die de Reinigings- en Ontsmettingsdienst ten behoeve van de ingezetenen on zer gemeente verricht en die in het vorenstaande niet zijn genoemd, te her zien. Ook deze heffingen, die tegen kostprijs worden verricht, zijnachter gebleven bij de gestegen kostprijzen en dienen hiermede in overeenstemming te worden gebracht. Verwacht wordt, dat de inkomsten hierdoor met f. 1300,zullen toe nemen. In het hierbij gevoegd ontwerp-besluitwaarin tevens een aantal techni sche wijzigingen is verwerkt, is een volledige uitwerking van de door ons voorgestelde nieuwe tarieven opgenomen. "Onder"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 446