Deze tekorten zullen voor een aanzienlijk deel moeten worden opgevangen
door verhoging van de eigen inkomsten. De gemeente kan hij een zo moei
lijke financiële positie bezwaarlijk afzien van het optrekken van de ta
rieven voor de straatbelasting tot het van rijkswege voorgestane peil.
De straatbelasting kan krachtens artikel 280 van de Gemeentewet worden
geheven ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste der ge
meente komende kosten voor aanleg en onderhoud van land- of waterwegen,
voor hun verlichting en voor afvoer van water en vuil. Door een verhoging
van de heffingspercentages voor gebouwde en ongebouwde eigendommen van
respectievelijk 8 en 4 bot 10 en 5 zal van de ten laste van de
gemeente komende kosten terzake van straten enz. ongeveer 24 uit de be
lastingopbrengst kunnen worden gedekt. Een dergelijk dekkingspercentage
is zeker niet buitensporig hoog. Zelfs een belastingopbrengst tot 85
der kosten wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken nog een billijke
bijdrage geacht.
Zoals uit het bij de stukken gevoegde overzicht blijkt, werden de ten
laste van de gemeente blijvende kosten door de opbrengsten van de straat
belasting over de jaren 1958 en 1959 voor respectievelijk 1985 en
19 5 32 /o gedekt. Blijkens de ramingsci jf ers voor i960 is het dekkingspcrcen
tage teruggelopen tot 19»17 In de vermelde begrotingscijfers is nog
geen rekening gehouden met de jongste maatregelen op het loongebied. Re
kening houdend met deze kostenstijging kan het dekkingspercentage voor
1960 op ongeveer 18,8 worden gesteld.
Een verhoging van de heffingspercentages van de straatbelasting van
8 voor gebouwde en 4 voor ongebouwde eigendommen tot respectievelijk 10
en 5 zal, zoals reeds werd opgemerkt, een extra opbrengst van 120.000,--
opleveren.
Rekening houdend met het normale accres ten gevolge van de stadsuit
breiding en met de voorgestelde tariefsverhoging kan de opbrengst voor
1961 op 6O5.OOO,-- worden geraamd. Terzake is voor i960 in de begroting
een opbrengst van 475*000,-- geraamd. De verordening op de straatbelas
ting is goedgekeurd tot 1 januari 1983Bij de goedkeuring van doze veror
dening hebben Gedeputeerde Staten namens de Minister van Binnenlandse Za
ken in overweging gegeven bij de eerstvolgende wijziging t.o.v. enkele
technische punten rekening te houden met de opvatting van de commissie voor
de techniek van de gemeentelijke belastingverordeningen. Daarom is er, nu
de verhoging van de percentages in overweging moet worden genomen, ook
aanleiding do verordening verder aan te passen bij do algemeen gangbare
opvattingen. Hierdoor kan de periodieke herziening, die anders in de loop
van 1962 zou moeten plaats vinden, achterwege blijven.
Onder overlegging van het advies van de Financiële Commissie geven
wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van een nieuwe verorde
ning op de heffing van een straatbelasting, overeenkomstig bijgevoegd ont
werp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 9 november 1960.
No. 14844.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 novem
ber i960 (bijlage no. 271);
BESLUIT;
vast te stellen de volgende
Verordening op do heffing van een straat
belasting.
Aard der belasting.
Artikel 1.
Onder de naam van straatbelasting wordt eon belasting geheven
wegens
a. gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven, die aan openbare
land- of waterwegen in de gemeente belenden of in de onmiddellijke
nabijheid daarvan zijn gelegen;
b. ongebouwdeeigendommen, die aan openbare land- of waterwegen in de
gemeente belenden of daarop uitgang hebben;
als een billijke bijdrage in de ten laste van de gemeente komende kos
ten voor aanleg en onderhoud dier land- of waterwegen, voor hun ver
lichting en voor afvoer van water en vuil.
Belastingplicht.
Artikel 2.
1. Belastingplichtig is hij, die, krachtens recht van bezit of enig
ander zakelijk recht, hot genot heeft van de eigendommen, als be
doeld in artikel 1.
2. Als genothebbendo wordt aangemerkt hij, die naar de toestand op 1
januari van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers
is aangewezen, tenzij wordt aangetoond, dat eon misstelling of on
juiste tenaamstelling in die leggers heeft plaats gehad, of dat de
voor de aanvang van het belastingjaar plaats gehad hebbende veran
deringen daarin nog niet waren opgenomen, in welke gevallen als ge
nothebbende wordt aangemerkt hij, die op 1 januari van het belasting
jaar krachtens een recht als bedoeld in het eerste lid het genot
heeft
5. Zijn or ten aanzien van enig eigendom twee of neer genothebbenden,
dan zijn allen hoofdelijk voor het gehele bedrag van de aanslag aan
sprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de een de aan
sprakelijkheid van de ander of de anderen opheft.
4. ITieuw gebouwde en herbouwde eigendommen, welke in de loop van het
belastingjaar geheel of gedeeltelijk voor bewoning of gebruik ge
reed konen, alsmede ongebotvwde eigendommen, welke in de loop van
het belastingjaar in het geval, als bedoeld in artikel 1 onder b,
komen te verkeren, worden als zodanig voor de heffing van de belas
ting over dat jaar niet in aanmerking genomen.
"Maatstaf"