zulks met het oog op de bezonning van en de lichttoetreding tot de panden aan de Elizabethstraat Ten zuiden van dit terrein hebben wij gemeend nog een gebied voor bijzondere bebouwing te moeten aanwijzen In verband met ons college kenbaar gemaakte wensen is een vrij groot gedeelte van de ten zuiden van de doorgetrokken Tesselschadestraat be schikbaar komende terreinen bestemd voor industriële doeleinden. Dit is ook het geval met een strook grond ten noorden van de Ilarlingertrekweg. Het overblijvende terrein, gelegen ten zuiden van de verbindingsweg is bestemd voor gebouwen voor bijzondere doeleinden, waarbij is gedacht aan kantoren, laboratoria, scholen enz., welke in of in ieder geval zo dicht mogelijk bij het stadscentrum moeten komen. Uit het bovenstaande moge U blijken, dat in het ontwerp-plan geen woningen zijn geprojekteord. De ontwerp-bebouwingsvoorschriften bevatten echter een bepaling, dat bij een gebouw ten hoogste twee dienstwoningen mogen worden gebouwd. Overigens mogen wij IJ verwijzen naar de voor U ter inzage gelegde stukken. Het ontwerp-plan en de ontwerp-bebouwingsvoorschriften hebben overeel komstig de bepalingen van de Woningwet vanaf 6 oktober 1960 gedurende viel weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tegen het ontwerp zijn bij Uw Raad bezwaren ingebracht door de Friesche Sportclub II.V. en door de IJ.V. Leeuwarder Overdekt Zwembad. Deide bezwaarschriften zijn binnen de wette lijke termijn van vier weken ingediend. Beide adressanten zijn eigenares van gronden, welke binnen het uitbreidingsplan zijn gelegen, zodat zij ala belanghebbenden in de zin van de Woningwet kunnen worden aangemerkt. Zij I moeten derhalve in hun bezwaren ontvankelijk worden verklaard. De bezwaar schriften liggen bij do stukken voor U ter inzage. Hot bezwaar van do Friesche Sportclub IT.V. richt zich niet tegen de in het ontwerp-plan voorgestelde bestemmingen van de haar in eigendom toe-I behorende Wilhelminabaan, en de daaraan verbonden onttrokking aan de tegen woordige bestemming. liet bezwaar van deze II.V. heeft daarentegen speciaal betrekking op de omstandigheid, dat uitvoering van het ontworpen uitbrei-I dingsplan tot gevolg zal hebben, dat de drafsport in onze gemeente niet meer zal kunnen worden beoefend of wel dat deze beoefening tijdelijk onmo-l geli jk zal worden. In onze gemeente is immers geen andore drafbaan aanwc-I zig, ter-wijl waarschijnlijk niet tijdig oen nieuwe drafbaan zal kunnen wcJ den aangelegd. Haar de mening van de Friesche Sportclub II.V. zal dit juis'J in een tijd, dat de drafsport in het gehele land een ongekende bloei ver-I toond, een verlies betekenen, dat niet moer zal zijn te herstellen. Alhoewel wij ons moeilijk aan de indruk kunnen onttrekken, dat het cel zwaar van vermelde adressant in het bezwaarschrift aanzienlijk sterker teel uiting is gekomen dan bij de onderhandelingen, die wij meermalen met vertel genwoordigers van de II.V. hebben gevoerd, hot geval was, merken wij op, dat het bedoelde bezwaar wel steeds door ons college is aangevoeld. Wij hebben daarom reeds geruime tijd gezocht naar oen ander terrein, dat voor I de beoefening van de drafsport zou kunnen worden bestemd. ïïij verv,'achten U ten aanzien daarvan binnen afzienbare tijd nadere mededelingen te kunnen doen. Het moet echter ten zeerste worden betwijfeld dat de aanleg van eer. nieuwe renbaan zal kunnen worden gerealiseerd voordat met de uitvoering van het ontworpen uitbreidingsplan een aanvang zal moeten worden gemaakt. Dat dit waarschijnlijk gepaard zal gaan met een tijdelijke stopzetting van de drafsport betreuren wij eveneens, maar wij zijn van mening, dat he. brengen van dit offer, in het algemeen belang niet alleen verantwoord doe;, ook geboden is. Overigens merken wij op, dat ons onderhavige voorstel enke handelt over de vaststelling van een uitbreidingsplan, ergo het geven van bestemmingen aan gronden en niet over het tot uitvoering brongen van dat plan. Op grond van het bovenstaande moet het bezwaar van adrossantc, welk bezwaar derhalve niet zozeer tegen do aan de Y/ilhelminabaan gegeven be stemming is gericht maar wel betrekking heeft op hot tijdstip van "realisering" realisering van die bestemming, dan ook niet gegrond worden geacht. Het bezwaar van de II.V. Leeuwarder Overdekt Zwembad richt zich tegen het feit, dat in het ontwerp-uitbreidingsplan, voorzover betreft het ter rein, gelegen ten noorden van de door te trekken Tesselschadestraat, geen rekening is gehouden met de behoefte aan openheid en groen in en nabij de binnenstad in het algemeen en met de toekomstmogelijkheden van het Leeuwar der Overdekt Zwembad in het bijzonder. Wat het in eerste instantie aangevoerde algemene bezwaar betreft moe ten wij opmerken, dat er bij het ontwerpen van het uitbreidingsplan juist zo veel mogelijk naar is gestreefd een aaneengesloten en compacte bebou wing van de in het ontwerp-plan begrepen terreinen te voorkomen en derhalve de openheid van de bebouwing en een ruime groenvoorziening te waarborgen. Bij beschouwing van de kaart van het ontwerp-uitbreidingsplan zal U blijken, dat in het algemeen in de voor bijzondere bebouwing bestemde terreinen, figuren zijn getekend, aangevende de vorm, welke een te stichten gebouw zou kunnen hebben. Alhoewel die figuren niet bindend de vorm van de te stichten bouwwerken aangeven, zo suggereren deze toch wel de maximaal te bebouwen oppervlakte. Het is echter moeilijk reeds vooraf de oppervlakten aan te geven, die ten hoogste zullen mogen worden bebouwd. Vandaar dat wij in de ontwerp-bebouwingsvoorschriften bepalingen hebben opgenomen, volgens welke ons college, behoudens een nader in beroep door Uw Raad te nemen be slissing, bevoegd is nadere eisen te stellen met betrekking tot plaatsing en afmetingen van te stichten gebouwen. Aldus is de gewenste openheid ge waarborgd. liet vervallen van een deel van het Jacob Catsplein moet in dit verband niet van belang worden geacht. Door het uitvoeren van het terzake beoogde plan ontstaat uit stedebouwkundige overwegingen juist een toestand, die bepaald fraai en zinvol moet worden geacht. Het in tweede instantie vermelde bezwaar tegen het feit, dat het Leeuwarder Overdekt Zwembad in zijn toekomstmogelijkheden zal worden be perkt bij vaststelling van het ontworpen uitbreidingsplan, geeft ons aan leiding het volgende op te merken. Adressante heeft hot voornemen om ten zuiden van het door haar geëxploiteerde overdekte zwembad op het Jacob Catsplein de stichting van een openluchtbad net speelvijver te bevorderen. Volgens het ontwerp-uitbreidingsplan zal het niet mogelijk zijn aan dit voornemen uitvoering te geven. ïïij stellen het op prijs, alvorens op even genoemd bezwaar in te gaan, gewag te maken van onze voldoening over de tot dusver door adressante in het algemeen belang tot stand gebrachte wer ken. Hetzelfde geldt in principe ten aanzien van de onlangs gepubliceerde initiatieven mot betrekking tot de stichting van een openluchtbad. De om standigheid, dat wij ons niet kunnen verenigen met de plaats waar adres sante het openluchtbad zou willen stichten, doet aan onze waardering niet af. ïïij kunnen ons, wat betreft de geprojekteerde plaats van het openlucht bad, niet met het voornenen van adressante verenigen. Haar onze mening - en wij staan hierin werkelijk niet alleen - moet een openluchtbad volgens de huidige eisen niet temidden van de bebouwing worden gesticht, hetgeen volgens de gedachten van de II.V. Leeuwarder Overdekt Zwembad wel het geval zou zijn. Tot de onmisbare entourage van een openluchtbad behoort o.a. een behoorlijke ligweide, welke ten minste even groot moet zijn als het zwem bad zelf, terwijl een verdere "groene" omgeving onontbeerlijk is. Aan deze beide eisen kan op de door adressante gedachte plaats niet worden voldaan. Men kan weliswaar, zoals reclamante in een tot ons college gericht schrijven vermeldt, trachten in deze leemten te voorzien door het aanbrengen van een dichte beplanting met heesters en enkele opgaande bomen aan de oostkant van het huidige Jacob Catsplein, doch daarmee kan men toch onmogelijk voorzien in de behoefte van een bij een openluchtbad oehorende ligv/eide, terwijl men evenmin de nodige "ruimte" kan schoppen. De beslotenheid zou worden gehandhaafd. ïïellicht zou door sloping van de bebouwing aan de Elizabethstraat een iets gunstiger situatie ontstaan, doch ooi. dan zou naar onze mening de vestiging van een openluchtbad ter plaatse niet aan "te"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 461