ft A ii üi W I I Verordening tot aanvulling van de algemene politieverordening met een verbod betreffende speelautomaten. Bijlage no. 254» Leeuwarden, 19 oktober 1960. Aan de Gemeenteraad» De aanwezigheid van z.g. speelautomaten in voor het publiek toeganke lijke ruimten zoals vergunnings- en verlofsinrichtingen geeft aanleiding tot klachten. Het komt n.l. voor, dat het publiek - met name de jeugd - meer geld aan die automaten uitgeeft dan het zich kan veroorloven met als gevolg financieel ontwrichte huishoudingen. De bestaande voorschriften bieden geen mogelijkheid tegen de exploi tanten van speelautomaten op te treden. Weliswaar wordt in art, 254 bis van het Wetboek van Strafrecht o.m, strafbaar gesteld het geven van ge legenheid tot hazardspel aan het publiek en het uitoefenen als bedrijf van het gelegenheid tot hazardspel geven, doch om dat artikel te kunnen toe passen, moet er sprake zijn van hazardspel, hetgeen ten aanzien van speel automaten moeilijk is te constateren. Beslissend voor hazardspel is n.l., dat in het algemeen de kans op winst van het toeval afhangt. Indien de kans op winst voornamelijk afhangt van de geoefendheid of behendigheid van de spelers, kan er moeilijk gesproken worden van hazardspel» Dikwijls is het niet duidelijk welk element overheerst. Het gevolg van deze onzekerheid is, dat de exploitanten van speelautomaten veelal door de justitie onge moeid worden gelaten. Om in deze leemte te voorzien zijn verscheidene ge meentebesturen er toe over gegaan te verbieden speelautomaten en daarmede vergelijkbare toestellen in voor het publiek toegankelijke ruimten ten gebruike aanwezig te hebben, met dien verstande, dat ontheffing van dat verbod in daarvoor in aanmerking komende gevallen kan worden verleend. In omliggende gemeenten is in verband met bovenbedoelde klachten on langs een dergelijk verbod tot stand gekomen. Ofschoon zich in onze ge meente (nog) geen moeilijkheden met betrekking tot speelautomaten voordoen, maakt het verbod in omliggende gemeenten het wenselijk hier eveneens een voorziening ten aanzien van deze toestellen te treffen. Wil het verbod in de omliggende gemeenten n.l. volledig effect hebben, dan moeten ingezete nen van die gemeenten geen gelegenheid hebben hun gokhobby op speelauto maten in een naburige gemeente - waar zulk een verbod niet geldt - uit te leven» Namens die gemeenten is dan ook verzocht de totstandkoming van een voorziening in dezen te bevorderen. De mogelijkheid, dat ten gevolge van het verbod in de omliggende gemeenten het euvel van de speelautomaten zich naar Leeuwarden zal verplaatsen, maakt het ook wenselijk deze automaten te verbieden, In verband met het vorenstaande stellen wij U voor in de algemene politieverordening een verbod betreffende speelautomaten op te nemen door vaststelling van het hierna in ontwerp afgedrukte besluit. Wij merken hierbij op, dat een lid onzer commissie een voorziening in dezen prematuur acht en derhalve niet met het bovenomschreven voorstel in stemt De voorzitter van de Commissie voor de Strafverordeningen, A.A.M. van der Meulen. Verzonden 19 oktober i960.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 456